3.2 Formules van stoffen

Welk atoom staat in groep 1 periode 2
A
Be
B
H
C
Li
D
He
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welk atoom staat in groep 1 periode 2
A
Be
B
H
C
Li
D
He

Slide 1 - Quiz

Welk atoom staat in groep 17 periode 3
A
Cl
B
Br
C
Ac
D
C

Slide 2 - Quiz

Niet-metalen
Metaal
Cl
Li
Calcium
F
Magnesium
Zwavel

Slide 3 - Drag question

Formules van stoffen

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt molecuulformules opstellen
  • Je kunt uitleg geven over modellen van moleculen
  • Je kunt de systematische naamgeving opstellen voor formules en deze ook afleiden vanuit de formule.
  • Je kunt de drie soorten stoffen (moleculaire stoffen, metalen en zouten) beschrijven.

Slide 5 - Slide

Molecuul formules

Slide 6 - Slide

Wat is de formule van het volgende molecuul:
A
NH3
B
N3H
C
N3H
D
3NH

Slide 7 - Quiz

Wat is de formule van het volgende molecuul:
A
C8H3
B
C3H8
C
C8H3
D
C3H8

Slide 8 - Quiz

Wat is de formule van het volgende molecuul:
A
CO2
B
2CO
C
C2O
D
CO2

Slide 9 - Quiz

Stoffen weergeven in formule taal

Slide 10 - Slide

Systematische naamgeving

Slide 11 - Slide

Systematische naamgeving stappenplan
Wanneer je een systematische naam krijgt:
  1. Noteer de symbolen van de atoomsoorten in de naam
  2. Zet de nummers van de griekse telwoorden die in de naam voor de atoomsoort staan achter elk symbool als index.


Slide 12 - Slide

Wat is de structuurformule van Stikstofdioxide
A
NO2
B
N2O
C
NO
D
NO2

Slide 13 - Quiz

Wat is de structuur formule van Zwaveldichloride
A
SCl
B
S2Cl
C
SCl2
D
S2Cl

Slide 14 - Quiz

Wat is de structuur van Fosforpentabromide
A
F5Br
B
PBr5
C
FBr5
D
P5Br

Slide 15 - Quiz

Systematische naamgeving stappenplan
Waneer je begint met de formule:
  1. Noteer het griekse telwoord behoorende bij de index van de eerste atoomsoort
  2. Zet de naam van de eerste atoomsoort hier achter
  3. Noteer vervolgens het griekse telwoord behoorende bij de index van de tweede atoomsoort
  4. Noteer het achtervoegsel behoorende bij de tweede atoomsoort

Slide 16 - Slide

Wat is de systematische naam van
S2O2
A
Dizwaveldioxide
B
Dizwaveldizuurstof
C
Zwaveldioxide
D
Zwavelzuurstof

Slide 17 - Quiz

Wat is de systematische naam van
NF3
A
Stikstoffluoride
B
Stikstofdifluoride
C
Tristikstoffluoride
D
Stikstoftrifluoride

Slide 18 - Quiz

Soorten stoffen
  •  Zouten -> Ontstaan wanneer een metaal reageert met een niet-metaal
  • Moleculaire stoffen ->  ontstaan wanneer niet-metalen met elkaar reageren
  • Metalen -> reageren niet met elkaar, ze kunnen hoogstens in gesmolten toestand mengen.

Slide 19 - Slide

Wat voor soort stof is
SCl2
A
Zout
B
Atoom
C
Moleculaire stof
D
Metaal

Slide 20 - Quiz

Wat voor soort stof is
ZnCl
A
Zout
B
Moleculaire stof
C
Atoom
D
Metaal

Slide 21 - Quiz

Naamgeving Zouten
De systematische naamgeving tot nu toe is toepasselijk op alle moleculaire stoffen.
Voor zouten gaat het anders:
  1. Noteer eerst de naam van het metaal
  1. Zet de naam van het niet-metaal erachter
  2. Zet de uitgang -ide achter de naam

Slide 22 - Slide

Voorbeelden:
  •  NaCl
  • Natriumchloride
  • KI
  • Kaliumjodide

Slide 23 - Slide

Wat is de naam van
NaBr
A
Natriumbromide
B
Broomnatriumide
C
Natriumbroom
D
Broomnatrium

Slide 24 - Quiz

Wat is de naam van
MgBr2
A
Bromidemagnesium
B
Dimagnesiumbromide
C
Magnesiumdibromide
D
Magnesiumbromide

Slide 25 - Quiz