Les 3 §3.3 Politieke partijen

PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE 
§3.3 Politieke Partijen 
1 / 37
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE 
§3.3 Politieke Partijen 

Slide 1 - Slide

Hoofdvraag:
  • Bij welke politieke ideeën voel jij je het meeste thuis?
  • Op welke partij zou jij stemmen?

Lesopbouw:

  • Uitleg ideologie en partijen
  • Presentatie voorbereiden
  • Presentatie geven
  • Opdrachten maken
Begrippen:
  • Ideologie
  • Links
  • Rechts
  • Politieke midden
  • Liberalisme:
- tolerantie / politieke vrijheid / individuele vrijheid
  • Sociaal democratie
 socialisme / communisme / solidariteit & gelijkheid
  •  Christen-democratie:
confessionalisme / rentmeesterschap /naastenliefde
  •  Ecologisme:
Duurzaamheid / bescherming van milieu 
  • Populisme:
nationalisme
  •  Conservatief
  • Progressief 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Nieuw PO
  • Terugblik 
  • §3.2 conservatief en progressief
  • Uitleg §3.3
  • Opdrachten/huiswerk 

Slide 3 - Slide

Linkse partijen:
A
vinden dat alle mensen evenveel belasting moeten betalen.
B
willen goede uitkeringen en voorzieningen voor de zwakkeren in de samenleving.
C
benadrukken de economische vrijheid van mensen en ondernemingen.
D
hechten veel waarde aan het geloof.

Slide 4 - Quiz

Een rechtse partij
A
benadruk vrijheid en een actieve overheid
B
benadrukt vrijheid en een passieve overheid
C
Vinden dat de welvaart verdeeld moet worden
D
vindt vooral gelijkheid belangrijk

Slide 5 - Quiz

Wat is liberalisme?
A
Mensen die strijden voor gelijke rechten.
B
Mensen die voor vrijheid gaan
C
Mensen die de kerk belangrijk vinden.
D
Mensen die voor vrouwen opkomen

Slide 6 - Quiz

Het socialisme
A
Een stroming die het milieu belangrijker vindt dan de economie 
B
Een stroming die uitgaat van de bijbel 
C
Een stroming die zoveel mogelijk gelijkheid wil.
D
Een stroming die streeft naar een zo groot mogelijke vrijheid

Slide 7 - Quiz

Het confessionalisme
A
Een stroming die het milieu belangrijker vindt dan de economie 
B
Een stroming die uitgaat van de bijbel 
C
Een stroming die zoveel mogelijk gelijkheid wil.
D
Politieke partijen die minder verandering willen. Minder belasting betalen.

Slide 8 - Quiz

Hoofdvraag:
Op welke partij zou jij stemmen 


Lesdoelen 
  • Je weet het verschil tussen politieke partijen, belangengroepen en actiegroepen
  • Je denkt na welke politieke partij het beste bij jou past.
  • Je kan benoemen wat de belangrijkste  functies van een politieke partij zijn.
  • Je kan benoemen welke soorten partijen er zijn.
Vaktaal:

  • Conservatief & progressief 
  • One-issue partij
  • Actie groepen 
  • Belangengroepen 
  • Politieke partijen 
  • Functies politieke partijen 

Slide 9 - Slide

Progressief vs conservatief 
Progressief: vooruitstrevend. Partijen die dingen willen veranderen. 
Conservatief: behoudend. Partijen die dingen willen houden, zoals ze vroeger waren. 

Het homo huwelijk & abortus was verboden, maar dit is niet meer het geval. Is dit conservatief of progressief? 

Slide 10 - Slide

De schooldag moet starten met het hijsen van de Nederlandse vlag en het zingen van het Wilhelmus.
A
Conservatief
B
Progressief

Slide 11 - Quiz

Homoseksuelen zouden geen kinderen mogen adopteren.
A
Conservatief
B
Progressief

Slide 12 - Quiz

Zwarte Piet is racisme.
A
Conservatief
B
Progressief

Slide 13 - Quiz

De euthanasie regeling mag niet verder versoepeld worden.
A
Conservatief
B
Progressief

Slide 14 - Quiz

De beste manier om het file probleem tegen te gaan is gratis openbaar vervoer.
A
Conservatief
B
Progressief

Slide 15 - Quiz

De politie moet ook agenten met een hoofddoek aannemen.
A
Conservatief
B
Progressief

Slide 16 - Quiz

3.3 Politieke partijen

Slide 17 - Slide

ACTIEGROEP
Een actiegroep heeft 1 duidelijk doel en kan ook weer opgeheven worden als dat doel bereikt is.

Slide 18 - Slide

Belangengroep
Groep van mensen die eenzelfde belang delen (werknemersorganisatie, LAKS of ANWB )

Lobbyen: het behartigen van belangen in persoonlijke contacten met politici (wandelgangen)

Slide 19 - Slide

politieke partijen

Slide 20 - Slide

Politieke partij
Een groep mensen met ongeveer dezelfde ideeën over hoe de samenleving eruit zou moeten zien. 
Elke partij wil zoveel mogelijk zetels. Waarom?

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

One-issue-partijen

One-issue-partijen stellen één aspect van de samenleving centraal. 


Slide 25 - Slide

Niet-democratische partijen
  • Wijzen een democratische staatsvorm af.
  • Fascistische / rechts-extremistische partijen.
  • Sterk nationalistisch


Doen in Nederland niet mee aan de verkiezingen.

Slide 26 - Slide

Functies politieke partijen
Samenbundeling Ideeën:  partijprogramma

Informeren: eigen mening vormen 

Participatie: invloed burgers 

Selectie: kandidaten zoeken

Slide 27 - Slide

Wat is een voordeel van een niet democratische partij?

Slide 28 - Open question

Lezen: 3.3 - Politieke partijen 
Maken: opdrachten 1, 3, 4, 11 en 12 --> HW
AAN DE SLAG!
timer
10:00

Slide 29 - Slide

lesdoelen
  1. Je weet het verschil tussen politieke partijen, belangengroepen en actiegroepen
  2. Je denkt na welke politieke partij het beste bij jou past.
  3. Je kan benoemen wat de belangrijkste functies van een politieke partij zijn.
  4. Je kan benoemen welke soorten partijen er zijn.

Slide 30 - Slide

De VVD is een .... partij
A
One-issue
B
Ideologische
C
Populistische
D
Niet-democratische

Slide 31 - Quiz

Forum voor Democratie is een ... partij
A
One-issue
B
Ideologische
C
Populistische
D
Niet-democratische

Slide 32 - Quiz

50PLUS is een .... partij
A
One-issue
B
Ideologische
C
Populistische
D
Niet-democratische

Slide 33 - Quiz



Belangrijkste vaktaal 
van deze les



Conservatief & progressief 
One-issue partij
Actie groepen 
Belangengroepen 
Politieke partijen 
Functies politieke partijen 

Slide 34 - Slide

Heb je de lesdoelen bereikt en begrijp je de vaktaal begrippen?
A
ja
B
nee
C
een beetje
D
ik heb nog een vraag

Slide 35 - Quiz

Lezen: 3.3 - Politieke partijen 
Maken: opdrachten 1, 3, 4, 11 en 12 
Volgende les: verkiezingen
Huiswerk

Slide 36 - Slide

EINDE LES

Slide 37 - Slide