3H les 3 periode 1/2

Programma
Herhaling bijvoeglijk naamwoorden en bezittelijk vnw
Uitleg ww klinkerwisseling + korte oefening
Opdrachten vorige uur nakijken (oef 9 tm 11 +14)
Oefenen op internet met klinkerwisseling
Huiswerk: gele boekje blz 32 en 33 oef 1 en 2
Klaar? zie differentiatie
1 / 28
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Programma
Herhaling bijvoeglijk naamwoorden en bezittelijk vnw
Uitleg ww klinkerwisseling + korte oefening
Opdrachten vorige uur nakijken (oef 9 tm 11 +14)
Oefenen op internet met klinkerwisseling
Huiswerk: gele boekje blz 32 en 33 oef 1 en 2
Klaar? zie differentiatie

Slide 1 - Slide

Herhaling bezittelijk vnw
un ejercicio

Slide 2 - Slide

bezittelijk vnw
Vul het juiste bezittelijk vnw in:
mi, tu , su, nuestro, vuestro, su

1. Este no es ................. (jouw) perro.
2. ................. (onze) padres son muy amables.
3. ¿Dónde está ................ (uw) amigos?
4. Los alumnos hacen ..................... (hun) deberes.
5. ¿Ella es ................ (jullie) madre?

Slide 3 - Slide

respuestas
1. tu
2. nuestros
3. sus
4. sus
5. vuestras

Slide 4 - Slide

bijvoeglijk naamwoorden
1. Los coches ..................(azul)
2. La bicicleta .................... (blanco)
3. Mis amigas ..................... (amable)
4. los ejercicios .................... (difícil)
5. El edificio ......................... (rosa)

Slide 5 - Slide

respuestas
1. azules
2. blanca
3. amables
4. difíciles
5. rosa

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Werkwoorden met klinkerwisseling
Hoe vervoeg je deze werkwoorden?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Oefening -10 min
servir (i)—opdienen Nosotros ......... verduras.
pedir (i)—vragen om Vosotros ............ monedas al rico.
repetir (i)-- herhalen Tú ............ la palabra.
atender (ie) bijwonen: Ellos ............... las quejas del padre
calentar (ie) opwarmen: Emilio ............... la comida
defender (ie) verdedigen: Vosotros .............. su posición

Slide 12 - Slide

Opdrachten nakijken
10 min - individueel
Oef 1, 2, 4 en 5, 9 tm 11
WB PA deel 1B Unidad 5

Slide 13 - Slide

respuestas ejercicios 1 y 2
Ejercicio 1a
1 -
2 Voorbeelduitwerking:
Naar het museum gaan.
Shoppen bij de Mango, Zara, Desigual of andere winkels.
Op zondag een bezoekje brengen aan de rommelmarkt El Rastro.

Ejercicio 1b
1 Centro de Arte Reina Sofía - Museum
2 Plaza Mayor - Plein
3 Parque del Buen Retiro - Park

Ejercicio 2a
-

Ejercicio 2b
Stokbrood: € 1,98
Chocoladerepen: € 3,60
Pakje thee: € 2,25
5 kilo aardappelen: € 5,50
1 kilo tomaten : € 2,30
Drie pakjes koffie: € 4,75

Slide 14 - Slide

respuestas ejercicios 4 y 5
Ejercicio 4a
1 regalo
2 videojuegos
3 ropa
4 estilo
5 andando
6 dinero
Ejercicio 4b
1 cadeau
2 computerspel
3 kleding
4 stijl
5 lopend
6 geld

Ejercicio 4c
1 ¿Vas a la fiesta de Manuel?
2 ¿Compramos juntas un regalo?
3 Yo también quiero comprar ropa.
4 ¿Vamos de tiendas, entonces?

Ejercicio 5a
1 Twee meisjes die aan het winkelen zijn.
2 In de Desigual.
3 Manuel

Ejercicio 5b
1 a
2 c
3 b

Slide 15 - Slide

Antwoorden Oefening 9a
1. deportivo
2. cara
3. blanca
4. perfectos
5. rojo
6. baratos
7. original

Slide 16 - Slide

Antwoorden oefening 9b
1. bonita
2. pequeña
3. grandes
4. enorme
5. blancas
6. negro

Slide 17 - Slide


Antwoorden oefening 9c
1. favorita
2. grande
3. divertidos
4. baratos
5. nuevos
6. naranja
7. cara

Slide 18 - Slide

Antwoorden oef 9d
Voorbeeld:
1. Hoy llevo un jersey rojo
2. Hoy llevo unos vaqueros azules
3. Hoy llevo unos calcetines blancos
4. Hoy llevo unas zapatillas azules
5. Hoy llevo una camiseta naranja

Slide 19 - Slide

Antwoorden oef 10
a. b. c.
1. tu 1. mis 1. mis 7. vuestras
2. nuestras 2. tu 2. tu 8. su
3. tu 3. su 3. su 9. su
4. tus 4. nuestros 4. sus 10. su
5. nuestros 5. vuestro 5. tus
6. vuestras 6. sus 6. nuestros

Slide 20 - Slide

Antwoorden oef 11
1. haar
2. zijn
3. hun
4. zijn
5. hun
6. hun
7. haar
8. uw

Slide 21 - Slide

Antwoorden oefening 14
Voorbeeld:
¡Hola!
Me llamo Sophie. Tengo trece años. Soy de Holanda.
Me gusta ir de tiendas. Mi tienda favorita es H&M. Es una tienda barata. Quiero comprar zapatillas azules de 10 euros, unos vaqueros azules de 15 euros y una falda rosa de 5 euros. La marza es de H&M.
¡Adiós!

Slide 22 - Slide

Oefenen op internet met ww met klinkerwisseling
20 min.
Ga naar de website op de volgende slide.
Maak van elke vorm (ie, i, ue) minimaal 1 opdracht.
Maak daarnaast minimaal 1 gemengde opdracht.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

Huiswerk

Maken: gele boekje blz 32+33 oef 1+2 + PA oef 14 un 5
Leren: woordjes 5.3
Volgende les:
huiswerk nakijken GB oef 1 +2 klinkerwisseling, uitleg onregelmatige ik-vorm+ korte oefening, oefenen, huiswerk

Slide 25 - Slide

Extra opdrachten op volgende slides

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link

Oefenen met verbuga
Zie blz 66 van het GB

Slide 28 - Slide