2.2 Zuivere stoffen en mengsels

Zuivere stoffen en mengsels
Science Jaar 1
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Zuivere stoffen en mengsels
Science Jaar 1

Slide 1 - Slide

Vorige week
Stoffen
Stofeigenschappen 
Gevarensymbolen

Slide 2 - Slide

Wat is geen stofeigenschap
A
Geur
B
Kleur
C
Smaak
D
Cola

Slide 3 - Quiz

De limonade is roze.
Wat is de stofeigenschap?

Slide 4 - Open question

Wat bedoelen we met stofeigenschappen
A
Dat vertelt waar een stof van gemaakt is.
B
Eigenschap waar we een stof aan kunnen herkennen.

Slide 5 - Quiz

Wat betekent dit symbool
A
Bijtend
B
Mileu gevaarlijk
C
Giftig
D
Ontvlambaar

Slide 6 - Quiz

Wat betekent dit symbool
A
Ontvlambaar
B
Giftig
C
Bijtend
D
Mileu gevaarlijk

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Deze week
  • Veiligheid
  • Zuivere stoffen en mengsels
  • Oplossing
  • Suspentie
  • Emulsie

Slide 9 - Slide

De leerdoelen van deze week:
1. Je kent het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel
2. Je kent het verschil tussen een oplossing en een suspensie
3. Je weet wat extraheren en filteren is

Slide 10 - Slide

Moleculen
Als je een stof zo klein mogelijk  maakt dan blijft er nog maar een deeltje van deze stof over. Dat noemen we een molecuul

Slide 11 - Slide

Zuivere stof of mengsel 
Een zuivere stof bestaat uit 1 soort molecuul
Een mengsel bestaat uit meerdere soorten moleculen.

Slide 12 - Slide

Wat is een zuivere stof
A
Water
B
Limonade

Slide 13 - Quiz

Oplossing
Als een stof goed oplost in een vloeistof
De oplossing is helder

Slide 14 - Slide

Verzadigde oplossing
Je hebt een verzadigde oplossing als je niet nog meer stof kan laten oplossen in een andere stof.

Slide 15 - Slide

Hoe kun je soms meer stof oplossen?
A
Temperatuur verhogen
B
Temperatuur verlagen
C
Hard roeren
D
Schudden

Slide 16 - Quiz

Suspensie
Een vaste stof die niet oplost in vloeistof
Is troebel, je kunt er niet doorheen kijken

Slide 17 - Slide

Een suspensie is
A
Helder
B
Troebel

Slide 18 - Quiz

Emulsie
Wanneer je een vloeistof niet kunt oplossen in een andere vloeistof
Is troebel je kunt er niet doorheen kijken

Slide 19 - Slide

Emulgator
Om een emulsie goed te laten mengen kun je een emulgator gebruiken

Slide 20 - Slide

Wanneer je een vloeistof niet goed in een andere vloeistof kan oplossen noem je dit een:
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie

Slide 21 - Quiz

Als een vloeistof helder is dan noem je dit een:
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie

Slide 22 - Quiz

Een vaste stof die niet is oplost in een vloeistof
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie

Slide 23 - Quiz

Plak hier een foto van een oplossing die jij graag drinkt.

Slide 24 - Open question

Plak hier een foto van een suspensie die je graag eet.

Slide 25 - Open question

Volgende week 
Verder met stoffen

Formatieve toets T2, paragraaf 1 tot en met 2.

Slide 26 - Slide

Huiswerk
Maken paragraaf 2

Slide 27 - Slide