7.3

Wat gaan we vandaag doen?
  • Definitie quiz
  • Filmpje: Radioactief verval
  • Bezig aan het huiswerk
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Wat gaan we vandaag doen?
  • Definitie quiz
  • Filmpje: Radioactief verval
  • Bezig aan het huiswerk

Slide 1 - Slide

Verandering van een instabiele atoomkern. Dit kan gebeuren op drie manieren: alfaverval, bètaverval en gammaverval.

Slide 2 - Slide

radioactief verval
Verandering van een instabiele atoomkern. Dit kan gebeuren op drie manieren: alfaverval, bètaverval en gammaverval.

Slide 3 - Slide

Vorm van radioactief verval, waarbij een alfadeeltje uit de kern wegvliegt.

Slide 4 - Slide

alfaverval
Vorm van radioactief verval, waarbij een alfadeeltje uit de kern wegvliegt.

Slide 5 - Slide

alfadeeltje
Deeltje dat dezelfde samenstelling als een heliumkern: twee neutronen en twee protonen. Het wordt bij radioactief verval door de instabiele kern uitgezonden.

Slide 6 - Slide

Vorm van radioactief verval, waarbij een neutron in de atoomkern spontaan verandert in een proton en een elektron. Vervolgens wordt het elektron uitgestoten uit de kern.

Slide 7 - Slide

bètaverval
Vorm van radioactief verval, waarbij een neutron in de atoomkern spontaan verandert in een proton en een elektron. Vervolgens wordt het elektron uitgestoten uit de kern.

Slide 8 - Slide

Straling die moleculen kapot kan maken.

Slide 9 - Slide

ioniserende straling
Straling die moleculen kapot kan maken.

Slide 10 - Slide

Alternatieve verschijningsvorm van een element, dat wordt veroorzaakt door een ander aantal neutronen in de kern.

Slide 11 - Slide

isotoop
Alternatieve verschijningsvorm van een element, dat wordt veroorzaakt door een ander aantal neutronen in de kern.

Slide 12 - Slide

Vorm van radioactief verval, waarbij de kern gammastraling uitzendt om energie kwijt te raken. Ontstaat vaak na alfa- of bètaverval.

Slide 13 - Slide

gammaverval
Vorm van radioactief verval, waarbij de kern gammastraling uitzendt om energie kwijt te raken. Ontstaat vaak na alfa- of bètaverval.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Huiswerk
Bestudeer paragraaf 7.3
maken  t/m opgave  32

Slide 16 - Slide