Demonstrative pronouns

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

00:36

Welke 4 "aanwijzende voornaamwoorden" heb je gehoord?

Leerdoel:

Deze les ga je leren wat "demonstrative pronouns" (aanwijzende voornaamwoorden) zijn
welke "demonstrative pronouns" er zijn en wanneer je ze gebruikt.

Demonstrative pronouns:

> aanwijzend voornaamwoord
> je wijst iets aan 
> iets is dichtbij of iets is ver af (deze appels of die appels)

                                                                 (These apples or those Apples)

Demonstrative pronouns:

> this = dichtbij + enkelvoud : this apple
> these = dichtbij + meervoud : these apples

> that = ver af + enkelvoud : that bag 
> those = ver af + meervoud : those bags 

Dichtbij

Ver af 

This

these

That

Those

Look over there! Who is _____ boy?

1. this
2. that
3. these
4. those

I would like ____ tomatoes, please. (you are standing in front of them)

1. this
2. that
3. these
4. those

I can't reach that far, can you pass me ______ bottles?

1. this
2. that
3. these
4. those

1. Wat zijn "demonstrative pronouns"?
2. Welke 4 zijn er?
3. Hoe worden ze gebruikt?

Ik weet wat ''demonstrative pronouns'' zijn en ik weet hoe ik ze kan toepassen.

1. Ja
2. Nee
3. ongeveer, ik moet nog even oefenen
4. Ik heb extra uitleg nodig

Ja ingevuld? -> Extra uitdaging:

> SS ex. 57 + 58 + 59 + 60

Extra oefening:

How can you tell in a sentence if something/someone is far away or close by?

Exercise:

> May I use ...... pencil laying here? 
> May I use ...... pencils laying here? 
> Look over there! Do you see ...... handsome boy? 
> Look over there! Do you see ...... dogs? 

Exercise:

We are going to do ex. 57 together, after that you can work on ex. 58 individually.