Hoofdstuk 4, Snelheid

Kracht meet je in Newton
Newton
Het was een wat rare man, maar ook briljant. 
Het schijnt dat hij op het idee van zwaartekracht kwam doordat er een appel op zijn hoofd viel.
Door de wetten van Newton kunnen we nu heel veel technische dingen uitrekenen en maken.
Kracht
1 Newton is hoeveel kracht je nodig hebt om 1 kg in 1 seconden een snelheid te geven van 1 m/s.

Newton onderzocht dit met karretjes en gewichtjes die aan de karretjes trokken.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Kracht meet je in Newton
Newton
Het was een wat rare man, maar ook briljant. 
Het schijnt dat hij op het idee van zwaartekracht kwam doordat er een appel op zijn hoofd viel.
Door de wetten van Newton kunnen we nu heel veel technische dingen uitrekenen en maken.
Kracht
1 Newton is hoeveel kracht je nodig hebt om 1 kg in 1 seconden een snelheid te geven van 1 m/s.

Newton onderzocht dit met karretjes en gewichtjes die aan de karretjes trokken.

Slide 1 - Slide

Hoe meet je kracht

Slide 2 - Slide

4.4 Veiligheid

Slide 3 - Slide

Wat zorgt voor
onveilig
autorijden

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Video

Veilig botsen
Zorg voor een langere remtijd
  • Kreukelzone

Slide 6 - Slide

Wat heb je geleerd deze les.

Slide 7 - Open question

4.5 Versnelling
 
A
De snelheid blijft gelijk. Elk tijdstip is de snelheid hetzelfde
B
De snelheid wordt telkens evenveel groter.
E
Een constante snelheid, rijdt precies de andere kant op vergeleken met A
C en D
De beweging veranderd een paar keer. Kijk per lijnstukje wat de snelheid doet.
Meestal rijd je niet meet een constante snelheid, maar de snelheid veranderd.
Je kan uuit een grafiek lezen hoe de snelheid was..

Slide 8 - Slide

Versnelling
 
Versnelling
Versnelling is hoeveel je snelheid toe neemt in 1 seconde.
b.v. in 1 seconde ga je 2 m/s sneller.
Je versnelling is dan 2 m/s per seconde.
De eenheid van versnelling is m/s2
Grootheden
a = versnelling [m/s2]
v = snelheid [m/s]
t = tijd [s]
Formule
Formules
a = v / t
v = a x t
t = v / a

Slide 9 - Slide

Vallen
 
Op aarde valt alles (zonder luchtweerstand) met een versnelling van 9,8 m/s per seconde.

Op de maan valt alles veel langzamer. Daar valt alles met een  versnelling van 1,6 m/s per seconde.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Maken
 
Lees 4.5.
Maak opgaven 2 t/m 8

Slide 12 - Slide