Genetische Kruisingen en Geslachtsgebonden Kenmerken

Genetische Kruisingen en Geslachtsgebonden Kenmerken
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Genetische Kruisingen en Geslachtsgebonden Kenmerken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe eigenschappen van generatie op generatie worden doorgegeven.
  • Aan het einde van de les kun je het verschil tussen autosomale en geslachtsgebonden overerving beschrijven.
  • Aan het einde van de les kun je verklaren waarom geslachtsgebonden ziekten vaker voorkomen bij mannen.
  • Aan het einde van de les kun je de implicaties van geslachtsgebonden overerving voor de gezondheid begrijpen.
  • Aan het einde van de les kun je een Punnett-kwadraat opstellen voor geslachtsgebonden kenmerken.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over genetische overerving en geslachtsgebonden kenmerken?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Begrip van genetische erfelijkheid
Genen: segmenten van DNA op chromosomen die onze eigenschappen bepalen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Autosomale overerving versus geslachtsgebonden overerving
Autosomale overerving: de overerving van eigenschappen die gelegen zijn op de autosomen, de niet-geslachtschromosomen (paren 1-22).
Geslachtsgebonden overerving: de overerving van eigenschappen die gelegen zijn op de geslachtschromosomen (X en Y).

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Prevalentie van geslachtsgebonden ziekten bij mannen
Mannen zijn vatbaarder voor geslachtsgebonden ziekten omdat zij slechts één X-chromosoom hebben.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Implicaties van geslachtsgebonden overerving
Recessief allel: een versie van een gen die alleen tot uiting komt als er geen dominant allel aanwezig is.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Punnett-kwadraat voor geslachtsgebonden kenmerken
Punnett-kwadraat: een diagram dat gebruikt wordt om de waarschijnlijkheid van de genotypen en fenotypen van nakomelingen te voorspellen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Definitielijst
Genen: segmenten van DNA op chromosomen die onze eigenschappen bepalen.
Autosomale overerving: de overerving van eigenschappen die gelegen zijn op de autosomen, de niet-geslachtschromosomen (paren 1-22).
Geslachtsgebonden overerving: de overerving van eigenschappen die gelegen zijn op de geslachtschromosomen (X en Y).
Recessief allel: een versie van een gen die alleen tot uiting komt als er geen dominant allel aanwezig is.
Punnett-kwadraat: een diagram dat gebruikt wordt om de waarschijnlijkheid van de genotypen en fenotypen van nakomelingen te voorspellen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 10 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 12 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.