10. de Kelten

10. de Kelten
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GESSecundair onderwijs

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

10. de Kelten

Slide 1 - Slide

Welk voorbeeld is niet van toepassing als bewijs van het contact tussen de Kelten en de Romeinen?
A
import van wijn
B
export van vlees
C
import van kunstvoorwerpen
D
export van graan

Slide 2 - Quiz

Kruis de juiste eigenschap over de Kelten aan.
A
een open landbouwsamenleving met veel archeologische overblijfselen
B
een open landbouwsamenleving met veel schriftelijke overblijfselen
C
een gesloten landbouwsamenleving met veel archeologische overblijfselen
D
een gesloten landbouwsamenleving met veel schriftelijke overblijfselen

Slide 3 - Quiz

Wie behoorde er niet tot de Keltische elite?
A
koning
B
druïde
C
ambachtslui
D
krijgers

Slide 4 - Quiz

Is de bewering juist of fout?

Keltische vrouwen hadden veel rechten en aanzien.
A
juist
B
fout

Slide 5 - Quiz

Noteer een synoniem voor de erfopvolging die gebeurt langs de vrouwelijke kant.

Slide 6 - Open question

Van welk volk is de meeste info over de politieke organisatie van de Kelten het meest afkomstig?

Slide 7 - Open question

Welke eigenschap is niet typisch voor de Keltische cultuur?
A
mondeling bewaard
B
abstracte vormen
C
natuurgodsdienst
D
offers in tempels

Slide 8 - Quiz

Wat was GEEN blijvende factor in de evolutie van de cultuur van de Kelten?
A
geen schrift
B
voorstellingen van mensen
C
voorkeur voor gestileerde vormen
D
goden verbonden met natuurelementen

Slide 9 - Quiz

Noteer het begrip voor de definitie: De cultuur die ontstaat wanneer samenlevingen met elkaar in contact komen en deels elkaars cultuur overnemen.

Slide 10 - Open question

Duid de juiste eigenschap aan voor de bronnen over de Kelten.
A
Er zijn veel betrouwbare bronnen dankzij de Romeinen.
B
Er zijn geen bronnen over de Kelten.
C
Van sommige bronnen kunnen we de betrouwbaarheid niet inschatten.
D
Er zijn veel betrouwbare geschreven bronnen vanuit Keltisch perspectief.

Slide 11 - Quiz

Caesar over de Kelten
Naar alle waarschijnlijkheid had Caesar het dus bij het verkeerde eind in zijn beschrijving van de hogere standen in Gallië: de druïden maakten zelf deel uit van de ridderstand. Wel hadden ze een jarenlange opleiding gevolgd, waarna ze werden vrijgesteld van bepaalde verplichtingen, zoals belasting betalen en krijgsdienst verrichten. Dat laatste was de taak van de overige ridders en hun gevolg, met name horigen en onvrijen, die door geboorte of soms ook door schulden aan hun heer gebonden waren. Aan de top van deze bovenlaag stond meestal een groep vertegenwoordigers van de dominante families. Sommige stammen in Gallië werden door koningen geregeerd, maar die regeringsvorm was in de tijd van Caesar vermoedelijk al op zijn retour.

Slide 12 - Slide

Is deze bewering onwaarschijnlijk (O), mogelijk (M), waarschijnlijk (W) of zeker (Z) volgens de bron?

De druïden behoorden tot de ridderstand.
A
O
B
M
C
W
D
Z

Slide 13 - Quiz

Is deze bewering onwaarschijnlijk (O), mogelijk (M), waarschijnlijk (W) of zeker (Z) volgens de bron?

De druïden moesten geen belasting betalen.
A
O
B
M
C
W
D
Z

Slide 14 - Quiz

Is deze bewering onwaarschijnlijk (O), mogelijk (M), waarschijnlijk (W) of zeker (Z) volgens de bron?

Ten tijden van Caesar werden sommige stammen niet meer door koningen geregeerd.
A
O
B
M
C
W
D
Z

Slide 15 - Quiz

Is de uitspraak juist of fout?
Mensen laten zich graag inspireren door het verleden.
A
juist
B
fout

Slide 16 - Quiz

Is de uitspraak juist of fout?
Voor iedereen is de herinnering aan een bepaalde persoon of gebeurtenis even belangrijk.
A
juist
B
fout

Slide 17 - Quiz

Is de uitspraak juist of fout?

Doorheen de tijd kan het belang van een persoon evolueren.
A
juist
B
fout

Slide 18 - Quiz