6.3 1hv3

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

6.3 1hv3

Waarom wilde de Franse koning Aquitanië aan zijn gebied toevoegen?

1. Omdat het in Spanje lag
2. Omdat het een rijk gebied was
3. Omdat het bij Frankrijk hoorde maar onder Engelse controle stond
4. Omdat hij koning van Engeland wilde worden

Waarom vond Edward dat hij recht had op de Franse troon?

1. Omdat hij vrienden had in Frankrijk
2. Omdat hij meer geld had dan Filips
3. Omdat hij een kleinzoon was van een vorige Franse koning
4. Omdat hij de oorlog begon

Hoe begon de oorlog voor de Engelsen?

1. Ze verloren veel veldslagen
2. Ze boekten veel successen en veroverden veel gebieden
3. Ze trokken zich meteen terug
4. Ze kregen hulp van Jeanne d’Arc

Wat gebeurde er na de Franse overwinning bij Orléans?

1. De Engelsen werden steeds verder uit Frankrijk verdreven
2. Jeanne d’Arc werd koningin
3. De Engelsen veroverden Parijs
4. De oorlog was meteen voorbij

Wat veranderde Karel aan de koninklijke adviesraad?

1. Hij liet alleen geestelijken toe
2. Hij nam soldaten op in de raad
3. Hij vulde de raad aan met opgeleide ambtenaren
4. Hij schafte de raad af

Wat is een staand leger?

1. Een leger dat alleen in oorlogstijd bestond
2. Een groep ridders op paarden
3. Een groep burgers die belasting ophaalden
4. Een leger dat altijd klaarstond voor de koning

Waarom hief Karel nieuwe belastingen?

1. Om oorlog te voeren tegen Engeland
2. Om geld te hebben voor kastelen
3. Om zijn soldaten en ambtenaren te betalen
4. Omdat de paus dat vroeg

Wat is het verschil tussen Frankrijk en Engeland bij het invoeren van belastingen?

1. In Engeland was de koning machtiger dan in Frankrijk
2. In Frankrijk had de koning geen toestemming nodig van de Staten-Generaal
3. In Engeland was geen belasting
4. In Frankrijk mochten burgers stemmen over belasting

Wie volgde koning Karel op in 1461?

1. Filips
2. Jeanne d’Arc
3. Lodewijk
4. Eduard

Wat wilde Lodewijk bereiken met centralisatie?

1. Dat steden meer macht kregen
2. Dat de koning meer macht kreeg in heel Frankrijk
3. Dat de paus Frankrijk zou besturen
4. Dat elk gebied een eigen koning kreeg

Wat deed Lodewijk om de handel te verbeteren?

1. Hij gaf goud aan handelaren
2. Hij liet kastelen bouwen in elke stad
3. Hij stelde regels op voor veiligheid, gezondheid en ambachten
4. Hij verbood handel buiten Frankrijk

Hoe steunde Lodewijk burgers die in opstand kwamen tegen hun heer?

1. Met wapens
2. Met soldaten
3. Met land
4. Met geld