paragraaf 5 plussen en minnen

Inkomstenbelasting
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Inkomstenbelasting

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Berekenen belastbaar inkomen in box 1
  • Tel inkomsten en eigen woningforfait bij elkaar op. 
  • (EWF: een bedrag dat huiseigenaren die in een eigen huis wonen , bij hun inkomsten in box 1 moeten optellen.

  • haal daarvan af 
  • hypotheekrente
  • giften aan goede doelen

Slide 3 - Slide

 Hoe zwaar word je belast 
Inkomen uit werk      +
Inkomen uit wonen  +
Aftrekposten               -
Belastbaar inkomen

Slide 4 - Slide

Belastbaar inkomen
Bruto inkomen
€120.000
Bijtellingen
€840
Aftrekposten
€22.000
€120.000+€840-€22.000=€98.840

Slide 5 - Slide

Wendy heeft een brutojaarinkomen van € 36.000,-
Daarnaast heeft ze een huis met een hypotheek van € 250.000,- met een rente van 4,5%. Het eigen woningforfait is 0,55%, de woz is € 250.000,-.
Bereken haar belastbaarinkomen.

Slide 6 - Slide

Voorbeeld berekening belastbaar inkomen
Wendy heeft een brutojaarinkomen van € 36.000,-
Daarnaast heeft ze een huis met een hypotheek van € 250.000,- met een rente van 4,5%.  Het eigen woningforfait is 0,55%, de woningwaarde is € 250.000,-.
Bereken haar belastbaarinkomen.

Bruto jaarinkomen                                             € 36.000,-
Aftrekpost      € 250.000,- x 0,045   =          € 11.250,-          -
Bijtelling         € 250.000 x 0,55 : 100 =        €   1.375,-          +
Belastbaar inkomen                                          € 26.125,-        
bijtelling is het eigenwoningforfait. Hierdoor is het belastbaar inkomen hoger en zal je meer belasting moeten betalen. De aftrekposten zorgen er juist voor dat je belastbaar inkomen dus lager zal worden.

Slide 7 - Slide

Loonheffing
Een directe belasting op basis van progressieve belastingheffing. 


Progressieve belastingheffing = hoe meer je verdiend, hoe meer belasting je moet betalen

Slide 8 - Slide

Draagkrachtbeginsel
Hoe meer inkomen je verdient, hoe meer % belasting je moet betalen. Zo zorgt de overheid voor een meer gelijkere verdeling onder de Nederlanders.

Slide 9 - Slide

Profijtbeginsel/draagkrachtbeginsel
Draagkracht: De sterkste schouders
dragen de zwaarste lasten 
(vb inkomstenbelasting)

Profijtbeginsel: De gebruiker betaalt. 
(vb: Hondenbelasting, parkeerheffing)

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

samen 
2-3-4

Slide 12 - Slide

Sommen
+ vier extra sommen zie word document

Slide 13 - Slide