beroep 3b

English
1 vwo

1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

English
1 vwo

Slide 1 - Slide

Our goals
-At the end of the lesson we will be able to introduce ourselves using the stones.

-At the end of the lesson we will be able to ask and give personal information using the stones.

-At the end of the lesson we will be able to describe people using the stones.

Slide 2 - Slide

Our schedule
-Day opening.
-What are the stones?
-Grammar in the stones.
-Vocabulaire in the stones.
-Let's have a conversation.
-Ending.

Slide 3 - Slide

Day opening
- Bijbel verhaal lezen.
-Moraal van het verhaal gezamenlijk achterhalen.

Slide 4 - Slide

What are the stones?
-page 
-Sentences
-Specific theme

-Altijd een hoofdletter aan het begin van de zin.
-Eindig je zin altijd met een punt.

Slide 5 - Slide

What would you use the stones for?
(waarvoor zou je de stones gebruiken)

Slide 6 - Open question

Grammar in the stones
1. Present simple


"She is on my team."
"Where are you from."

Slide 7 - Slide

Why grammar?
-We hebben dit al eerder behandelt.

-Je zal altijd grammatica in zinnen vinden.

-Je moet de grammatica snappen om de zinnen te kunnen vervoegen.

Slide 8 - Slide

Grammar in the stones
2.Object pronouns 


"Can you describe her to me?"
"Nice to meet you!"


Slide 9 - Slide

Grammar in the stones
3. Interrogative pronouns


-"How do you spell your name?"
-"What colors are his eyes?"

Slide 10 - Slide

Is this sentence grammatically correct?
"She is on me team."

A
Yes
B
No

Slide 11 - Quiz

Is this sentence grammatically correct?
"They are my grandparents."

A
Yes
B
No

Slide 12 - Quiz

Is this sentence grammatically correct?
"Hello, my name are...."

A
Yes
B
No

Slide 13 - Quiz

Is this sentence grammatically correct?
"Which color are his shoes"

A
Yes
B
No

Slide 14 - Quiz

Is this sentence grammatically correct?
"What is your name?"

A
Yes
B
No

Slide 15 - Quiz

Vocabulary in the stones
-Je moet het goede woord kunnen invullen aan de hand van de context uit de zin.

-Meerdere woorden kunnen in een zin staan.

-Je moet de betekenis van de woorden snappen om de goede zin te vormen.

Slide 16 - Slide

She is my........
He has............on his face.
I'm........years old. My older sister is fifthy-four.
I live close to the........of germany
That.......over there are my grandparents.
Freckles
Classmate
Couple
Thirty
History
Border
Seventy

Slide 17 - Drag question

Let's have a conversation!
-Werk met degene naast je.
-Ga jezelf voorstellen aan de hand van de stones zinnen.
-Vraag en geef informatie aan de hand van de stones zinnen.
-Probeer degene waarmee je samenwerkt te beschrijven aan de hand van de stones.
-Schrijf alle zinnen die je gebruikt op.
-Wissel na 5 minuten van rol.
-Gebruik je fantasie!

Slide 18 - Slide

Ik kan mezelf voorstellen aan de hand van de stones
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Ik kan om persoonlijke informatie vragen en die geven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Ik kan iemand beschrijven aan de hand van de stones.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

End 
- Wat hebben we geleerd
-Hoe hebben we dit gedaan
-Hebben we onze lesdoelen bereikt
-Mening van de les/lesactiviteiten

Slide 22 - Slide