H2 - P4 - Les 1

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
takkenl@farel.nl
Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
takkenl@farel.nl
Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

- Welkom!
- Hoe ziet de komende periode eruit?
- Grammatica zinsdelen - voorkennis ophalen
- H6 - Theorie
- H6 - Aan het werk
- Boek uitzoeken 

Doel:
- Je weet wat er de komende periode van je verwacht wordt;
- Je verdeelt zinnen in zinsdelen;
- Je benoemt de persoonsvorm, het onderwerp en het werkwoordelijk gezegde in zinnen. 
Wat gaan we doen vandaag:

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Stillezen
timer
8:00
Zorg dat je de spullen voor je betoog op tafel hebt liggen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Boekopdracht
Toets in toetsweek: H6, klein stukje H35, H32, 33 en 34
Diatoets

 
Planning komende periode:

Slide 4 - Slide

This item has no instructions


- Leerlingen verdelen een zin in zinsdelen. 
- Leerlingen benoemen de persoonsvorm, het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling in een zin.  
- Leerlingen maken zelf zinnen waarin ze de zinsdelen uit doel 2 benoemen. 
- Leerlingen leggen uit wat het verschil is tussen hun en hen, terwijl ze LV en MV in hun uitleg gebruiken. 
- Leerlingen benoemen of een zin en enkel- of meervoudige zin is. 

- Leerlingen benoemen het onderwerp van een tekst. 
- Leerlingen geven per alinea (of gekoppelde alinea’s) aan wat het deelonderwerp is. 
- Leerlingen benoemen de hoofdgedachte van een tekst. 
- Leerlingen scheiden de hoofd- van de bijzaken in een zakelijke tekst. 
- Leerlingen schrijven van de hand van de hoofdzaken een samenvatting van de tekst. 
 
Leerdoelen komende periode:

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is grammatica ook al weer?
Voorkennis grammatica

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat hoort er bij Grammatica zinsdelen?

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Welke termen horen er bij welke beschrijvingen?
Je kijkt naar groepjes woorden met 
een bepaalde functie in de zin
Je kijkt naar elk individueel woord 
en benoemt het soort woord
Dit werkwoord geeft aan in welke tijd de zin 
staat en of het enkelvoud of meervoud is.
Dit gedeelte van de zin vertelt wie of 
wat de handelaar in de zin is.
Alle werkwoorden van de zin samen
Redekundig ontleden
Taalkundig ontleden
Persoonsvorm
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Redekundig ontleden -  Je kijkt naar groepjes woorden met een bepaalde functie in de zin

(Taalkundig ontleden - Je kijkt naar elk individueel woord en benoemt het soort woord)


Persoonsvorm -  Dit werkwoord geeft aan in welke tijd de zin staat en of het enkelvoud of meervoud is.

Onderwerp - Dit gedeelte van de zin vertelt wie of wat de handelaar in de zin is.

Werkwoordelijk gezegde - Alle werkwoorden van de zin samen (onderwerp handelaar)
Termen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Persoonsvorm -  Dit werkwoord geeft aan in welke tijd de zin staat en of het enkelvoud of meervoud is. Zet de zin in een andere tijd/ hoeveelheid = de pv veranderd. 

Zin in delen verdelen -  De pv staat op de tweede plek, alles daarvoor is 1 zinsdeel. Puzzel zo dat elk zinsdeel in zijn geheel voor de pv kan staan

Onderwerp - Uitvoerder pv - maak een vraag: Wie of wat + pv?

Werkwoordelijk gezegde - Alle werkwoorden van de zin samen (onderwerp handelaar)
Hoe vind je het ook al weer?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Max wilde de GP van Australië erg graag winnen.

pv = Max wil de GP van Australië erg graag winnen. / Max en Lewis wilden de GP van Australië erg graag winnen - wilde
Voorbeeld:

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Max wilde de GP van Australië erg graag winnen.

Zinsdelen:
Max wilde de GP van Australië erg graag winnen.

De GP van Australië wilde max erg graag winnen.

Erg graag wilde Max de  GP van Australië winnen.

Winnen wilde Max de GP van Australië erg graag.


Voorbeeld:

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Max | wilde | de GP van Australië | erg graag | winnen.

OW = Wie wilde? = Max wil iets - max is onderwerp
Voorbeeld:

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Max | wilde | de GP van Australië | erg graag | winnen.

Gezegde=  alle werkwoorden = PV + overige ww = wilde winnen.
Voorbeeld:

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat is de pv?

Ricciardo stond aan de zijlijn te kijken
A
Ricciardo
B
stond
C
kijken
D
zijlijn

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de juiste verdeling zinsdelen?

Ricciardo stond aan de zijlijn te kijken
A
Ricciardo stond | aan |de zijlijn |te kijken
B
Ricciardo | stond | aan |de zijlijn te | kijken
C
Ricciardo | stond | aan de zijlijn | te kijken
D
Ricciardo | stond | aan de zijlijn | te | kijken

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het onderwerp?

Ricciardo | stond | aan de zijlijn | te kijken
A
Ricciardo
B
zijlijn
C
aan de zijlijn
D
kijken

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Ricciardo | stond | aan de zijlijn | te kijken
A
Ricciardo
B
kijken
C
aan de zijlijn
D
stond te kijken

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat:
Maken: H6 Kern: opdracht 2, 1, 3 (let op die volgorde)
Nakijken: Kijk je opdrachten direct na.

Hoe:
Je werkt voor jezelf.

Wanneer:
Deze les, anders huiswerk woensdag. 
Aan de slag

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 20 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 21 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 22 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.