§2 Hoe wonen mensen in de stad?

Brainport
§2 Hoe wonen mensen in de stad?
1 / 12
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Brainport
§2 Hoe wonen mensen in de stad?

Slide 1 - Slide

Planning
- Herhaling §2.1
- Uitleg §2.2
- Video
- Huiswerk

Slide 2 - Slide

1. Een stad is een grote nederzetting
2. Een dorp is een nederzetting
A
Beide zijn goed
B
Beide zijn fout
C
1 = goed, 2 = fout
D
1 = fout, 2 = goed

Slide 3 - Quiz

Hoe noem je bedrijven of instellingen die zorgen voor dingen die je nodig hebt om plezierig te leven?

Slide 4 - Open question

In Nederland hebben we steden die in de buurt van fabrieken zijn ontstaan.
A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quiz

In het stadscentrum vind je veel woningen.
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quiz

Hoe noem je het gedeelte van de stad waar je oude gebouwen en smalle straatjes vindt?

Slide 7 - Open question

Hoe noem je het wanneer een stad aan andere steden is vastgegroeid?

Slide 8 - Open question

Elke tijd zijn eigen wijk
  • In steden zijn wijken uit verschillende tijden:
1. Voor 1870: gebouwen bestaan uit hout en baksteen, vaak te vinden in de binnenstad.

2. Na 1870: gebouwen bestaan uit beton, er zijn veel rijtjes huizen met meerdere verdiepingen. 
Daarnaast trekken er veel mensen naar de stad, dit heet: urbanisatie.

3. Na WOII: in steden meer rijtjesflats met tuin.

4. Na 1970: grotere huizen met tuin en veel parkeerruimte, veel mensen gingen buiten de stad wonen. Dit heet suburbanisatie


Na WOII (na 1945).
Na 1970

Slide 9 - Slide

Iedereen een passende woning
  • Welke mensen er in welke wijken wonen heeft te maken met:
     - Prijzen van de huizen
     - Ligging bij de voorzieningen

  • Opgeknapte binnensteden:
   - Duur, dichtbij voorzieningen
    - Jonge, rijke mensen

  • Oude (flat)wijken, niet opgeknapt:
   - Goedkoop
   - Mensen met een laag inkomen

  • Nieuwste wijken
  - Hier wonen rijke mensen en is erg duur

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Huiswerk
Les 1:
Maak de volgende opdrachten van §2.2 in je werkboek (blz. 27-28): 1, 2, 3, 4, 6 en 7.
Les 2:
Maak de volgende opdrachten van §2.2 in je werkboek (blz. 29): 11 & 12.

Slide 12 - Slide