MakkelijkerLeren -BreinDeBaas

1 / 39
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hoofddoel les 1:
Leerlingen begrijpen hoe belangrijk herhalen is, en maken kennis met verschillende strategieën hiervoor. 

Slide 2 - Slide

Intro: Leren en school bepalen een groot deel van jullie leven. Je bent er veel tijd mee kwijt.
Als je beter weet hoe het leren in je brein werkt, kan je dat misschien gebruiken om makkelijker te leren of minder last te hebben van stress. 
Want best veel jongeren hebben stress van school. Een deel daarvan gaat over leren. Makkelijker leren is iets wat iedereen wel wil. En als je frustraties hebt over leren dan hopen we dat deze les je ideeën geeft over hoe je dat zou kunnen verminderen.

De komende lessen gaan dus over hoe je stress kunt krijgen van leren en wat je kan helpen om minder stress te ervaren.

Vraag aan de leerlingen:
Waar denk je aan bij het woord ‘leren’?
Heb je ideeën hoe je leren makkelijker of leuker maakt?  
Schrijf dit op je werkblad.

Tips voor docent: 
Dit kan evt. ook via Mentimeter of Lessonup.
Je kan er ook voor kiezen om de klas te verdelen in 3 of 4 groepjes. Elk groepje krijgt drie minuten om zoveel mogelijk woorden op te schrijven. Geef iedere groep een viltstift. Ze moeten één voor één naar voren komen om het bord of flap te schrijven en daarna de viltstift doorgeven.

Nabespreking: Wat valt je op? 
Negatief/positief, leuk/niet leuk, hetzelfde/verschillend
(en als alles heel negatief is) 
Wat heb je ooit geleerd waar je trots op bent of heel blij mee bent? (Bijvoorbeeld voetballen, koken, muziek maken, tekenen, voor jezelf opkomen).    

Slide 3 - Slide

De komende lessen gaan dus over hoe je stress kunt krijgen van leren en wat je kan helpen om minder stress te ervaren.

Vraag aan de leerlingen:
Waar denk je aan bij het woord ‘leren’?
Heb je ideeën hoe je leren makkelijker of leuker maakt?  
Noteer!

Nabespreking: Wat valt je op? 
Negatief/positief, leuk/niet leuk, hetzelfde/verschillend

(en als alles heel negatief is) 
Wat heb je ooit geleerd waar je trots op bent of heel blij mee bent? (Bijvoorbeeld voetballen, koken, muziek maken, tekenen, voor jezelf opkomen).    
Bij het woord LEREN
denk ik aan ....

Slide 4 - Mind map

De komende lessen gaan dus over hoe je stress kunt krijgen van leren en wat je kan helpen om minder stress te ervaren.

Vraag aan de leerlingen:
Waar denk je aan bij het woord ‘leren’?
Heb je ideeën hoe je leren makkelijker of leuker maakt?  
Noteer!

Nabespreking: Wat valt je op? 
Negatief/positief, leuk/niet leuk, hetzelfde/verschillend

(en als alles heel negatief is) 
Wat heb je ooit geleerd waar je trots op bent of heel blij mee bent? (Bijvoorbeeld voetballen, koken, muziek maken, tekenen, voor jezelf opkomen).    
Zo wordt leren leuker of makkelijker ...

Slide 5 - Mind map

De komende lessen gaan dus over hoe je stress kunt krijgen van leren en wat je kan helpen om minder stress te ervaren.

Vraag aan de leerlingen:
Waar denk je aan bij het woord ‘leren’?
Heb je ideeën hoe je leren makkelijker of leuker maakt?  
Noteer!

Nabespreking: Wat valt je op? 
Negatief/positief, leuk/niet leuk, hetzelfde/verschillend

(en als alles heel negatief is) 
Wat heb je ooit geleerd waar je trots op bent of heel blij mee bent? (Bijvoorbeeld voetballen, koken, muziek maken, tekenen, voor jezelf opkomen).    

Slide 6 - Slide

Deze film ging over de kracht van herhalen. 
Heeft iemand vragen over deze film?
Zo niet dan gaan we hier nu mee oefenen. 

Slide 7 - Slide

Intro: 
-We gebruiken zo het volgende scherm van deze LessonUp.
-We maken tweetallen.
-Per tweetal leest één van jullie de gekleurde woorden hardop voor.
-Lees niet de woorden zelf, maar de kleur waarin het woord is afgedrukt. 
-Dus zeg bij het eerste woord niet ROOD maar GROEN.
-De ander houdt bij hoeveel woorden in 1 x goed gezegd worden.
-We doen dit 3 x.
-Iedere keer krijg je 10 seconden. We beginnen als ik start zeg.
-Is dit duidelijk?
-Heeft iedereen iemand gevonden om de oefening mee te doen?
Spreek af wie de woorden voorleest en wie bijhoudt hoeveel woorden goed worden gezegd.
Dan gaan we nu beginnen: Start nu!

Nabespreking: 
A: Wat is jullie opgevallen? 
 Je hebt vast gemerkt dat het best moeilijk is. Je moet de neiging om het woord te lezen onderdrukken. 
 Dat kost energie. Dat komt omdat je – als je goed kan lezen -, je weet wat er staat zo gauw je het ziet. Het is geautomatiseerd. 
 Om de kleur te zeggen moet je bewust afwijken van de snelweg in je brein. 
 Dan merk je hoe sterk je automatische piloot is. 

B: Steek je hand op: bij wie ging het de derde keer beter dan de eerste keer?
 Je merkt ook dat als je dit vaker doet het steeds gemakkelijker gaat. 
 De paadjes in je hersenen worden dan steeds breder. 
 Herhalen is dus belangrijk voor het aanleren van nieuwe dingen.


Achtergrondinformatie voor docent 
Deze test wordt de Strooptest genoemd. Het is bedacht door een wetenschapper die Stroop heette. Het is een test om te kijken of je nog fit bent. 
Bergbeklimmers gebruiken die soms om te kijken of ze nog helder zijn en geen last hebben van hoogteziekte. 
(De vergeetcurve van Hermann Ebbinghaus-Vernieuwenderwijs)

Gekleurde woorden
We maken tweetallen.
-Per tweetal leest één van jullie de gekleurde woorden hardop voor.
-Lees niet de woorden zelf, maar de kleur waarin het woord is afgedrukt. 
-Dus zeg bij het tweede woord niet ORANJE maar ROZE.
-De ander houdt bij hoeveel woorden in 1 x goed gezegd worden.
-We doen dit 3 x.
-Iedere keer krijg je 10 seconden. We beginnen als ik start zeg.
-Is dit duidelijk?
Spreek af wie de woorden voorleest en wie bijhoudt hoeveel woorden goed worden gezegd.

timer
1:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Pak een stukje papier + pen
Noteer:
1e keer: ...... woorden goed gezegd
2e keer: ..... woorden goed gezegd
3e keer: ..... woorden goed gezegd

Hier noteer je de woorden die je 
achter elkaar in één keer goed hebt gezegd (je maatje telt)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

ROOD ORANJE PAARS GROEN ROZE BRUIN

BLAUW ORANJE BLAUW GEEL ROOD DONKERBLAUW

ROOD      ORANJE   PAARS    GROEN    ROZE        BRUIN
BLAUW   ORANJE   BLAUW   GEEL       ROOD       DONKERBLAUW
timer
1:00

Slide 10 - Slide

Intro: 
-e gebruiken zo het volgende scherm van deze LessonUp.
-We maken tweetallen.
-Per tweetal leest één van jullie de gekleurde woorden hardop voor.
-Lees niet de woorden zelf, maar de kleur waarin het woord is afgedrukt. 
-Dus zeg bij het eerste woord niet ROOD maar GROEN.
-De ander houdt bij hoeveel woorden in 1 x goed gezegd worden.
-We doen dit 3 x.
-Iedere keer krijg je 10 seconden. We beginnen als ik start zeg.
-Is dit duidelijk?
-Heeft iedereen iemand gevonden om de oefening mee te doen?
Spreek af wie de woorden voorleest en wie bijhoudt hoeveel woorden goed worden gezegd.
Dan gaan we nu beginnen: Start nu!

Nabespreking: 
A: Wat is jullie opgevallen? 
 Je hebt vast gemerkt dat het best moeilijk is. Je moet de neiging om het woord te lezen onderdrukken. 
 Dat kost energie. Dat komt omdat je – als je goed kan lezen -, je weet wat er staat zo gauw je het ziet. Het is geautomatiseerd. 
 Om de kleur te zeggen moet je bewust afwijken van de snelweg in je brein. 
 Dan merk je hoe sterk je automatische piloot is. 

B: Steek je hand op: bij wie ging het de derde keer beter dan de eerste keer?
 Je merkt ook dat als je dit vaker doet het steeds gemakkelijker gaat. 
 De paadjes in je hersenen worden dan steeds breder. 
 Herhalen is dus belangrijk voor het aanleren van nieuwe dingen.


Achtergrondinformatie voor docent 
Deze test wordt de Strooptest genoemd. Het is bedacht door een wetenschapper die Stroop heette. Het is een test om te kijken of je nog fit bent. 
Bergbeklimmers gebruiken die soms om te kijken of ze nog helder zijn en geen last hebben van hoogteziekte. 
(De vergeetcurve van Hermann Ebbinghaus-Vernieuwenderwijs)

Slide 11 - Slide

Intro: Herhalen is belangrijk bij het leren van nieuwe dingen.
Dat kan op verschillende manieren.
Op je werkblad van opdracht 4 staan er een aantal.
We nemen deze even met elkaar door.

Slide 12 - Slide

En de rechter kolom:
Leren met ezelsbruggetjes (wie weet wat een ezelsbruggetje is?)
Leren door liedjes/rap te maken van wat je leert
Leren terwijl je beweegt (bijvoorbeeld in een groep iets overgooien en ondertussen de tafels opzeggen)
Leren door een verhaaltje te maken van de lesstof in de ik-vorm waarin je zelf de hoofdrol speelt
Leren door beelden/plaatjes te maken in je hoofd
Leren door de lesstof te koppelen aan dingen die je in de ruimte ziet als je door een kamer loopt die je kent.
De laatste zes kennen de meeste jongeren niet. Daarom gaan we ze nu uitproberen.
We doen dit aan de hand van een rij woorden die je moet proberen te onthouden.
De woorden staan op je werkblad bij opdracht 4.
We verdelen de klas in 6 groepjes.
Ieder groepje krijgt een leerstrategie.
(Je kan er ook voor kiezen om de leerlingen zelf de leerstrategie uit te laten kiezen die ze willen proberen.)
Ieder groepje krijgt 5 minuten om de woorden op je werkblad te leren via een van de strategieën.
Je moet de woorden onthouden in dezelfde volgorde als waarin ze op het werkblad staan.
Nabespreking:
Laat maar horen:
Wat is je opgevallen?
Welke strategie wil je zelf gebruiken om beter te leren?
Schrijf die op je werkblad en ga die binnenkort eens oefenen.
Want ook in een leerstrategie word je steeds beter als je die regelmatig doet.
Ik wil nog even terugkomen op de laatste: Leren door de lesstof koppelen aan dingen die je in de ruimte ziet als je door een kamer loopt die je kent.
Dit is één van de meest effectieve strategieën om dingen in een bepaalde volgorde te onthouden.
Bijvoorbeeld als je een verhaal wilt vertellen.
Misschien kennen jullie de serie Sherlock Holmes? Hij doet dit ook vaak, hij noemt het zijn ‘mind palace’.

6 groepjes
Je krijgt van je docent een nummer (1-6).

Ga met de leerlingen met hetzelfde nummer bij elkaar zitten.

De leerstrategie van jouw groep (nummer) staat op het volgende scherm

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Leerstrategiën uitproberen
  1. Leren met ezelsbruggetjes
  2. Leren door liedje/rap te maken van leerstof
  3. Leren terwijl je beweegt
  4. Leren door van de leerstof een verhaaltje in de ik-vorm te maken (je speelt zelf de hoofdrol)
  5. Leren door beelden/plaatjes te maken in je hoofd
  6. Leren door de leerstof te koppelen aan dingen die je ziet in een jouw bekende ruimte

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Leren groente
Pak het lijstje met groenten.
Leer ze uit je hoofd in dezelfde volgorde.
Je hebt hiervoor 5 minuten.



Resultaat? Laat horen!
timer
1:00

Slide 15 - Slide

Nabespreking:
Laat maar horen:
Wat is je opgevallen?
Welke strategie wil je zelf gebruiken om beter te leren?
Schrijf die op je werkblad en ga die binnenkort eens oefenen.
Want ook in een leerstrategie word je steeds beter als je die regelmatig doet.
Ik wil nog even terugkomen op de laatste: Leren door de lesstof koppelen aan dingen die je in de ruimte ziet als je door een kamer loopt die je kent.
Dit is één van de meest effectieve strategieën om dingen in een bepaalde volgorde te onthouden.
Bijvoorbeeld als je een verhaal wilt vertellen.
Misschien kennen jullie de serie Sherlock Holmes? Hij doet dit ook vaak, hij noemt het zijn ‘mind palace’.

Hier verder gaan

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions