Hoofdstuk 5 les 4

1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Programma komende weken
  • Leerdoelen 5.4
  • Instructie 5.4
  • Aan de slag met 5.4
  • Wat hebben we geleerd vandaag?
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Dus economie in de mentorles

Slide 3 - Slide

Hoofdstuk 5
 Is er werk voor jou?

5.1 Wat levert werken op?
5.2 Wat voor ondernemingen?
5.3 Doe jij mee op de arbeidsmarkt?
5.4 Als je zonder werk zit

Slide 4 - Slide

Leerdoelen:
Je kunt uitleggen wat de gevolgen zijn als je werkloos wordt.
Je kunt uitleggen wat het UWV voor je kan doen als je werkloos bent.
Je kunt uitleggen wat conjuncturele werkloosheid is.
Je kunt uitleggen wat structurele werkloosheid is.
Je kunt het verschil uitleggen tussen frictiewerkloosheid, seizoenwerkloosheid en regionale werkloosheid.

Slide 5 - Slide



Denk tijdens het bekijken van de video aan de leerdoelen van deze les.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Slide

Aan de slag met 5.4
Huiswerk voor maandag 30 mei, dus 1 juni.

Slide 9 - Slide

Als je een eenmanszaak hebt dan mag je wel personeel in dienst hebben.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz


A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 11 - Quiz

Aanbod van arbeid
Vraag naar arbeid
Vacatures
Beroepsbevolking
Werkgelegenheid
Werklozen

Slide 12 - Drag question

Zwart werk
Grijs werk
Wit werk

Slide 13 - Drag question

Algemene Wet Gelijke behandeling staat voor onder anderen:
A
geen onderscheid op basis van afkomst
B
Wet voor beschermen van de bevolking
C
Wet beschermen van de werklozen

Slide 14 - Quiz


A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 15 - Quiz

Bij een fulltime baan werk je...
A
Minder dan 36 uur
B
5 dagen in de week
C
7 dagen in de week
D
Tussen de 36 en 40 uur

Slide 16 - Quiz

Noem 3 arbeidsmotieven

Slide 17 - Open question


A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 18 - Quiz

Herhaling ondernemingsvormen
Eenmanszaak
VOF (venootschap onder firma)
NV (naamloze venootschap)
BV (Besloten venootschap)
Één eigenaar
Meerdere eigenaren
aandeelhouder naamloos
aandeelhouder op naam
ook privé
niet privé

Slide 19 - Drag question

Wat is arbeidsverdeling?
A
Elke werknemer doet evenveel werk
B
Elke werknemer doet waar hij/zij goed in is
C
Elke werknemer werkt evenveel uren

Slide 20 - Quiz

Besloten Vennootschap
Naamloze Vennootschap
Eenmanszaak
Vennootschap onder firma
Zelfstandige Zonder Personeel
Onderneming met één of meerdere eigenaren als aandeelhouder. Deze aandelen zijn niet voor iedereen te koop.
Een onderneming met één of meerdere eigenaren. Bij deze ondernemingsvorm is er geen sprake van aandelen.
Onderneming waarvan één persoon de eigenaar is én personeel in dienst kan hebben. De eigenaar is privé-aansprakelijk voor schulden.
Dit bedrijf heeft aandeelhouders. Deze aandeelhouders zijn (meestal) onbekend en veranderen dagelijks
Iemand die voor zichzelf werkt. Heeft geen personeel in dient en heeft meestal een eenmanszaak.

Slide 21 - Drag question

Wat is de beroepsbevolking?
A
Iedereen die werkt of werkloos is
B
Iedereen die werkt
C
Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt
D
Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt of werkloos is

Slide 22 - Quiz

Als je alleen de eigenaar wilt zijn uit welke twee ondernemingsvormen kun je dan kiezen?
A
de bv en de nv
B
de eenmanszaak en de vof
C
de nv en de vof
D
de eenmanszaak en de bv

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide