Argumenteren 4/5 havo

Argumenteren is te leren!
1 / 42
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Argumenteren is te leren!

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je leert de begrippen standpunt, argument, tegenargument, en weerlegging.
  • Je leert welke soorten argumenten er zijn.
  • Je leert welke argumentatieschema's er zijn. 
  • Je leert of een argumentatie aanvaardbaar is of niet. 
  • Je leert welke argumentatiestructuren er zijn. 
  • Je leert welke drogredenen er zijn. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Het zal mij verbazen als dit jaar de carnavalsoptocht in De Bosch doorgaat. [Er wordt namelijk een erg harde wind voorspeld.]
A
Standpunt
B
Argument

Slide 4 - Quiz

[Het Nederlands verloedert] want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
Standpunt
B
Argument

Slide 5 - Quiz

[Leerlingen op het vwo moeten in vijf in plaats van zes jaar hun opleiding kunnen afmaken.] Je kunt eerder aan een vervolgstudie beginnen en je zit je minder te vervelen.
A
Standpunt
B
Argument

Slide 6 - Quiz

Als je een tegenargument weerlegt, dan ontkracht je het gegeven tegenargument en zeg je dus dat het tegenargument niet klopt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Link

Formuleer je eigen mening over de boete voor appen op de fiets. Onderbouw je mening met minimaal twee argumenten.

Slide 9 - Open question

Soorten argumenten
Bekijk het filmpje over de verschillende soorten argumenten.
Noteer welke verschillende soorten argumenten in het filmpje aan bod komen. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Link

Redeneringen
Redenering (argumentatie) = standpunt + argument(en)

In de volgende video wordt uitleg gegeven over de verschillende redeneringen die er zijn. 
Noteer de vijf redeneringen die in het filmpje aan bod komen. 
Je hebt ze daarna nodig in een opdracht.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Het Nederlands verloedert want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak-gevolg
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van overeenkomst

Slide 15 - Quiz

Als Jett Rebel volgend jaar optreedt op Lowlands gaan we zeker weer naar het festival. Vorige keer was hij ook top.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak-gevolg
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van overeenkomst

Slide 16 - Quiz

Volgens zijn arts heeft hij bloedarmoede. Hij had namelijk allerlei symptomen die er op wijzen: last van vermoeidheid, hartkloppingen, duizeligheid, oorsuizingen en hoofdpijn.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak-gevolg
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van overeenkomst

Slide 17 - Quiz

Het wordt warmer op aarde en dat komt door het broeikaseffect.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak-gevolg
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van overeenkomst

Slide 18 - Quiz

Zondag met Lubach
Je bekijkt zo een aflevering van Zondag met Lubach over het legaliseren van xtc-pillen. 
Welke argumenten worden voor deze legalisering gegeven?
Wat voor soort redeneringen zijn het (op basis van voor- en nadelen, overeenkomst, kenmerk of eigenschap, oorzaak-gevolg, etc.)?

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Zondag met Lubach
Volgens Kees Kramers, hoogleraar medicatieveiligheid, moet xtc gelegaliseerd worden. Welke twee argumenten noemt hij? Op wat voor argument is zijn argument gebaseerd?

Arjen Lubach gaat in op deze argumentatie en komt zelf ook met een ander argument. Welk argument is dat? Op wat voor argument is zijn argument gebaseerd?

Slide 21 - Slide

Zondag met Lubach
Volgens Kees Kramers is het legaliseren van xtc een goed idee, omdat we dan pillen krijgen die goed en zuiver zijn en waarvan we weten wat het is. Hierdoor kan er een goede voorlichting worden gegeven. 
Het andere voordeel is dat we de criminaliteit de wind uit de zuilen nemen.
Argumentatie gebaseerd op voordelen (en nadelen)

Slide 22 - Slide

Zondag met Lubach
Arjen Lubach vindt dat xtc gelegaliseerd moet worden, omdat pillen dan veiliger zullen zijn en dat er daardoor minder ongelukken gebeuren met vervuilde pillen.
Argumentatie op basis van oorzaak-gevolg

Slide 23 - Slide

Geloofwaardigheid
De schrijver van een betoog wil zijn publiek overtuigen van zijn mening. Hij moet geloofwaardig over komen als hij dit doel wil bereiken. 

Slide 24 - Slide

Argumentatiestructuur
Een argumentatiestructuur is een schema waarin je duidelijk maakt op welke manier argumenten met elkaar en met het standpunt samenhangen. 

Slide 25 - Slide

Argumentatiestructuren
Enkelvoudige argumentatie = één standpunt en één argument
Meervoudige argumentatie = één standpunt en meerdere argumenten
  • onderschikkende argumentatie = een argument wordt ondersteund door één of meer subargumenten (=ketenargumentatie)
  • nevenschikkende argumentatie = twee of meer argumenten ondersteunen gezamenlijk het standpunt

Slide 26 - Slide

Argumentatiestructuren
Enkelvoudige argumentatie 

Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.

Slide 27 - Slide

Argumentatiestructuren
Onderschikkende argumentatie
Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is slecht voor je lever.

Slide 28 - Slide

Argumentatiestructuren
Nevenschikkende onafhankelijke argumentatie 

Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is gevaarlijk in het verkeer.

Slide 29 - Slide

Argumentatiestructuren
Nevenschikkende afhankelijke argumentatie 

Heel Nederland heeft last van het slechte weer.
In Noord-Nederland hadden ze te maken met veel schade door de harde wind.
Terwijl Zuid-Nederland met name te maken had met wateroverlast.

Slide 30 - Slide

Argumentatiestructuren
Combinatie van argumentaties 
Je kunt beter geen alcohol drinken.
Het is slecht voor je gezondheid.
Het is gevaarlijk in het verkeer.
Het is duur.
Het is slecht voor je lever.
Met drank op moet je een taxi nemen.
Een taxi kost meer dan zelf rijden.

Slide 31 - Slide

Argumentatiestructuren
Stelling: Het festival van afgelopen weekend was niet leuk.

  • Het regende drie dagen onafgebroken. 
  • Een flesje water kostte 5 euro.
  • Het vliegtuig had vertraging. 
  • Het was erg duur. 
  • De hoofdact kwam niet opdagen. 

Slide 32 - Slide

Argumentatiestructuren
Het festival van afgelopen weekend was niet leuk.
Het vliegtuig had vertraging. 
Het was erg duur. 
De hoofdact kwam niet opdagen.
Een flesje water kostte 5 euro. 
Het regende drie dagen onafgebroken.

Slide 33 - Slide

Argumentatiestructuren
Maak een argumentatiestructuur + noteer welke structuur je gebruikt hebt.
  • Tijdens huiswerkuren ben je verplicht aanwezig.
  • Er is geen afleiding door tv, telefoon of familieleden.
  • Huiswerk maken op school is beter voor de leerresultaten.
  • De kans dat je je huiswerk maakt is groter.
  • Je werkt op school onder toezicht.
  • Op school kun je je beter concentreren.
  • Je kunt om hulp vragen bij docenten.

Slide 34 - Slide

Argumentatiestructuren
Huiswerk maken op school is beter voor de leerresultaten.
Op school kun je je beter concentreren.
Je kunt om hulp vragen bij docenten.
De kans dat je je huiswerk maakt, is groter.
Er is geen afleiding door tv, telefoon of familieleden.
Je werkt op school onder toezicht. 
Tijdens huiswerkuren ben je verplicht aanwezig.

Slide 35 - Slide

Herhaling 
Welke vijf verschillende redeneringen (argumentatiestructuren) zijn er?

Slide 36 - Slide

Drogredenen

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video

Drogredenen
Zie bladzijde 233

Een drogreden is een argumentatie die niet klopt. 
  • Argumentatiefouten
  • Argumentatietrucs

Slide 40 - Slide

Drogredenen
Overtreden van argumentaties (= redeneringen)
  1. Onjuist oorzaak-gevolgrelatie
  2. Onjuist beroep op kenmerk/eigenschap
  3. Overdrijven van voor- en nadelen
  4. Vals dilemma
  5. Overhaaste generalisatie
  6. Onjuist beroep op autoriteit
  7. Persoonlijke aanval

Slide 41 - Slide

Drogredenen
Overtreden van argumentaties (= redeneringen)
8. Verkeerde vergelijking 
9. Beroep op traditie
10. Ontduiken bewijslast
11. Cirkelredenering
12. Vertekenen van een standpunt
13. Bespelen van het publiek
14. Verschuiven bewijslast
15. Stok achter de deur

Slide 42 - Slide