Les voorbereiding Lezen/Luisteren

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 4

Nederlands

 

Planning

• Welkom 
  
• Planning
• Lesdoelen
• Stukje uitleg
• Oefenen examen Lezen/luisteren
• Dilemma 

Planning komende weken

• Examen Lezen en luisteren > heb je je ingeschreven? OnTrac!
• Week 6-9 mei: examen Schrijven! 
• Week 12-16 mei: uitleg mondelinge examens
• Week 19-23 mei: examen Lezen/luisteren + voorbereiden mondelingen
• Week 26-30 mei t/m einde periode 4: mondelinge examens
• Teams > Nederlands > Bestanden > Examens 
    hier kun je informatie en oefenmateriaal vinden

Berekening diplomacijfer Nederlands

lezen en luisteren (CE) 

50%

spreken

gesprekken schrijven

50%

+

: 2

Leesvaardigheid - wat gaat er vaak fout?

• Vragen waarin je een moeilijk woord moet verklaren
    of er een synoniem voor moet zoeken.
• Vragen waarin gevraagd wordt naar verbanden in
    de tekst.
• Vragen waar antwoorden bij staan die erg op elkaar 
    lijken.

Wat doe je eerst als je de tekst voor je hebt?

1. Kijk naar de titel

2. Kijk naar de bron

3. Lees de inleiding

4. Lees het slot

5. Bedenk wat het doel is van de tekst

6. Dan kun je twee dingen doen:
 - Vragen lezen
 - Van de overige alinea's de eerste zin lezen
Allebei kan natuurlijk ook.

Doel van de schrijver

• Welk doel een schrijver wil bereiken, zegt veel over de inhoud.
• Het is een belangrijk hulpmiddel bij het beantwoorden van de vragen.
• Het is belangrijk voor het bepalen van de hoofdgedachte > en daar komt bijna altijd een vraag over.

Wat is de juiste omschrijving van de 'hoofgedachte' van een tekst?

1. De hoofdgedachte is altijd een vraag
2. Het is de inleiding van de tekst
3. Het is de kortst mogelijke samenvatting van een tekst
4. De hoofdgedachte is hetzelfde als het onderwerp.

Wat is het tekstdoel dat hoort bij: nieuwsbericht, brochure, voorlichting, achtergrondartikel?

Noem signaalwoorden met tekstverband: reden of argument

omdat, want, namelijk, daarom, aangezien, op grond van, immers, om die reden

Noem signaalwoorden met tekstverband: conclusie

dus, kortom, al met al, met andere woorden.

daaruit volgt.

hieruit blijkt dat.

samenvattend, concluderend, alles overziend.

Wat zijn 'instructieve' teksten?

1. recept, handleiding, gebruiksaanwijzing
2. teksten met inleiding, kern en slot
3. brochure, folder, gids

Wat is een infographic?

1. Stappenplan
2. Afbeelding met tabellen en grafieken
3. Een grafische tekst

Wat is het verschil tussen een feit, mening of argument?

Zoek op wat een drogreden is.
Noem 1 voorbeeld

https:

Eind quiz

Oefenen

• Tekst uit oefenexamen: 'Slimme verpakkingen' (2024-2025 MBO Nederlands 3F)