POËZIE - BEELDSPRAAK III
1 / 20
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
WELKE DRIE SOORTEN BEELDSPRAAK ZIJN ER?
Slide 2 - Open question
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
SCHREEUWENDE KLEUREN.
A
vergelijking met als
B
asyndetische vergelijking
C
metafoor
D
synesthesie
Slide 5 - Quiz
zo groot als een reus
A
vergelijking met als
B
asyndetische vergelijking
C
metafoor
D
synesthesie
Slide 6 - Quiz
De man, een reus, kwam op mij toegestapt
A
vergelijking met als
B
asyndetische vergelijking
C
metafoor
D
synesthesie
Slide 7 - Quiz
Het leven is een hindernissenparcours.
A
vergelijking met als
B
asyndetische vergelijking
C
metafoor
D
synesthesie
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
God laat dit meisjeshart niet doelloos branden.
A
metafoor
B
metonymia
Slide 11 - Quiz
De Renaissance stelde het individu centraal.
A
metafoor
B
metonymia
Slide 12 - Quiz
Een reus kent zichzelf.
Hij zoekt een meisje zoet als een konijn
om weg te goochelen in en uit
de grote hoed van zijn hart.
Hij zoekt een meisje zoet als een konijn
om weg te goochelen in en uit
de grote hoed van zijn hart.
A
metafoor
B
metonymia
Slide 13 - Quiz
De wilde bloemen staan te lachen in het warme bad der zon.
A
metafoor
B
metonymia
Slide 14 - Quiz
Zijn ogen zijn klaar en helder als kristal.
A
metafoor
B
metonymia
Slide 15 - Quiz
Een vrouw passeert.
De echo raapt gehaast haar stappen op.
De echo raapt gehaast haar stappen op.
A
metafoor
B
metonymia
Slide 16 - Quiz
De lamp streelt rustig ons voornaam gezicht.
A
metafoor
B
metonymia
Slide 17 - Quiz
Nu weet ik: nergens vind ik vree
op aarde niet en niet op zee,
pas aan die laatste smalle ree
van hout in zand.
A
metafoor
B
metonymia
