2.3 Hormonen en 2.4 Zwanger

2.3 Hormonen en 2.4 Zwanger

Oefenvragen

menstruatie

ovulatie

oestrogenen

progesteron

gele lichaam

eierstok

follikel

menstruatie

Bloeddeeltjes ontwikkelen zich uit stamcellen. Waar in het lichaam bevinden zich deze stamcellen?

1. in de lever
2. in het bloed in de bloedvaten
3. in het hart
4. in het rode beenmerg

+

+

-

-

-

+

FSH

LH

Progesteron

SLEEP DE BESCHRIJVINGEN NAAR HET JUISTE BEGRIP

Placenta

Vruchtwater

Baarmoeder-
slijmvlies

Navelstreng

Bevat bloed van het moeder en bloed van het embryo

Beschermt het embryo tegen o.a. schokken en uitdroging

Hierdoor stroomt alleen bloed van het embryo (niet van de moeder)

Dit zorgt in de eerste weken van de zwangerschap voor zuurstof en voedingsstoffen

In deze drie fasen verloopt de bevalling, welk begrip hoort bij het plaatje?

Ontsluiting 

Uitdrijving

Nageboorte

Hoe heet het proces waarbij cellen steeds meer gaan verschillen in vorm en functie?

1. Celspecialisatie
2. Celproliferatie
3. Celstagnatie
4. Celdifferentiatie

Wat is de volgorde van een bevalling?

Indaling

Weeën

Ontsluiting

Uitdrijving

Nageboorte

Menstruatie

Baarmoederslijmvlies verdikt

Ovulatie

Vruchtbare periode

1. FSH stimuleert de ontwikkeling van follikels, die oestradiol vormen

2. Ovulatie treedt op als gevolg en het gele lichaam vormt progesteron

3. Afgifte van FSH en LH door de hypofyse.

4. Oestradiol remt de FSH-productie en stimuleert LH-productie.

5. Afgifte van GnRH aan het bloed.

6. Progesteron remt zowel de FSH-, als de LH-productie.

eisprong

menstruatie

rijpen eicel

Innesteling

Ovulatie

Menstruatie

Stamcellen zijn:

1. Cellen die niet meer kunnen delen
2. Cellen die niet goed meer functioneren
3. Ongedifferentieerde cellen die kunnen blijven delen
4. Ongedifferentieerde cellen die niet meer kunnen delen

teelballen

Hypofyse

FSH

Testosteron

Stamcellen zijn celen die zich oneindig vaak kunnen delen.
Wat is er bijzonder aan embryonale stamcellen in vergelijking met adulte (volwassen) stamcellen?

1. Die komen alleen voor bij embryo’s
2. Die kunnen nog elke type cel worden
3. Die kunnen niet meer delen
4. Die kunnen nooit een even aantal chromosomen hebben

Hypothalamus

Hypofyse-voorkwab

Eierstokken

FSH-RH

Oestrogeen

FSH

Tijdens de menstruatie ..

1. Komt een eicel vrij uit de eierstok
2. Gaat een eicel dood in de eileider
3. Wordt de eicel bevrucht door zaadcellen
4. Stoot de baarmoeder het gemaakte slijmvlies af