2.2 Periodiek Systeem

1 / 15
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

2.2 Periodiek Systeem

Slide 2 - Slide

atoom of molecuul
Een molecuul bestaat uit atomen.
Doordat er 118 atoomsoorten zijn, 
kun je oneindig veel moleculen maken.

Elke atoomsoort heeft een eigen naam en een 
symbool.
Een symbool bestaat uit één of twee letters. 
De eerste letter is altijd een hoofdletter 
en de tweede, als die er is, een kleine letter. 

Slide 3 - Slide

ontleedbare stof?
Zoals je ziet, kunnen moleculen uit meerdere atoomsoorten bestaan (figuur a en b). 
Je noemt de bijbehorende stof dan een verbinding, ook wel ontleedbare stof genoemd. 
Als een molecuul maar uit één soort atomen bestaat, zoals in figuur c, dan is de bijbehorende stof een niet-ontleedbare stof.

Slide 4 - Slide

deze moet je kennen

Slide 5 - Slide

2.2 Mendelejev
Einde 19e eeuw: 63 elementen bekend, maar
geen samenhang.
Dimitri Mendelejev rangschikte in 1869 de
elementen naar atoommassa.
Ook voorspelde hij (vrijwel juist) het bestaan van
toen nog onbekende atoomsoorten.
Door Rutherfords ontdekking van protonen kon
de huidige rangschikking naar atoomnummer
gemaakt worden.

Slide 6 - Slide

Indeling Periodiek Systeem
Grofweg kun je de atoomsoorten
in metalen en niet-metalen.

     Metalen

Metalen geleiden stroom en warmte,
en hebben een metaalglans.

Slide 7 - Slide

Indeling Periodiek Systeem
Een kolommen worden een
groep genoemd.
De rijen heten een periode.

Slide 8 - Slide

Indeling Periodiek Systeem
De atoomsoorten in een
groep hebben vaak dezelfde
chemische eigenschappen.


Slide 9 - Slide

Indeling Periodiek Systeem
Sommige groepen hebben een
naam:
Groep 1 = alkalimetalen (H niet)
Groep 2 = aardalkalimetalen
Groep 17 = halogenen
Groep 18 = edelgassen



Slide 10 - Slide

Indeling Periodiek Systeem
Dezelfde chemische
eigenschappen:
Groep 1 = alkalimetalen (H niet)
reageren heftig met water

Groep 2 = aardalkalimetalen
reageren met water en
1 op 1 met een zuurstofatoom.
Bijv: 2 Ca + O2 -> 2 CaO

Slide 11 - Slide

Indeling Periodiek Systeem
Dezelfde chemische
eigenschappen:
Groep 17 = halogenen
reageren heftig met metalen

Groep 18 = edelgassen
reageren vrijwel niet


Slide 12 - Slide

3.4 Atoommodel
Atoombouw:
Kern: bevat protonen en neutronen
Elektronenwolk: bevat elektronen die zich in banen rondom de kern bewegen. Dit noemen we schillen.
K-schil: max. 2 elektronen
L-schil: max. 8 elektronen
M-schil: max. 18 elektronen

Slide 13 - Slide

3.4 Atoommodel
Dus een atoom bestaat uit protonen, elektronen en neutronen, maar hoeveel?
Periodiek Systeem blz. 272
Atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen
Massagetal = aantal protonen + aantal neutronen

Isotopen:
Zelfde atoomsoort dus hebben een gelijk aantal protonen en elektronen, maar een verschillend aantal neutronen.

Slide 14 - Slide

3.4 Atoommodel
Wat weegt een atoom?
Omdat de massa's zo klein zijn gebruiken we als eenheid voor atoommassa vaak de massa in u (= atomaire massa eenheid) .
1 u = 1,67 ·10 -27 kg 
       =  1,67 ·10 -24 g

Slide 15 - Slide