Tussenletter

Tussenletter
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Tussenletter

Slide 1 - Slide

Tussenletters -en-
  • Als het eerste deel alleen een meervoud heeft op -en, gebruik je -en- als tussenletters:
  • Bananendoos
  • Schoenenwinkel
  • Kippensoep


Slide 2 - Slide

Tussenletters -e-
  • Als het eerste woord een meervoud met -s en met -en heeft, gebruik je ook -e- als tussenletters.
  • groenten
  • groentes
  • DUS:
  • groentesoep
  • groenteboer


Slide 3 - Slide

Tussenletters bij samenstelling







3 soorten tussenletters:

Tussenletters  -en-
Tussenletter -e-
Tussenletter -s-

Slide 4 - Slide

Tussenletters -e-
  • Als het eerste deel een versterkende betekenis heeft, gebruik je ook -e- als tussenletter.
  • apetrots
  • reuzesterk

  • Als het eerste deel géén zelfstandig naamwoord is, gebruik je ook -e- als tussenletters:
  • lachebek, want lach is hier een vorm van het werkwoord lachen

Slide 5 - Slide

geen tussenletter
Tussenletter 
e
Tussenletters
en
Tussenletter
s
tomaat+sap
groente-soep
champignon+saus
gehakt+bal
rogge+brood
bakker+room
varken+vlees
geit+kaas
kalf+kroket
worst+broodje
koffie+kopje
garnaal+pastei

Slide 6 - Drag question

geen tussenletter
Tussenletter 
e
Tussenletters
en
Tussenletter
s
tomaat+sap
groente-soep
champignon+saus
gehakt+bal
rogge+brood
bakker+room
varken+vlees
geit+kaas
kalf+kroket
worst+broodje
koffie+kopje
garnaal+pastei

Slide 7 - Drag question

- EN - gebruiken om te verbinden

Eerste woord is een zelfstandig naamwoord 
Krijgt - en - bij meervoud. 
Rozengeur

Slide 8 - Slide

Geen - EN - bij:
Meervoud op -s
Meervoud op -en & -s
Er maar één van is: zon en maan
Versterkende betekenis

Slide 9 - Slide

-s gebruik je bij:
Als je de -s hoort
Tweede woord vervangen

Slide 10 - Slide