Nederlands lezen en luisteren 2F Informatie en meningen

Vandaag
terugblik vorige week
theorie informatie en meningen
zelfstandig werken
afsluiting
1 / 41
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Vandaag
terugblik vorige week
theorie informatie en meningen
zelfstandig werken
afsluiting

Slide 1 - Slide

Hoe voel je je vandaag?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Video

Ik vind sneeuw leuk
A
feit
B
mening

Slide 4 - Quiz

Het is nu winter
A
feit
B
mening

Slide 5 - Quiz

Wintertijd is de leukste tijd
A
feit
B
mening

Slide 6 - Quiz

school is soms echt niet leuk
A
feit
B
mening

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Wat zie je hier letterlijk? 

Slide 10 - Slide

Waar doet dit spreekwoord je aan denken? 

Slide 11 - Slide

De kat uit de boom kijken
Een afwachtende houding aannemen/ afwachten voordat je actie onderneemt. 

Slide 12 - Slide

Letterlijk  /  figuurlijk
  • Letterlijk taalgebruik -> Wat er staat, is wat je bedoelt.
-Toen Jan gegeten had, legde hij zijn handen op zijn buik.

  • Figuurlijk taalgebruik -> Er staat iets anders dan wat je bedoelt.
-Mijn ouders zijn twee handen op één buik.

Uit de rest van de tekst kun je opmaken of een zin letterlijk of figuurlijk bedoeld is.

Slide 13 - Slide

Spreekwoorden & gezegdes
  • Spreekwoorden
    Korte, krachtige uitspraken. Het is een hele zin.
    Bijvoorbeeld: na regen komt zonneschijn.
  • Gezegdes
    Een vaste groep woorden die samen één betekenis hebben. Ze staan in een zin. Bijvoorbeeld: met hart en ziel.

 

Slide 14 - Slide

Welke gezegden, spreekwoorden en uitdrukkingen herken jij?

Slide 15 - Slide

Belofte maakt......

Slide 16 - Open question

Jong geleerd, .........

Slide 17 - Open question

Na regen komt.....

Slide 18 - Open question

Liefde maakt....

Slide 19 - Open question

Uit de doppen....

Slide 20 - Open question

Een speld in de hooiberg.....

Slide 21 - Open question

Met vuur....

Slide 22 - Open question

Iemand iets op de mouw....

Slide 23 - Open question

Wat betekent 'beter één vogel in de hand, dan tien in de lucht?
A
Liever heel veel dan heel weinig
B
Liever een beetje, dan helemaal niets
C
Liever een klein probleem dan 10 grote

Slide 24 - Quiz

Wat betekent 'iemand onder de duim hebben?'
A
Iemand in bedwang houden
B
De macht hebben over iemand
C
Iets verzinnen en diegene gelooft jou
D
Iemand onder grote druk zetten

Slide 25 - Quiz

Wat betekent 'met het verkeerde been uit bed stappen?'
A
Een pechdag hebben
B
Een verkeerde inschatting maken
C
Een slecht humeur hebben

Slide 26 - Quiz

De betekenissen opzoeken
Belofte maakt schuld
Jong geleerd, oud gedaan
De appel valt niet ver van de boom
Na regen komt zonneschijn 
Liefde maakt blind
Uit de doppen kijken
Een speld in de hooiberg zoeken
Tijd is geld 
Met vuur spelen
Iemand iets op de mouw spelden

 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Zelfstandig werken
Werk in Taalblokken aan Bouwstenen hoofdstuk 7
of
oefen voor je CE op 
https://oefenen.facet.onl/facet/pages/oefen/mbo/?menu=3_0

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Hoe vond het gaan deze les en heb je ideeën voor een volgende les?

Slide 40 - Open question

Slide 41 - Slide