Maak nu zelf een gesprek
Maak een kort gesprek met de zinnen. Je mag de zinnen een beetje veranderen.
Werk in tweetallen:
- Leerling A gebruikt 3 zinnen, leerling B gebruikt ook 3 zinnen.
- Oefen jullie gesprek.
Voorbeeld:
A: Ik ben verpleegster. En jij?
B: Ik wil docent worden.
A: Hoe gaat het op school?
B: Ik haal goede cijfers.
A: Dat vind ik belangrijk.
B: Ik ook. Ik heb hard gewerkt.