Voorbereiding op proefwerk h4

Voorbereiding op het proefwerk H4
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Voorbereiding op het proefwerk H4

Slide 1 - Slide

Een proefwerk schrijf je met een...
A
Krijtje
B
Potlood
C
Maakt niet uit
D
Pen

Slide 2 - Quiz

Wat moet je elke economie les bij je hebben?
A
Boek + pen + rekenmachine + schrift
B
Boek + rekenmachine + schrift
C
Laptop
D
Boek + schrift

Slide 3 - Quiz

Schrijf de berekening op...

Bij welk vraagtype hoort dit?
A
Meerkeuze vraag
B
'Leg uit' vraag
C
'Bereken' vraag
D
'Beredeneer' vraag

Slide 4 - Quiz

Berekenen betekent dat alle berekeningen tussen 'de vraag' en 'het antwoord' op papier staan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Bij 'bereken' vragen staat na de berekening het antwoord in een zin.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Afronden van antwoorden geldt alleen voor het ANTWOORD, niet voor tussenberekeningen, die worden niet afgerond.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Bij 'leg uit' vragen geef je alle informatie die jou bekent is over het onderwerp.
Daarbij schuw je de relevante begrippen niet.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Antwoorden op openvragen staan in goed leesbare zelfstandige zinnen.
Ook zonder de vraag te kennen moet het antwoord begrijpelijk zijn voor de lezer.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Boven aan het antwoordpapier zet je:
A
Jouw voornaam
B
Jouw voornaam en achternaam
C
Jouw leerlingnummer
D
Jouw achternaam

Slide 10 - Quiz

Tussen elke antwoord op het papier laat je in ieder geval .... regels vrij
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 11 - Quiz

Op het proefwerk papier zet je links van de kantlijn alleen... als je vraag 1 bedoeld
A
Opdracht 1
B
Vraag 1
C
1
D
Eén

Slide 12 - Quiz

Voorbeelden van rechtspersonen zijn:
A
Eenmanszaak BV
B
VOF BV
C
ZZP BV
D
NV BV

Slide 13 - Quiz

Bij welk marketingmix onderdeel rekent men:
Penetratieprijspolitiek

A
Prijs
B
Product
C
Plaats
D
Promotie

Slide 14 - Quiz

Vreemd vermogen moet (ooit) terug betaald worden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Informatie verzamelen die nog niet door een ander is verzamelt heet:
A
Laptop research
B
Field research
C
Desk research
D
Disk research

Slide 16 - Quiz

Om in te schatten of je winst zult maken, maken ondernemers een:
(alles hangt samen, kies de beste)
A
Investeringsbegroting
B
Financieringsbegroting
C
Exploitatie begroting
D
Liquiditeitsbegroting

Slide 17 - Quiz

Het is handig als een medewerker maar een leidinggevende heeft, dan is het duidelijk wie de leiding heeft. Er is dan sprake van:
A
Staf organisatie
B
Eenheid van bevel
C
Eenheid van berevel
D
F-indeling

Slide 18 - Quiz

Een organisatie indelen naar markten en doelgroepen duidt men aan met de letter
A
F
B
G
C
P
D
M

Slide 19 - Quiz

Om te berekenen hoeveel btw er in een consumentenprijs is verwerkt gebruik je de volgende formule:
A
consumentenprijs : 100 x 21 =
B
consumentenprijs x 0,79 =
C
prijs : 121 x 21 =
D
consumentenprijs : 121 x 21 =

Slide 20 - Quiz

Alleen voorbeelden van sociale beïnvloeding:
A
Reclame tegen vuurwerk + Tante
B
Papa + Mama + Tante + Broer + Oom
C
Reclame voor voetzoekers bij Fietsenwinkel Pim + Broer
D
Oom + Reclame voor New York Pizza

Slide 21 - Quiz

Lays en Croky verkopen beide 300.000 zakken paprika chips.
Beide hebben zij ....% marktaandeel
A
30
B
40
C
50
D
60

Slide 22 - Quiz

Vervolg: Lays chips zijn duurder dan Croky chips.
Bij welk type marktaandeel heeft Lays een groter aandeel?
A
Marktaandeel in verzet
B
Marktaandeel in omzet
C
Marktaandeel in inzet
D
Marktaandeel in afzet

Slide 23 - Quiz

De Allerhande is een reclame tijdschrift van Albert Heijn. Welke marketingmix onderdelen komen hier vooral aan bod?
A
Prijs + product
B
Prijs + personeel
C
Personeel + plaats
D
Product + plaats

Slide 24 - Quiz

De superunie is een inkooporganisatie van heel veel supermarkten samen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz