Préparation pour le test

On se prépare pour le test
1. Grammaire
les verbes être - avoir - aller
les verbes réguliers en -er
le futur proche
le passé composé
1 / 12
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

On se prépare pour le test
1. Grammaire
les verbes être - avoir - aller
les verbes réguliers en -er
le futur proche
le passé composé

Slide 1 - Slide

ik ben

Slide 2 - Open question

ik ga

Slide 3 - Open question

ils vont komt van het werkwoord...
A
venir
B
aller
C
être
D
avoir

Slide 4 - Quiz

ils ont is een vorm van het werkwoord
A
être
B
avoir
C
aller
D
faire

Slide 5 - Quiz

wij zijn

Slide 6 - Open question

wij gaan

Slide 7 - Open question

ils vont faire du foot
het werkwoord staat in de ...
A
futur proche
B
présent
C
passé composé

Slide 8 - Quiz

Ils ont un enfant
A
futur proche
B
présent
C
passé composé

Slide 9 - Quiz

ils ont regardé un film
A
futur proche
B
présent
C
passé composé

Slide 10 - Quiz

hij heeft gegeten

Slide 11 - Open question

jullie gaan kijken

Slide 12 - Open question