Vandaag hebben we het over positief en negatief gedrag
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Sociale vaardighedenPraktijkonderwijsLeerjaar 1
This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Les 5 - Positief & Negatief gedrag
Vandaag hebben we het over positief en negatief gedrag
Slide 1 - Slide
Les 5 - Positief & Negatief gedrag
We kunnen het verschil tussen positief en negatief gedrag benoemen
We kunnen voorbeelden geven van positief en negatief gedrag
We weten wat een top en een tip is
Slide 2 - Slide
Positief gedrag
Positief gedrag is dat wat je doet. Positief gedrag heeft fijne gevolgen voor jezelf en je omgeving. Het wordt daarom ook wel wenselijk gedrag of goed gedrag genoemd. Dat waar vroeger je ouders of docenten blij mee waren en waar anderen je complimenten voor geven.
Slide 3 - Slide
negatief gedrag
Ongewenst gedrag is onderling gedrag dat als bedreigend, vernederend of intimiderend wordt ervaren. Voorbeelden van ongewenst gedrag zijn discriminatie, agressie, geweld en pesten.
Slide 4 - Slide
Wat betekent positief en negatief gedrag?
Slide 5 - Open question
Noem voorbeelden van positief gedrag
Slide 6 - Mind map
Les 5 - Positief & Negatief gedrag
We bekijken de poster. In je map op bladzijde 9 zie je de poster ook.
Slide 7 - Slide
Les 5 - Positief & negatief gedrag
Luisterkaart
Kijkkaart
Slide 8 - Slide
Les 5 - Positief en negatief gedrag
Beeld uit
Deur openhouden
Deur dichtsmijten
Luisterhouding
Verkeerd op je stoel zitten
Iemand troosten
Doorlopen als iemand huilt
Opgeruimde tafel
Veel zooi op je tafel
Netjes praten tegen de juf
Schelden tegen de juf
Helpen opruimen
Niks doen bij opruimen
Slide 9 - Slide
Les 5 - Positief en negatief gedrag
Uitbeelden: De hele school is een uur eerder uit. Er gaat een groep richting de bushalte. De bus komt aan. Iedereen wil graag zitten. Het is druk in de bus. Achterin zitten al een paar meisjes die jonger zijn. Wesley loopt naar ze toe en roept: Sta eens op, ik wil hier zitten! De meisjes schrikken en staan op. Wesley ploft neer op de stoel. Bij de volgende stop, stapt een zwangere vrouw in en zij gaat staan naast de stoel van Wesley. Wat gaat Wesley nu doen?