Rekenen (1e) - Meetkunde & meetkunde - Week 10

• Wiskunde
• MBO
• Studiejaar 1

Meten & Meetkunde

H11: Tijd en snelheid

Ik heb het huiswerk ... gemaakt en ik begrijp de lesstof ... .

niet gemaakt; ik begrijp het niet

niet gemaakt; ik begrijp het wel

wel gemaakt; ik begrijp het niet

wel gemaakt; ik begrijp het wel

(H10.2: Opdracht 9)
Schrijf je berekening op.

150dm​3​​+260l=...m​3​​

(H10.2: Opdracht 9)
Schrijf je berekening op.

0,95m​3​​−2dm​3​​−0,5m​3​​=...dm​3​​

(H10.3: Opdracht 14)
Hoeveel heeft Marit in 2013 per maand aan gas betaald?
Maak een foto van de opdracht.

(H10.3: Opdracht 16)
Gebruik een creatieve manier om het antwoord op de opdracht te geven en maak hier een foto van.

Welk getal hoort er bij de pijltjes te staan?

1. 3600
2. 10
3. 60
4. 3,6

Als je de snelheid en de tijd weet, kun je de afstand berekenen.

Waar

Niet waar

Weet ik niet

S (Snelheid) = A (Afstand) : T (Tijd)

T (Tijd) = A (Afstand) : S (Snelheid)

A (Afstand) = S (Snelheid) x T (Tijd)

Jillert en Erik gaan op vakantie naar Parijs. Ze rijden met de auto 676 km in zes en een half uur.

Laat met een berekening zien wat de gemiddelde snelheid van de auto was in km/u.

Jillert en Erik gaan op vakantie naar Parijs. Ze rijden met de auto 676 km in zes en een half uur.

Laat met een berekening zien wat de gemiddelde snelheid van de auto was in km/u.

Afsluiting

Zelfstandig aan het werk; zie lesplanning.

H11

Ezelsbruggetjes zijn in Teams terug te vinden.