B2h 4 jan Vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen (WS H3)

Woordenschat H3
vast voorzetsels
voorzetseluitdrukkingen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woordenschat H3
vast voorzetsels
voorzetseluitdrukkingen

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Je kunt vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukking herkennen, begrijpen en gebruiken. 

Slide 2 - Slide

Werkwoorden en voorzetsels
Veel werkwoorden hebben een vast voorzetsel

Slide 3 - Slide

Vul aan met een vast voorzetsel
Sonja besteedt al haar zakgeld ... nieuwe kleren.

Slide 4 - Open question

De Tweede Kamer had veel kritiek ... de vaccinatieprocedure.

Slide 5 - Open question

Werkwoorden en voorzetsels
Besteden AAN
Kritiek hebben OP
Bewust zijn VAN

Houden van
Lijken op
Denken aan

Slide 6 - Slide

Vaste combinaties
Zelfstandig naamwoord + werkwoord + voorzetsel

verstand hebben ...
ruzie hebben ...

Slide 7 - Slide

Vul aan met een vast voorzetsel:
een hekel hebben ...

Slide 8 - Open question

Vul aan met een vast voorzetsel
commentaar hebben ...

Slide 9 - Open question

Maak nu opdracht 1 (blz. 84)
timer
2:00

Slide 10 - Slide

voorzetseluitdrukkingen

Dit zijn woordcombinaties met een voorzetsel, een zelfstandig naamwoord en weer een voorzetsel.

vb:

- Ten tijde van (t.t.v.)

- Met betrekking tot (m.b.t.)

Slide 11 - Slide

Vul aan met een vast voorzetsel:
door middel ...

Slide 12 - Open question

Vul aan met een vast voorzetsel:
in verband ...

Slide 13 - Open question

voorzetseluitdrukkingen

Meestal kun je ze vervangen door één voorzetsel


  • Ten tijde van 

Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was er een gebrek aan eten. 


  • Met betrekking tot 

Er is veel onduidelijk met betrekking tot het coronavirus. 


over
tijdens

Slide 14 - Slide

Maak nu opdracht 2 (blz. 84)
timer
4:00
Lastig? Gebruik ook je woordenlijst.

Klaar? Begin aan 
opdracht 3.

Slide 15 - Slide

Lesdoel
Je kunt vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukking herkennen, begrijpen en gebruiken. 

Slide 16 - Slide

Deze dagen schenk ik extra aandacht ... mijn ouders.
A
van
B
op
C
aan
D
voor

Slide 17 - Quiz

Erik verbaast zich ... alle positieve reacties.
A
met
B
over
C
door
D
in

Slide 18 - Quiz

Vrijwel iedereen is gek ... bruine boterhammen met pindakaas.
A
met
B
over
C
van
D
op

Slide 19 - Quiz

Aan de slag
Maken: opdracht 3, 5, 6, 7, 9

Slide 20 - Slide