Hoofdstuk 5 De 'Gouden' Eeuw

Hoofdstuk 5 De 'Gouden' Eeuw
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 5 De 'Gouden' Eeuw

Slide 1 - Slide

Leerdoel

Les 1: Amsterdam als handelscentrum
Ik kan uitleggen waarom Amsterdam de belangrijkste handelsstad van de Gouden Eeuw werd, en daarbij voorbeelden noemen zoals de stapelmarkt en haar gunstige ligging.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Zelfstandig werken
Werk zelfstandig aan de opdrachten die je hebt gekregen. 
Dit zijn 1, 2 en 3 van 5.2 
Overleggen met anderen is niet toegestaan.
Muziek mag, als het je helpt concentreren, maar zorg dat het je niet afleidt. Je werkt verder in stilte.
Als je klaar bent, ga je verder met onderstaande vraag:
Stel je bent een handelaar in de Gouden Eeuw die net in Amsterdam is aangekomen. Schrijf een kort briefje (2–3 zinnen) naar je familie waarin je uitlegt waarom Amsterdam zo'n goede plek is om handel te drijven.

timer
10:00

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slotopdracht op papier
🎯 Leerdoel:
Ik kan uitleggen waarom Amsterdam de belangrijkste handelsstad van de Gouden Eeuw werd, en daarbij voorbeelden noemen zoals de stapelmarkt en haar gunstige ligging.
Vraag:
Waarom werd Amsterdam in de Gouden Eeuw een belangrijke handelsstad?
A. Omdat de koning alle handel naar Amsterdam liet brengen.
B. Omdat Amsterdam een gunstige ligging had en een stapelmarkt was voor goederen uit heel Europa.
C. Omdat boeren uit de omgeving hun producten kwamen verkopen op de markt van Amsterdam.
D. Omdat Amsterdam in oorlog was met andere handelssteden en zo meer macht kreeg.
Kies het juiste antwoord.
Leg in 1–2 zinnen uit waarom dit het goede antwoord is.
Schrijf per fout antwoord 1 korte zin waarin je uitlegt waarom het niet klopt.
Klaar? Teken in 1 minuut een simpel schema van de stapelmarkt: een schip met goederen, een pakhuis, en een nieuwe boot die vertrekt. Zet er labels bij.
timer
10:00

Slide 6 - Slide

Antwoordmodel
Correct antwoord: B
Amsterdam lag gunstig aan het water en werd een stapelmarkt: koopwaar uit verschillende landen werd opgeslagen, bewerkt of doorverkocht. Dat maakte de stad een belangrijk knooppunt in de handel.
Foute antwoorden:

A: De koning bepaalde niet waar de handel heen ging; dat werd bepaald door ligging en handelaren.
C: Boerenmarkten waren lokaal, maar maakten Amsterdam nog geen wereldstad in de handel.
D: Amsterdam werd belangrijk door handel, niet door oorlog.

Slide 7 - Slide

Leerdoel
Ik kan uitleggen hoe de VOC en de WIC werkten en welke rol ze speelden in de wereldhandel, inclusief voorbeelden zoals de specerijenhandel van de VOC in Azië en de driehoekshandel en kaapvaart van de WIC.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Zelfstandig werken
Werk zelfstandig aan de opdrachten die je hebt gekregen. 
Dit zijn 6, 7, 8 en 10 van 5.2 
Overleggen met anderen is niet toegestaan.
Muziek mag, als het je helpt concentreren, maar zorg dat het je niet afleidt. Je werkt verder in stilte.
Als je klaar bent, ga je verder met onderstaande vraag:
Bedenk een korte slogan van max. 10 woorden die past bij de VOC of WIC, alsof je reclame maakt voor hun succes in de handel of kaapvaart. Bijvoorbeeld: “WIC: rijkdom uit de driehoekshandel!”

timer
15:00

Slide 10 - Slide

Slotopdracht op papier
🎯 Leerdoel:
Ik kan uitleggen hoe de VOC en de WIC werkten en welke rol ze speelden in de wereldhandel, inclusief voorbeelden zoals de specerijenhandel van de VOC in Azië en de driehoekshandel en kaapvaart van de WIC.
Vraag:
Welke uitspraak beschrijft het beste hoe de VOC en WIC bijdroegen aan de wereldhandel in de Gouden Eeuw?
A. De VOC en WIC handelden alleen in Nederland, vooral met boeren uit de provincie.
B. De VOC handelde in specerijen uit Azië; de WIC handelde in slaven en pleegde kaapvaart in de Atlantische Oceaan.
C. De VOC en WIC waren gewone winkels waar mensen hun producten konden verkopen.
D. De VOC handelde vooral met Frankrijk, en de WIC was alleen actief op de Noordzee.
Kies het juiste antwoord.
Leg in 1–2 zinnen uit waarom dit het goede antwoord is.
Schrijf per fout antwoord 1 korte zin waarin je uitlegt waarom het niet klopt.
Klaar? Schrijf een korte “reclamezin” van 1 regel voor de VOC of de WIC, alsof je in die tijd leeft en mensen wilt overtuigen om te investeren. Bijvoorbeeld: “Investeer in de VOC en verdien mee aan peper uit de Oost!”
timer
10:00

Slide 11 - Slide

Antwoordmodel

Correct antwoord: B
De VOC was actief in Azië en bracht specerijen naar Europa. De WIC was actief in de Atlantische Oceaan, voerde slaven aan voor plantages (driehoekshandel) en kaapte vijandelijke schepen.

Foute antwoorden:

A: Ze waren actief over de hele wereld, niet alleen in Nederland.

C: Ze waren geen gewone winkels, maar grote handelscompagnieën met schepen en forten.

D: De VOC handelde vooral met Azië, niet met Frankrijk, en de WIC werkte in de Atlantische Oceaan, niet op de Noordzee.

Slide 12 - Slide