14/03/2023 Lezen H4 les 2

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

10 minuten stil lezen uit je leesboek

Doe je telefoon in de telefoontas
Leg al je boeken op tafel
Ga rustig op je plaats zitten
Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (opdracht 4, 5 en 6 op bladzijde 23)


Slide 2 - Slide

Lezen H4 les 2
Studerend lezen en tekstdoelen 

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
- Huiswerk bespreken 
- Uitleg theorie
- Begrijp je het?
- Werken aan de opdracht

Aan het einde van de les weet je wat studerend lezen is 
Aan het einde van de les kan je twee tekstdoelen benoemen

Slide 4 - Slide

Huiswerk bespreken
Opdracht 4, 5 en 6 op bladzijde 23

Slide 5 - Slide

Uitleg theorie 

Slide 6 - Slide

Studerend lezen
  • Doel: informatie lezen om te onthouden 
    Denk aan het leren voor aardrijkskunde en geschiedenis  

  • Zoek de hoofdzaken van elke alinea (kernzinnen + vetgedrukte woorden)
  • Schematische samenvatting maken
  • Controleren (overhoren / na vertellen)

Slide 7 - Slide

Tekstdoelen 1
Tekstdoelen: wat wil de schrijver, wat is zijn doel?


De schrijver wil 
tekstdoel
toelichting
voorbeelden
De lezer informatie geven 
?
- Je krijgt informatie over iets wat werkelijk bestaat of werkelijk gebeurd is
- Iets te weten 
?
De lezer vermaken 
?
- De tekst gaat vaak over verzonnen gebeurtenissen
- Om te ontspannen
?

Slide 8 - Slide

Tekstdoelen 1
Tekstdoelen: wat wil de schrijver, wat is zijn doel?


De schrijver wil 
tekstdoel
toelichting
voorbeelden
De lezer informatie geven 
Informeren
- Je krijgt informatie over iets wat werkelijk bestaat of werkelijk gebeurd is
- Iets te weten 
?
De lezer vermaken 
Amuseren 
- De tekst gaat vaak over verzonnen gebeurtenissen
- Om te ontspannen
?

Slide 9 - Slide

Tekstdoelen 1
Tekstdoelen: wat wil de schrijver, wat is zijn doel?


De schrijver wil 
tekstdoel
toelichting
voorbeelden
De lezer informatie geven 
Informeren
- Je krijgt informatie over iets wat werkelijk bestaat of werkelijk gebeurd is
- Iets te weten 
Nieuwsbericht

Schoolboek
De lezer vermaken 
Amuseren 
- De tekst gaat vaak over verzonnen gebeurtenissen
- Om te ontspannen
Leesboek
 
Stripverhaal 

Slide 10 - Slide

Tekstdoelen 1
Informatieve teksten:
  • Schematische samenvatting - samenvatting in de vorm van een schematisch schema
  • Instructie: Uitleg in stappen hoe je iets moet uitvoeren

Slide 11 - Slide

Leespubliek 
  • De bron 
  • Het onderwerp 
  • Het taalgebruik 
  • De aanspreekvorm (u, jij)
  • Afbeeldingen (wel/niet, het soort)

Slide 12 - Slide

Leespubliek
Er is een nieuwe groep ontdekt bij zeehonden. Het virus komt van vogels en heeft honderden zeehonden besmet. Nu kun je denken: ach, het zijn maar zeehonden. Maar als het virus zoogdieren ziek kan maken, kan dat op termijn ook een gevaar voor mensen vormen. 
Bron: Know How 

  • De bron: Know How is een populair-wetenschappelijk maandblad voor jongeren
  • Het onderwerp: jongeren vinden dieren vaak interessant 
  • Het taalgebruik: geen lange zinnen en weinig moeilijke woorden
  • De aanspreekvorm: de lezer wordt met jij aangesproken 

Slide 13 - Slide

Tekstverband 2
  • Opsomming 
  • Tijdsvolgorde 
  • Tegenstelling 

  • Uitleggen tekstverband 
  • Komt vaak voor bij teksten met tekstdoel informeren 

Slide 14 - Slide

Tekstverband 2
Signaalwoorden uitleggen tekstverband: 

  • Bijvoorbeeld, dat wil zeggen, met andere woorden, onder andere, zoals 

  • Op de sportdag kun je kiezen uit verschillende sporten, zoals tennis, hockey of voetbal. 
  • Wim houdt het voor gezien, dat wil zeggen dat hij stopt met fluiten. 

Slide 15 - Slide

Even oefenen

Slide 16 - Slide

Het doel van een schematische samenvatting is informeren
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Amuseren is één van de tekstdoelen die je hebt geleerd. Wat is het andere tekstdoel?

Slide 18 - Open question

Wat is een voorbeeld van een tekst waarbij het doel amuseren is?

Slide 19 - Open question

Als de lezer met 'u' wordt aangesproken is de tekst bedoelt voor jongeren.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Welk signaalwoord past bij het uitleggen tekstverband?
A
onder andere
B
vervolgens
C
zodra
D
maar

Slide 21 - Quiz

Werken aan de opdracht
Wat? Maak opdracht 9, 10 en 11 op bladzijde 25-26
Hoe? Eerste vijf minuten zelfstandig, daarna mag je overleggen 
Tijd? Je hebt tot het einde van de les, het is huiswerk voor 21/03/23 
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs
Klaar? Lees verder uit je leesboek of maak ander huiswerk. 


timer
10:00

Slide 22 - Slide

Huiswerk

Voor volgende week dinsdag 21/03/23 moet opdracht 9, 10 en 11 op bladzijde 25-26 af zijn.

Schrijf dit op in je plenda!

Slide 23 - Slide