K4 T4 oefenen

K4 T4 oefenen
Gebruik je laptop (Geen telefoons)
lessonup.app
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

K4 T4 oefenen
Gebruik je laptop (Geen telefoons)
lessonup.app

Slide 1 - Slide

Woordjes
Typ de juiste vertaling van de woordjes
7x EN - NE
7x NE - EN

Slide 2 - Slide

1. seem

Slide 3 - Open question

2. unwritten

Slide 4 - Open question

3. developer

Slide 5 - Open question

4. tough

Slide 6 - Open question

5. annoyance

Slide 7 - Open question

6. swell up

Slide 8 - Open question

7. Distract

Slide 9 - Open question

1. Het eens zijn

Slide 10 - Open question

2. gedrag

Slide 11 - Open question

3. zintuigen

Slide 12 - Open question

4. schudden

Slide 13 - Open question

5. deelnemer

Slide 14 - Open question

6. onderzoeken

Slide 15 - Open question

7. rustig

Slide 16 - Open question

Grammatica
3x typ de juiste zin
+ Bevestigende zin
? Vraagzin
- Ontkennende zin
5x Kies voor de juiste optie

Slide 17 - Slide

Typ de ? van de volgende zin:
+ Lucy likes donuts.

Slide 18 - Open question

Typ de - van de volgende zin:
+ My father is a gardener.

Slide 19 - Open question

Typ de + van de volgende zin:
? Is Jack 21 years old?

Slide 20 - Open question

Waar staat het woord correct:
Often
A
We often go to Amsterdam.
B
We go often to Amsterdam.
C
Often we go to Amsterdam
D
We go to Amsterdam often.

Slide 21 - Quiz

Waar staat het woord correct:
Always
A
We eat fries always on Fridays.
B
We always eat fries on Fridays.
C
We eat always fries on Fridays.
D
Always we eat fries on Fridays.

Slide 22 - Quiz

Waar staat het woord correct:
Never
A
Never am I late.
B
I never am late.
C
I am never late.
D
I am late never.

Slide 23 - Quiz

Welke zin staat in de juiste volgorde?
A
We are going on Friday to Amsterdam.
B
We are going to Amsterdam on Friday.
C
To Amsterdam we are going on Friday.

Slide 24 - Quiz

Welke zin staat in de juiste volgorde?
A
I like to picknick in the park in the weekend.
B
I like to picknick in the weekend in the park.
C
In the park I like to picknick in the weekend.

Slide 25 - Quiz