hww/kww/zww

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1,2

uitleg hulp-, koppel- en zelfstandigwerkwoord.

zelfstandigwerkwoord

Geeft de handeling aan

Het belangerijkste WW in de zin

Altijd maar 1 in de zin

Meestal het laatste WW

Ik ben naar de stad gelopen

koppelwerkwoord

per zin maar 1 KWW

KWW -> geen ZWW en andersom

rij van 9

josje is juf

Bram is leraar geworden -> schrapproef

schrapproef

vind alle ww in de zin

ik heb lekker gegeten

schrap de eerste

ik eet lekker

alle ww die je schrapt zijn HWW

hulpwerkwoord

eerst het ZWW of KWW vinden

alle andere ww in de zin zijn HWW

geven geen handeling aan in de zin

kunnen meer HWW of geen een in een zin staan

ik ben naar de stad gelopen

ik heb gisteren een pizza gegeten

Hij is gegaan
Wat is 'is' in deze zin?

1. KWW
2. HWW
3. ZWW

HWW

hij is gegaan

schrapproef

'is' wordt geschrapt -> HWW

Mijn haren werden geknipt
Wat is het ZWW?

1. haren
2. geknipt
3. werden
4. mijn

geknipt

schrapproef -> werden gaat weg

Hij blijft altijd mijn beste vriend
wat is 'blijft'?

1. KWW
2. ZWW
3. HWW