Samenstellingen

2T- samenstellingen
1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2T- samenstellingen

Slide 1 - Slide

Wat is het leerdoel?
         Je leert wanneer je woorden aan elkaar schrijft.
Je leert wanneer je de woorden los schrijft.
        Je leert welke tussenklank je moet schrijven bij samengestelde woorden. ( -en, -e,-s of -er)

Slide 2 - Slide

 rugzak

rugzaktoerisme
is een vorm van reizen, waarbij vaak jongere reizigers met een beperkt budget de wijde wereld intrekken.

rugzaktoerismebranche
Een branche of economische sector is een groep van bedrijven die samen actief zijn in een bepaalde groep goederen en diensten.

Slide 3 - Slide

Uit hoeveel woorden kan een samenstelling maximaal bestaan?
timer
1:00
A
twee
B
drie
C
tien
D
oneindig

Slide 4 - Quiz

Leg het verschil uit tussen
hoofd weg
hoofdweg
timer
0:30

Slide 5 - Open question

schrijf je de woorden los dan is er sprake van een andere betekenis

Slide 6 - Slide

Hoofdregel
Als je te maken hebt met één persoon, dier of ding dan schrijf je het woord aan elkaar.
lange afstandsloper    langeafstandsloper

Slide 7 - Slide

Welke fout zie je?
timer
0:30

Slide 8 - Open question

Wat is het verschil tussen
drink water
drinkwater
timer
0:30

Slide 9 - Open question

Wat is het verschil tussen

rode hond en rodehond

Slide 10 - Slide

Je kunt de haantjes herkennen aan hun rode
timer
0:30
A
hanen kammen
B
hanenkammen

Slide 11 - Quiz

Er zijn ...............in dierentuin Oudehand
timer
0:30
A
weer wolven
B
weerwolven

Slide 12 - Quiz

Ze is een................voor haar leeftijd.
timer
0:30
A
klein kind
B
kleinkind

Slide 13 - Quiz

Wat is het leerdoel?
Je leert wanneer je woorden aan elkaar schrijft.
Je leert wanneer je de woorden los schrijft.
        Je leert welke tussenklank je moet schrijven bij samengestelde woorden. ( -en, -e,-s of -er)

Slide 14 - Slide

Wat is de hoofdregel bij het schrijven van samengestelde woorden?
timer
0:30
A
Kijk wat het meervoud is van het eerste woord.
B
Kijk wat het meervoud is van het tweede woord.

Slide 15 - Quiz

Wat is goed
timer
0:30
A
kattespeeltje
B
kattenspeeltje

Slide 16 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
timer
0:30
A
bessesap
B
bessensap

Slide 17 - Quiz

koek
+ bakker=
timer
0:30

Slide 18 - Open question

boer + zwaluw =
timer
0:30

Slide 19 - Open question


Als je een woord uitspreekt dan hoor je maar één klemtoon

Hoofdregel

Als je te maken hebt met één persoon, dier of ding dan schrijf je het woord aan elkaar.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Wat is goed
timer
0:30
A
kippenei
B
kippeei

Slide 22 - Quiz

Het is dus kippenei. Het meervoud  van kip is kippen. 

Maar let op:  Nederlands heeft altijd uitzonderingen.

Je schrijft een -e als tussenklank als:

het meervoud van het eerste woord ook op een -s kan eindigen 

gedaante        gedaantes   gedaanteverwisseling
asperge           asperges      aspergesoep

Slide 23 - Slide

Wat is goed?
timer
0:30
A
secretaressedag
B
secretaressendag

Slide 24 - Quiz

asperge+soep=
timer
0:30

Slide 25 - Open question

Je schrijft een - e als:



 

1. Als het meervoud op een -s eindigt
2. Als er maar één van is

Slide 26 - Slide

Wat is goed
timer
0:30
A
maneschijn
B
manenschijn

Slide 27 - Quiz

Wat is goed
timer
0:30
A
maneschijn
B
manenschijn

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

welke is goed?
timer
0:30
A
stationstraat
B
stationsstraat

Slide 30 - Quiz

welke is goed?
timer
0:30
A
laserstraal
B
lasersstraal

Slide 31 - Quiz

maak een samenstelling met
redding boei
timer
0:30

Slide 32 - Open question

maak een samenstelling met
station hal
timer
0:30

Slide 33 - Open question

Dus luister goed of je een s hoort.

 
Bij dorpsstraat is het moeilijk, omdat straat met een s begint.
Maak er dan van: dorps huis, dorps bewoners. Nu hoor je de s van dorps.

Slide 34 - Slide

Maak een samenstelling met
krokodil tranen
timer
0:30

Slide 35 - Open question