H17 REDOX reacties

H17 REDOX reacties
1 / 31
next
Slide 1: Slide
ChemieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

H17 REDOX reacties

Slide 1 - Slide

HCl+H2OH3O++OH
HCl+NH3Cl+NH4+
AgClAg++Cl
2H2OO2+2H2
Zuur base reactie
Protolyse reactie
Oplosvergelijking
Ontleding

Slide 2 - Drag question

Slide 3 - Slide

Ijzer reageert met water en zuurstof en vormt daarbij roest.
Geef de reactievergelijking.
Fe(OH)3

Slide 4 - Open question

REDOX = uitwisseling van elektronen
Ijzeratomen worden ijzer(III)ionen


FeFe3++3e

Slide 5 - Slide

REDOX = uitwisseling van elektronen
Ijzeratomen worden ijzer(III)ionen


FeFe3++3e

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

AgAg++e
Wat gebeurt er nou precies?
S+2eS2
Oxidatie van zilver
Reductie van zwavel
2Ag+SAg2S

Slide 8 - Slide

Definities:

  • Reductor: Deeltje dat elektronen afstaat.
  • Oxidator: Deeltje dat elektronen opneemt.
  • Reductie: De halfreactie waarbij elektronen worden opgenomen.
  • Oxidatie: De halfreactie waarbij elektronen worden afgestaan.
  • Reductor wordt geoxideerd, en reduceert de oxidator
  • Oxidator: Wordt gereduceerd, en oxideert de reductor.

Slide 9 - Slide

Regels oxidatiegetal
  • Elementen hebben een oxidatiegetal 0
  • Ionen hebben een oxidatiegetal gelijk aan hun lading
  • Zuurstof in verbindingen heeft (bijna) altijd een oxidatiegetal van -2.
  • Waterstof in verbindingen heeft (bijna) altijd een oxidatiegetal van +1
  • De som van alle oxidatiegetallen in een verbinding is 0.
  • De som van alle oxidatiegetallen in een samengesteld ion is gelijk aan de lading.

Slide 10 - Slide

Voorbeeld CO2
  • Is een molecuul dus som van oxidatiegetallen is 0
  • Zuurstof aanwezig in een verbinding dus -2
1 x C
+4
2 x O
2 x -2
-4
Som
0

Slide 11 - Slide

Voorbeeld 2 Cr2O72-
  • Is een samengesteld ion. Dus som is gelijk aan de lading van -2
  • Zuurstof aanwezig in een verbinding dus -2
2 x Cr
2 x +6
+12
7 x O
7 x -2
-14
Som
-2

Slide 12 - Slide

17.3 redoxreacties
Leerdoelen
  • Je kunt elektronen plaatsen in een halfreactie
  • Je kunt reductoren en oxidatoren in een reactie aanwijzen
Extra uitdaging
  • Je kunt de halfreacties geven bij een totaalreactie

Slide 13 - Slide

17.4 oxidatoren en reductoren
Leerdoelen
  • je kunt uit Binas tabel 48 de sterkte van een OX en RED afleiden
  • je kunt met Binas 48 beredeneren of een RedOx reactie verloopt
Extra uitdaging
  • je kunt de vergelijking van een totaalreactie opstellen met behulp van halfreacties en Binas 48

Slide 14 - Slide

Reacties van metalen
Reductoren staan niet allemaal even makkelijk elektronen af
Oxidatoren zijn ook niet allemaal even sterk in het opnemen van elektronen. 
Wanneer verloopt een reactie tussen een OX en RED?

Dat zoeken we uit met behulp van de volgende filmpjes

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

In het filmpje heb je gezien dat niet alle reductoren even sterk zijn.
In welke volgorde nam de reductorsterkte af?
(dus: wat is de volgorde van sterk naar zwak?)
A
Cu > Zn > Mg
B
Mg > Zn > Cu
C
Zn > Mg > Cu
D
Cu > Mg > Zn

Slide 17 - Quiz

uitleg
Magnesium reageerde het meest heftig met zoutzuur
Magnesium is dus de sterkste reductor
Koper reageerde helemaal niet en is de zwakste reductor van deze drie metalen.
Pak nu je Binas en zoek tabel 48 op of blz 389/390 in je boek. 
Waar staan de reductoren Mg, Zn en Cu in deze tabel?

Slide 18 - Slide

Waar staan de reductoren in Binas Tabel 48 en hoe verandert de sterkte?
A
de reductoren staan links, de sterkste bovenaan
B
de reductoren staan rechts, de sterkste bovenaan
C
de reductoren staan links, de sterkste onderaan
D
de reductoren staan rechts, de sterkste onderaan

Slide 19 - Quiz

hoe hoger hoe zwakker


sterk
RED

OX 
sterk

hoe lager hoe zwakker

Slide 20 - Slide

Wanneer verloopt een redoxreactie?
Je gaat zo twee filmpjes bekijken
Na elk filmpje beantwoord je de volgende vragen in je schrift:
1. Welk deeltje is de OX, welke de RED? 
2. Geef met behulp van halfreacties de vergelijking van de totaalreactie
3. Kijk in Binas 48 waar de OX staat en waar de RED staat

Slide 21 - Slide

1

Slide 22 - Video

00:33
Wat is de juiste notatie van een kopersulfaat-oplossing en een stukje zink?

Slide 23 - Open question

Welk deeltje geeft de oplossing een blauwe kleur? Gebruik eventueel Binas 65
A
Cu
B
Zn
C
Cu2+
D
Zn2+

Slide 24 - Quiz

Welke reactie is opgetreden?
De blauwe kleur verdwijnt, dus de koperionen reageren weg. Er ontstaat een vaste stof, dit moet dus de vaste stof koper zijn.
Beantwoord de volgende vragen in je schrift:
1. Welk deeltje reageert hier als OX? En welke als RED?
2. Geef met de halfreacties de totaalreactie van deze reactie.
3. Waar staan de OX en de RED in Binas? Welke staat hoog en welke staat laag in de tabel?

Slide 25 - Slide

De RED staat lager in de tabel dan de OX (de tabel loopt op de rechter bladzijde verder door, dus naar beneden)

Slide 26 - Slide

0

Slide 27 - Video

Welke reactie is opgetreden?
Gebruik de waarnemingen om de twee halfreacties te noteren:
1. de kleurloze oplossing wordt blauw. Welke ionen zijn er dus ontstaan? Uit welke beginstof? Geef de halfreactie.
2. op de koperdraad ontstaat een grijze vaste stof. Dit is zilver. Geef de halfreactie voor de vorming van zilver uit de ionen in de oplossing.
3. Geef de totaalreactie.
4. Welk deeltje is de OX en welke de RED?
5. Hoe staan deze deeltjes ten opzichte van elkaar in Binas?

Slide 28 - Slide

Upload een foto van je schrift.

Slide 29 - Open question

De RED staat lager in de tabel dan de OX 

Slide 30 - Slide

ONTHOUD (noteer & leer)
  • In Binas tabel 48 staan de OX en RED gerangschikt naar sterkte: de sterkste OX bovenaan, de sterkste RED onderaan

  • Een redoxreactie kan alleen verlopen als de OX in Binas tabel 48 hoger staat dan de RED

Slide 31 - Slide