De ultieme quiz Waystage

• Nederlands
• Secundair onderwijs

Wij hebben ons _____ (klaarmaken)

De Mona Lisa is een ____ dat in het Louvre hangt

Ik ___ van de trap ___ (vallen)

Wat is dit?

Mijn broek is te lang. Kan je de broek ___?

Naast mijn bed staat er een ____

Mijn boekentas ___ op de tafel

1. staat
2. ligt
3. hangt

____ het boek op de tafel

1. zet
2. leg
3. hang

Jullie ___ tot 10:00 in bed ___ (liggen)

welke vorm is dit?

Welke verdieping is dit?
Het ____

Ik ga naar Oostende, in Gent moet ik ___

1. opstappen
2. afstappen
3. overstappen

Hij draagt een ___ t-shirt

1. wit
2. witte

ik zoek ___ sokken

1. zwart
2. zwarte

Gisteren ___ wij ___ (zwemmen)

Welk motief zie je hier?

Ik verkoop mijn __ tafel

1. klein, rond
2. kleine, ronde

De man van mijn dochter is mijn ___

Vandaag ___ ik naar school ___

B 180 cm = dit meubel is 180 cm

1. lang
2. breed
3. hoog
4. diep

Negatie: hij heeft al heel de dag honger

Kan u mij ___?

Mama, ___ ik een koekje eten?

1. kan
2. mag
3. moet
4. wil

Katrien heeft morgen examen. Ze __ studeren

1. kan
2. mag
3. moet
4. wil

Mijn dochter volgt zwemlessen. Ze ___ al goed zwemmen.

1. kan
2. mag
3. moet
4. wil

geef een antoniem voor: mooi

Geef de comparatief voor "veel"

Het tapijt ligt ___ het bed

1. op
2. onder

ik drink ___ koffie

1. niet
2. geen