Bijwoorden & bijvoeglijke naamwoorden

Adjectives and adverbs
Bijvoeglijke naamwoorden & bijwoorden
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2-4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Adjectives and adverbs
Bijvoeglijke naamwoorden & bijwoorden

Slide 1 - Slide

Adjectives and adverbs
      Deze lessonup gaat over bijvoeglijke naamwoorden en
bijwoorden.

Lesdoel: Begrijpen wat bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden zijn en hoe je ze moet toepassen in Engelse zinnen.

Slide 2 - Slide

Adjectives and adverbs
Bijvoeglijke naamwoorden (EN: adjective) zijn woorden die je kunt gebruiken om iets of iemand te beschrijven.
Een bijvoeglijk naamwoord zegt daardoor iets over een zelfstandig naamwoord.

The fast car. --> De snelle auto.
The pretty girl. --> De knappe meid.
The handsome boy. --> De knappe jongen.

Slide 3 - Slide

Adjectives and adverbs
Een bijwoord (adverb) zijn woorden die aangeven hoe iemand (of iets) wat doet. Een bijwoord zegt daardoor iets over een werkwoord.
Of een bijwoord zegt iets over een bijvoeglijk naamwoord.

She sings beautifully. --> Ze zingt fantastisch.
The car stopped quickly. --> De auto stopte snel.
Quietly open the door. --> Open zachtjes de deur.

He is a really strong man. --> Hij is een hele sterke man. 

Slide 4 - Slide

Adjectives and adverbs
Je maakt bijwoorden door ly achter bijvoeglijke naamwoorden te zetten.

bijvoorbeeld: 
beautiful --> beautifully
careful --> carefully
quick --> quickly

Slide 5 - Slide

Adjectives and adverbs
Sommige woorden veranderen zelfs helemaal (niet):

good --> well: She is a good singer. She sings well.
fast --> fast:    A Ferarri is fast. The car drives fast.

Slide 6 - Slide

Adjectives and adverbs
Je krijgt nu een aantal vragen om te kijken of je de bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden kunt toepassen in Engelse zinnen.

Slide 7 - Slide

She is a good singer.
Over welk woord zegt 'good' iets?
A
She
B
is
C
a
D
singer

Slide 8 - Quiz

The car stopped quickly.
Over welk woord zegt 'quickly' iets?
A
the
B
car
C
stopped

Slide 9 - Quiz

Wanneer een woord iets zegt over een zelfstandig naamwoord (persoon/dier/ding) dan moet er 'ly'achter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Wanneer een woord iets zegt over een werkwoord dan moet er 'ly'achter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

She sings ...
A
beautiful
B
beautifully

Slide 12 - Quiz

She can play the drums ...
A
wonderful
B
wonderfully

Slide 13 - Quiz

I always like a ... story.
A
good
B
well

Slide 14 - Quiz

Yesterday was a ... day.
A
strange
B
strangely

Slide 15 - Quiz

He ... reads a book.
A
quick
B
quickly

Slide 16 - Quiz

July is a ... girl
A
beautiful
B
beautifully

Slide 17 - Quiz

He is a ... driver.
A
careful
B
carefully

Slide 18 - Quiz

She is a ............. nice girl.
A
extreme
B
extremely

Slide 19 - Quiz

Max is a (wonderful) singer.

Slide 20 - Open question

Max sings (wonderful).

Slide 21 - Open question

The dog barks (loud).

Slide 22 - Open question

He drives the car (careful).

Slide 23 - Open question

That's an (incredible) sweet cat.

Slide 24 - Open question

Adjectives and adverbs
Hopelijk weet je nu iets meer over de bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden in het Engels en kun je ze al een beetje toepassen in Engelse zinnen. 

Slide 25 - Slide

Samenvatting
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
Dus hoe iets of iemand is(= zonder -ly)

Een bijwoord zegt  iets over een werkwoord. (+ly)
Dus over hoe iets of iemand wat doet.   
Of het zegt wat over een bijvoeglijk naamwoord.



Slide 26 - Slide

Ik begrijp de uitleg.
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll