This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Thema 1 Leefstijl
Hoofdstuk 2 Genotmiddelen
Slide 1 - Slide
Waar denk je aan bij het woord "genotmiddelen"?
Slide 2 - Mind map
(anoniem) Heb je wel eens genotmiddelen gebruikt? Welke dan en wanneer?
Slide 3 - Open question
Programma
Uitleg genotmiddelen algemeen, drugs
Uitleg alcohol en tabak
Opdrachten maken
Volgende les: uitleg verslaving
Slide 4 - Slide
Genotmiddelen
Genotmiddelen: middelen die je gebruikt vanwege hun aangename of stimuleren werking.
Door het gebruik van genotmiddelen voel je je bijvoorbeeld ontspannener, vrolijker of energieker.
Slide 5 - Slide
Genotmiddelen
Zie plaatje: alcohol, drugs, roken, maar ook cafeïne
Slide 6 - Slide
(anoniem) Gebruik je wel eens cafeïne? Bijvoorbeeld koffie of energy drink.
Nee, nog nooit gedaan.
Wel eens gedaan, maar nu niet meer.
Ja, wekelijks.
Ja, dagelijks.
Slide 7 - Poll
(anoniem) Heb je wel eens drugs gebruikt?
Nee, nog nooit gedaan.
Ja, 1 keer.
Ja, wel vaker.
Slide 8 - Poll
Drugs
In de Opiumwet staat welke genotmiddelen in Nederland als drugs worden beschouwd.
Drugs is een verzamelnaam voor stimulerende, verdovende en hallucinerende middelen.
Het produceren, verhandelen, verkopen of bezitten van drugs is verboden.
Slide 9 - Slide
Wat is het verschil tussen harddrugs en softdrugs?
Slide 10 - Open question
Harddrugs
Gevaarlijk en zeer verslavend
Gebruik, bezit, productie en verkoop zijn strafbaar
Bijvoorbeeld cocaïne, xtc, ghb
Softdrugs
Minder gevaarlijk, maar wel verslavend
Gedoogd: verboden, maar het gebruik wordt niet bestraft
Slide 11 - Slide
(anoniem) Als je eerder hebt ingevuld dat je wel eens drugs hebt gebruikt, wat voor drugs was dat dan?
Ik heb nog nooit drugs gebruikt.
Alleen softdrugs.
Alleen harddrugs.
Zowel softdrugs als harddrugs.
Slide 12 - Poll
Gedoogbeleid
In de Opiumwet wordt onderscheid gemaakt in harddrugs en softdrugs.
Gedoogbeleid: het beleid van de overheid om een bepaalde overtreding niet te bestraffen.
Dit geldt dus voor softdrugs.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Alcohol en tabak
Gebruik toegestaan voor 18 jaar en ouder.
Slide 15 - Slide
(anoniem) Heb je wel eens alcohol gedronken?
Nee, nog nooit.
Ja, ik heb wel eens een slokje geproefd.
Ja, voor mijn 18e heb ik al één of meer glazen gedronken.
Ja, maar pas na mijn 18e heb ik één of meer glazen gedronken.
Slide 16 - Poll
(anoniem) Wanneer drink je? En als je drinkt, hoeveel drink je dan (ongeveer)?
Slide 17 - Open question
Alcohol
Legaal, maar heeft wel risico's:
Als je alcohol op hebt, denk je minder na over de dingen die je doet
Schadelijk voor de hersenen
Verslavend
Slide 18 - Slide
Alcohol
In je boek staat dit: "Als je grote hoeveelheden alcohol op één avond drinkt, kun je bewusteloos of in coma raken. Lange tijd veel alcohol drinken kan bovendien ernstige schade veroorzaken aan je lever, hersenen, hart en maag. Voor jongeren is alcohol drinken extra schadelijk, omdat het de ontwikkeling van hun hersenen verstoort.
Maar let op, elkglas is schadelijk!
Slide 19 - Slide
(anoniem) Heb je wel eens gerookt?
Nee, nog nooit.
Ja, ik heb wel eens een trekje gehad.
Ja, ik rook met feestjes.
Ja, ik rook elke dag.
Slide 20 - Poll
Tabak
Legaal, maar heeft wel risico's:
Nicotine is zeer verslavend
Roken is niet alleen schadelijk voor jezelf, maar ook voor je omgeving.
Slide 21 - Slide
Ontmoediging
De Nederlandse overheid probeert het gebruik van alcohol, tabak en drugs te ontmoedigen, met behulp van:
wetten (bijvoorbeeld rookverbod op bepaalde plekken)
accijns (op de verkoop van tabak en alcohol)
campagnes (bijvoorbeeld "NIX")
Slide 22 - Slide
Werken de maatregelen voor jou? Welke dan en waarom? Of waarom niet?
Slide 23 - Open question
Begrippen (volgende les: verslaving)
Gedoogbeleid: het beleid van de overheid om een bepaalde overtreding niet te bestraffen.
Genotmiddelen: middelen die je gebruikt vanwege hun aangename of stimulerende werking.
Harddrugs: middelen waarvan de overheid heeft bepaald dat ze te gevaarlijk zijn om te gebruiken.
Opiumwet: de wet waarin de genotmiddelen staan die als drugs worden beschouwd.
Softdrugs: middelen waarvan de overheid heeft bepaald dat ze minder gevaarlijk zijn dan harddrugs.