thoraxdrain en tracheacanule

thoraxdrain en tracheacanule
1 / 33
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

thoraxdrain en tracheacanule

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

leerdoelen
  • Uitleggen wat een thoraxdrain en waterslot is
  • Benoemen van observaties bij een thoraxdrain
  • uitleggen waarvoor een tracheacanule is
  • observaties bij een tracheacanule
  • Herkennen van complicaties


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is een thoraxdrain?
  • Een drain in de pleuraholte of het   mediastinum
  • Doel: lucht en/of vocht* afvoeren   naar buiten, waardoor de   pleuraholte kan herstellen

* Afhankelijk van de oorzaak: lucht, 
   vocht, bloed of pus

Slide 3 - Slide

  • Normaal: negatieve druk in de pleuraholte (nodig voor een goede ontplooiing van de longen). 
  • Bij beschadiging van een of beide longvliezen valt die druk weg en komt lucht en/of vocht binnen, waardoor de long ‘inklapt’ en ademhalen steeds moeilijker wordt.  
  • Tussen de pleurabladen bevindt zich pleuravocht. Door ziekte kan meer vocht worden aangemaakt dan wordt afgevoerd. De zorgvrager wordt toenemend benauwd. Er kan permanent gedraineerd worden als er vaak gepuncteerd moet worden.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Locaties thoraxdrainage

Slide 7 - Slide

Bij Vilans wordt dit als volgt benoemd:
Tussen de pleurabladen: pleuradrain
In het midden van de thoraxholte: centrale drain. Deze ligt in het midden van de thoraxholte, achter het sternum en voert bloed en wondvocht af na een hartoperatie

Slide 8 - Slide

  • Spontane klaplong: oorzaak niet altijd duidelijk (zwakke plek in de de longblaasjes door ontsteking, longziekte).
  • Klaplong door verwonding.
  • Spanningsklaplong: de lucht die ingeademd wordt kan niet meer uit de borstholte komen.  
Pneumothorax

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Thoraxdrainagesysteem
Bestaat uit: 
  • Drain
  • Afloopslang
  • Opvangsysteem

Drainagesysteem: 
  • Zuigkolom
  • Waterslot
  • Opvangreservoir 

Slide 11 - Slide

  • Drain: stevige plastic drain met meerdere kleine openingen aan het uiteinde die in de pleuraholte wordt gebracht
  • Afloopslang: dit vormt de verbinding tussen de thoraxdrain en het opvangsysteem
  • Opvangsysteem: dit kan een fles, zak of een pot zijn 
In de meeste gevallen is het drainagesysteem disposable en bestaat uit drie kamers:  
  • Zuigkolom
  • Waterslot: zorgt ervoor dat er wel lucht uit, maar geen lucht vanuit de buitenwereld in de patiënt kan komen
  • Opvangreservoir: vocht vanuit de thorax opvangen

Slide 12 - Slide

kolom c belangrijk:
Een waterslot in een thoraxdrainagesysteem fungeert als een éénrichtingsventiel. Het laat lucht of vocht uit de pleuraholte ontsnappen, maar voorkomt dat deze terugstromen. Dit is essentieel om te voorkomen dat lucht of vocht opnieuw de pleuraholte binnendringen, wat de longexpansie zou kunnen belemmeren .

Slide 13 - Slide

rechts onderin thoraxdrainagesysteem. Bestaat uit:
  • drain
  • afloopslang
  • opvangsysteem:
  • zuigkolom
  • waterslot
  • opvangreservoir
observaties waterslot
Bubbelen: Luchtbellen in het waterslot kunnen wijzen op een actief luchtlek. Dit kan afkomstig zijn van de long, de insteekopening of een lekkage in het systeem.

Pendelen: De waterkolom in het waterslot beweegt op en neer met de ademhaling. Dit fenomeen, bekend als 'tidaling', geeft aan dat het systeem goed functioneert en de drain doorgankelijk is .

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

praktische tips
 Praktische tips
Waterniveau: Zorg ervoor dat het waterniveau in het waterslot op het juiste peil blijft (meestal rond de 2 cm H₂O). Te weinig water kan het ventiel ineffectief maken, terwijl te veel water de ademhaling kan bemoeilijken.

Plaatsing: Houd het drainageapparaat altijd onder het niveau van de borstkas van de patiënt om terugstroming te voorkomen.

Controle: Controleer regelmatig op tekenen van lekkage, verstopping of infectie rond de insteekopening.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

observaties verpleegkundige
is de drain doorgankelijk?

Beweegt waterkolom bij ademhaling (tidaling)?

Zijn er luchtbellen?

Hoeveel drainage? Kleur? Consistentie?

Fixatie en insteekopening controleren

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

de tracheacanule

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Tracheostoma (eindstandig)
BLIJVEND
Tracheotomie (niet - eindstandig) 

Slide 20 - Slide

Tracheotomie
Openen van de trachea via de hals
reversibel
Dreigende verstikking doordat de larynx dicht zit
Langdurige beademing
Farynx en larynx zijn nog intact
 
Tracheostoma (eindstandige tracheotomie)
Blijvende verbinding in de hals doordat de trachea in de huid van de hals wordt gehecht
irreversibel
Na een laryngectomie, bijv. bij strottenhoofdkanker
Geen stembanden meer doordat de larynx is verwijderd epiglottis en stembanden onderdeel van larynx, door uitgeademde lucht worden de stembanden in trilling gebracht)

  • beademing via een tube, wanneer na drie /vier weken nog geen zicht is op detonatie 

Slide 21 - Slide

afwijkingen in het lumen van de luchtpijp: gezwellen of een blokkade van de luchtwegen door een vreemd lichaam in de keel; 
dreigende afsluiting van de luchtpijp door druk van buitenaf: bloedingen en oedeemvorming; 
dreigende afsluiting van de luchtpijp door interne oedeemvorming: allergie, ontsteking, bestraling of verbranding; 
verlamming van de slik- en ademhalingsspieren door een neurologische ziekte van het verlengde merg of ruggenmerg, bijvoorbeeld een hoge dwarslaesie; 
voor het wegzuigen van diep slijm: comateuze zorgvragers of zorgvragers die zeer veel sputum produceren, maar niet meer in staat zijn dit op te hoesten; 
beademing via een tube, wanneer na drie tot vier weken beademen via de neus of de mond nog geen zicht is op detubatie (weghalen van de tube).

 Met: Is nodig voor beademing en bij slikproblemen. 
Zonder: alleen problemen zijn bij het ophoesten van slijm

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Met en zonder cuff
Tracheacanule met cuff: .Deze afdichting voorkomt dat er lucht of andere materialen langs de canule lekken en zorgt ervoor dat alle ademhalingslucht door de canule gaat, wat essentieel kan zijn voor patiënten die mechanische ventilatie nodig hebben. De cuff helpt ook om aspiratie van speeksel of maaginhoud te voorkomen, wat longontsteking kan veroorzaken.

Tracheacanule zonder cuff:  die geen complete afdichting van de luchtweg nodig hebben en die in staat zijn om normale ademhaling door de bovenste luchtwegen te behouden.  :  comfortabeler voor langdurig gebruik en stellen de patiënt in staat om door de canule en via de natuurlijke luchtwegen te ademen, wat belangrijk is voor het herstel van de spraak en het slikvermogen.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Welke complicaties kunnen er ontstaan?
Mogelijke complicaties bij een tracheacanule zijn:
  • Slijmproblemen
  • Hoestklachten
  • Huidproblemen
  • Obstructie
  • Verwijdering van de buitencanule

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

wat kan de indicatie zijn voor een thoraxdrain, is dat ....... in de holtes
A
lucht
B
vocht
C
bloed/ pus
D
alle 3 de antwoorden zijn goed

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

na een hart operatie wordt er ook wel eens een thoraxdrain geplaatst
A
waar
B
nietwaar

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Bij een tracheotomie wordt de luchtpijp geopend?
A
Juist
B
niet juist

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

wat is de pleura visceralis?
A
borstvlies
B
longvlies
C
longblaasjes
D
borstbeen

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Met een tracheostoma heeft een zorgvrager geen stembanden meer?
A
juist
B
niet juist

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

hoe noem je de drainage om vocht bij het hart weg te halen?
....... drainage
A
pericard
B
pleura
C
mediastinum

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Via een tracheacanule kan de zorgvrager beademd worden?
A
juist
B
niet juist

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Als de zorgvrager gaat eten of drinken, moet je eerst controleren of er voldoende lucht in de cuff aanwezig is. Waarom is dit?
A
Omdat de cuff de slokdarm afsluit om verslikking te voorkomen
B
Omdat de cuff de luchtwegen afsluit om een aspiratiepneumonie te voorkomen
C
Omdat de zorgvrager niet kan slikken als er onvoldoende lucht in de cuff aanwezig is
D
Omdat de zorgvrager niet kan eten als er onvoldoende lucht in de cuff aanwezig is

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

opdracht
casus thoraxdrain en tracheacanule

oefenen canule verwisselen en verzorgen
thoraxdrain bekijken en insteekopening verzorgen

Slide 33 - Slide

This item has no instructions