LE 20 les 2

LE 20 les 2
Schizofrenie 
niet schizofrene psychosen
delier

1 / 26
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

LE 20 les 2
Schizofrenie 
niet schizofrene psychosen
delier

Slide 1 - Slide

Studiestof: ZorgPad: Branches - Geestelijke gezondheidszorg - Psychiatrische ziektebeelden (1) - Theorie Psychiatrische ziektebeelden - Schizofreniespectrumstoornis en andere psychotische stoornissen
Planning
Leerdoelen
herhalen
Theorie
Opdracht
Evaluatie
Huiswerk

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les ben je in staat om het verschil tussen een functionele en organische psychose aan te geven
Aan het einde van de les  weet je de symptomen en hoe schizofrenie ontstaat
Je kent het verschil tussen wanen en hallucinaties

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Opdracht gedurende de les
Tijdens deze les ga je op een blaadje noteren wat volgens jouw belangrijke begrippen zijn in deze les

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

We spreken over drie psychische functies namelijk:

Slide 5 - Open question

cognitief
conatief
affectief
bewustzijn, aandacht orientatie denken zijn voorbeelden van:
A
conatieve functies
B
affectieve functies
C
cognitiefve functies
D
competatieve functies

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Affectieve functies hebben te maken met?
A
emoties en stemming
B
wanen en hallucinaties
C
presteren en reageren
D
atractie n motivatie

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Iemand die overmatig aan het schelden is en agressief gedrag vertoont kan een stoornis hebben in?
A
cognitieve functies
B
contrast functies
C
cooperatieve functie
D
conatieve functies

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Schizofrenie
Dit is een ziekte van de hersenen waarbij je last hebt van psychoses. 

Verstoringen vinden plaats in 1 of meer van je psychische functies

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Schizofreniespectrumstoornissen
Onder de categorie schizofreniespectrumstoornissen en andere psychotische stoornissen vallen in de DSM-5 verschillende diagnoses.

Al deze diagnoses kenmerken zich door een verstoring van 1 of meerdere psychische functies.

Slide 10 - Slide

schizofrenie,
schizofreniforme stoornis,
schizoaffectieve stoornis,
kortdurende psychotische stoornis,
gedeelde psychotische stoornis,
waanstoornis,
psychosen bij een andere psychiatrische aandoening zoals stemmingsstoornis,
psychotische stoornis door een somatische aandoening,
psychotische stoornis door een middel.
  Meestal ontwikkelen de symptomen van schizofrenie zich geleidelijk. Patiënten trekken zich in toenemende mate terug en verwaarlozen zichzelf en de contacten met anderen. Voordat de symptomen van de aandoening ontstaan, ontwikkelen veel patiënten zich normaal. Psychotische episoden worden dikwijls afgewisseld met rustigere perioden, waarin de symptomen minder opvallend zijn.

Opzoeken
Jullie mogen opzoeken wat het verschil is tussen een functionele en een organische psychose
5 minuten. 

Daarna mag je overleggen met je buurman wat hij/zij gevonden heeft. 2 minuten

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Functionele en organische psychose
Organische psychosen: de psychose is te wijten aan een lichamelijke of organische oorzaak (bijvoorbeeld als gevolg van middelengebruik of een aantoonbare hersenaandoening); 

Functionele psychosen: hieronder vallen psychoses die niet te wijten zijn aan een organische afwijkinging of inname van psychoactieve stoffen

Slide 12 - Slide

Weet iemand welke drug er bekend staat om zijn hallucinacties?
 oa paddo’s
 meningitis, postpatrum psychoses! hormonaal
Functioneel:
psychose die niet te wijten is aan een organische afwijking of inname van psychoactieve stoffen; onderscheiden worden: schizofrenie, waanstoornis, schizofreniforme, schizoaffectieve, kortdurende en gedeelde psychotische stoornis
Kijkopdracht
Kijk of je de volgende dingen uit het filmpje herkent:
Op welke leeftijd gebeurt het
Wie meer risico mannen of vrouwen
We onderscheiden 2 categorieën. Welke zijn dat?
Welke symptomen noemt deze vrouw in het filmpje?
Hoeveel symptomen heb je nodig om de diagnose te krijgen?
Wat is de oorzaak van schizofrenie
Hoe noem je de medicatie die wordt voorgeschreven

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Symptomen
Positieve symptomen: Verschijnselen die erbij zijn gekomen. Treden voornamelijk op in de acute fase, soms ook blijvend. (Wanen, hallucinaties, onsamenhangende spraak, onlogische verbanden, neologismen)
 
Negatieve symptomen: Verschijnselen die er eerst wel waren maar nu niet meer. Gedragingen en belevingen ontbreken. Ontwikkelen zich pas na verloop van tijd. (Emotionele vervlakking, apathie, gebrek aan zelfzorg, moeilijk abstract denken) 

Slide 15 - Slide

neologisme is een nieuw woord bedenken
Wanen en hallucinaties
Hallucinaties: waarnemingen zonder een externe prikkel, denkt, hoort, ziet, ruikt, proeft of voelt dingen die er niet zijn. 

Wanen: ideeën of overtuigingen die niet kloppen

Cognitieve functie

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Behandeling
Medicatie : Antipsychotica -> onderdrukkend effect bij positieve symptomen

Bijwerkingen van medicatie
Sufheid, duizelig, paskinsonisme

Psychosociale aanpak
acceptatie, voorlichting

Slide 17 - Slide

De behandeling bestaat uit medicamenteuze en psychologische interventies.
Antipsychotica (meest effectieve medicijnen in de psychiatrie):
Deze hebben vooral een onderdrukkend effect op de positieve symptomen. Bij ongeveer 70% van de patiënten verminderen de psychotische symptomen binnen enkele dagen tot weken. Effect op de onrust en gespannenheid treedt meestal binnen enkele uren op.
Bij te weinig therapietrouw kan een langer werkende dosis antipsychoticum (Haldol) intramusculair in de bilspier ingespoten worden (‘depot’-medicatie).
Antipsychotica hebben vervelende bijwerkingen zoals:
sufheid,
duizeligheid,
geheugenproblemen,
parkinsonisme of EPV’,
laattijdige bewegingsstoornissen (tardieve dyskinesie) zoals storende tics in het gelaat (ze treden soms op na maanden of jarenlange behandeling en blijven bestaan na stoppen behandeling).
orthostatische hypotensie,
mictieproblemen (urineretentie),
libidoverlies,
erectieproblemen,
onregelmatige menstruatie,
gewichtstoename,
verhoogde incidentie diabetes mellitus,
op lange termijn cardiovasculaire complicaties (gestoorde vethuishouding / lipiden).
 
   Antipsychotica zijn onmisbaar bij de behandeling maar dan altijd in combinatie
   met psychosociale aanpak.
 
   Psychosociale aanpak:
   Psychologische behandeling is in het algemeen niet gericht op volledig herstel maar
   vooral op acceptatie van en optimale aanpassing aan de beperkingen in psychosociaal
   functioneren. De volgende interventies zijn mogelijk: voorlichting over de aandoening,
   gezinsgesprekken, cognitieve therapie, sociale vaardigheidstraining en
   rehabilitatieprogramma’s gericht op (vrijwilligers) werk tot woonbegeleiding. Extra pyramidiale verschijnselen:
onnatuurlijk aandoende bewegingen zoals spiertrekkingen in het gezicht (rollende ogen, spiertrekkingen van de tong),
krampachtige strekking van het lichaam,
spierstijfheid,
moeizaam op gang komen na stilstaan of stilzitten,
juist niet in staat zijn om langdurig stil te staan of te zitten,
trillende vingers en handen,
maskerachtige uitdrukking van het gezicht.

Het is midden in de nacht.......

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Delier
Wie heeft er al eens een delier op stage gezien? 

Opdracht:
Bij wie komt het voor? Hoe wordt het gekenmerkt? Wat helpt deze mensen met een delier? 
10 min. Alleen. Opzoeken op internet
Eerder klaar? Begin aan een samenvatting van deze les

Slide 19 - Slide



Als het de hersenen niet meer lukt om alle prikkels die van binnen en buiten het lichaam de hersenen binnenkomen samen te voegen tot een verhaal.
Je kunt er volledig van herstellen.
Kan wel gevaarlijk zijn omdat mensen slechter eten en drinken, vallen of gevaarlijk gedrag vertonen
Overdag kan het minder zijn dan ‘s nachts. Enkele dagen tot soms weken duren

Psychose komt het meest voor bij schizofrenie. Maar bij welk ziektebeeld kun je ook een psychose krijgen (Niet schizofrene psychoses)

Slide 20 - Open question

PTSS, persoonlijkheidsstoornissen ect

Opdracht
Schrijf een casus waarin duidelijk naar voren komt dat de client schizofrenie heeft of
Schrijf nog een casus waarin duidelijk naar voren komt dat de client een delier heeft.

In duo's, internet en word. 15min
Ben je eerder klaar werk je ook de andere casus uit

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Opdracht gedurende de les
Welke begrippen heb je genoteerd? 

Werk deze nu uit

Slide 22 - Slide

Functionele psychose
Organische psychose
Wanen
Hallucinaties
Positieve symptomen
Negatieve symptomen
Delier

Wat is nu het verschil tussen een organische en functionele psychose?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Hallucinaties gaan over ideeen die niet kloppen. En in een waan zie, hoor en ruik je dingen die er niet zijn
A
juist
B
niet juist

Slide 24 - Quiz

Hallucinaties: waarnemingen zonder een externe prikkel, denkt, hoort, ziet, ruikt, proeft of voelt dingen die er niet zijn.
Wanen: ideeën of overtuigingen die niet kloppen
Hoe vinden jullie deze les? Wil je iets veranderen?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Huiswerk
Studiestof: ZorgPad: Branches - Geestelijke gezondheidszorg - Psychiatrische ziektebeelden (1) - Theorie Psychiatrische ziektebeelden - 3 Stoornissen in de affectieve functies - 3.1 Depressieve stemmingsstoornissen en bipolaire stoornissen.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions