Basisstof 3 & 4

1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

In totaal zijn er 9 levenskenmerken. Welke 5 levenskenmerken kan je benoemen?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide


Wat wordt bedoeld met de
pijlen die een rondje maken?
A
de levensloop van de merel
B
de levenscyclus van de merel
C
de ontwikkeling van de merel

Slide 4 - Quiz

Een groep cellen met dezelfde bouw en dezelfde functie(s) noem je een
A
Orgaan
B
Orgaanstelsel
C
Organisme
D
Weefsel

Slide 5 - Quiz

In welke volgorde moeten de volgende woorden staan van groot naar klein?

Organisme, cel, orgaan, weefsel, orgaanstelsel,

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

0

Slide 10 - Video

De microscoop

oculair = een ooglens, vergroot 10x
tubus = houder van het oculair
revolver = draaibaar magazijn voor de objectieven
objectief = lens in de revolver. Vergroten 4x, 10x en 40x
tafel = hierop ligt het preparaat
statief = hieraan houdt je de microscoop vast bij vervoeren
stelschroef = hiermee stel je het beeld scherp. Er is een grote stelschroef en een fijne stelschroef.
lamp = lichtbron
diafragma = hiermee regel je de hoeveel licht
voet = hierop staat de microscoop

Slide 11 - Slide

Door welk gedeelte van de microscoop kijk je?
A
diafragma
B
revolver
C
oculair
D
objectief

Slide 12 - Quiz

Wat is de functie van het 'diafragma' van de microscoop?
A
het preparaat vergroten
B
hoeveelheid licht regelen
C
microscoop aan vastpakken
D
microscoop aan/uit zetten

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Leg het preparaat tussen de preparaatklemmen op de tafel van de microscoop.

Slide 15 - Slide

Zorg dat je preparaat recht boven de opening in de tafel komt te liggen.

Slide 16 - Slide

voet
stelschroef
diafragma
tafel
objectief
tubus

Slide 17 - Drag question

Je bekijkt een preparaat, het oculair vergoot 10x en het objectief 4x

Hoe vaak wordt het preparaat vergroot?
A
10x
B
40x
C
100x
D
400x

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Een dierlijke cel heeft een vacuole?
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Hebben plantaardige cellen cytoplasma?

A
ja
B
nee

Slide 25 - Quiz

Plantaardige cellen hebben geen celkern
A
ja
B
nee

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Bladgroenkorrels zitten alleen in .....
A
dierlijke cellen
B
plantaardige cellen

Slide 28 - Quiz

Alle cellen hebben een celwand
A
ja
B
nee

Slide 29 - Quiz

Dit is een microscopische afbeelding van...
A
Plantaardige cellen
B
Dierlijke cellen
C
Bacteriën
D
Schimmelcellen

Slide 30 - Quiz