formatieve toets Kapitel 10 Ferien MH2



Wat moet je leren?
1 / 31
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson



Wat moet je leren?

Slide 1 - Slide

zelfstandig leren woordjes Kap. 10
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Leerdoelen / Lernziele
Aan het einde van deze  les:
- Weet ik welke woorden ik van Kapitel 10 ken.
- Weet ik welke zinnen ik van Kapitel 10 ken.
- Weet ik wat ik goed kan en waar ik nog aan moet werken.

Slide 3 - Slide

Let op! 
- Je klikt na iedere oefening op bewaren!!!
- Je hebt steeds maar één kans, je kan niet terug. 

Slide 4 - Slide

Opdracht 1
Sleepvraag!

Sleep de gele vakjes naar rechts!


Slide 5 - Slide

Zoek de juiste vertalingen bij elkaar
müssen
die Sommerferien
das Schwimmbad
übernachten
der Campingplatz
mögen
viel Spaß
die Bahn
wissen
moeten
de camping
de zomervakantie
het zwembad
overnachten
Veel plezier
leuk vinden
weten
de trein

Slide 6 - Drag question

Opdracht 2
Welke woorden over "Ferien" herken je in de volgende zinnen. 
Schrijf ze in het Nederlands op!
(denk ook aan de meervoudsvorm)

Let op! Schrijf alleen het woord op en niet de hele zin!

Slide 7 - Slide

Ich habe Sommerferien.

Slide 8 - Open question

Kommst du mit an den Strand?

Slide 9 - Open question

Ich wünsche euch eine gute Reise.

Slide 10 - Open question

Wir übernachten heute!

Slide 11 - Open question

Wir fahren mit der Bahn.

Slide 12 - Open question

Opdracht 3
Kies de juiste vertaling in het Duits

Slide 13 - Slide

kunnen
A
genug
B
hier
C
moeten
D
können

Slide 14 - Quiz

weten
A
weißen
B
wollen
C
wir
D
wissen

Slide 15 - Quiz

veel plezier
A
viel Lust
B
viel Spaß
C
viel Gut
D
viel Strand

Slide 16 - Quiz

afspreken
A
abbrechen
B
aufbrechen
C
sich treffen
D
singen

Slide 17 - Quiz

Opdracht 4
Help!!!!!
Wat betekenen de volgende woorden in Duits?
Schrijf op!

Slide 18 - Slide

der Ausweis

Slide 19 - Open question

das Gleis

Slide 20 - Open question

der Stau

Slide 21 - Open question

dort

Slide 22 - Open question

wachsen

Slide 23 - Open question

Opdracht 5
Help!!!!!
Vertaal de volgende zinnen!

Slide 24 - Slide

Vertaal deze zin naar het Duits:
Wij gaan met de auto op vakantie!

Slide 25 - Open question

Vertaal deze zin naar het Duits:
Waar gaan jullie heen in de vakantie?

Slide 26 - Open question

Vertaal deze zin naar het Nederlands:
Was wollen wir in Frankreich machen?

Slide 27 - Open question

Vertaal deze zin naar het Nederlands:
Ich treffe mich mit Julian

Slide 28 - Open question

Hoe vond je de kennistest van Kapitel 10 gaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Hast du deine Lernziele erreicht?
(Heb jij je lesdoelen voor dit hoofdstuk behaald?)
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Geef een tip aan jezelf :-)

Slide 31 - Open question