H4 - TH4 evolutie - BS4

Thema 4
BS4
Evolutie in
populaties
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Thema 4
BS4
Evolutie in
populaties

Slide 1 - Slide

Leerdoelen BS 4

Slide 2 - Slide

Begrippen BS4
genenpool
allelfrequentie

Slide 3 - Slide

wat is een soort? 
organismen behoren tot dezelfde soort als:
  • ze kunnen voortplanten
  • ze vruchtbare nakomelingen kunnen produceren

Slide 4 - Slide

soort
 organismen die zich onderling kunnen voortplanten en vruchtbare nakomelingen hebben

Slide 5 - Slide

populatie
een groep van individuen van dezelfde soort

Slide 6 - Slide

Populatie vs. soort
maar let:
  • binnen een soort kan je verschillende rassen hebben  (sint-bernards hond en dwergpoedel)
  • na aanpassingen kan de populatie veranderen in meerderen soorten (Indische en Afrikaanse olifan

soort          = grootste verzameling populaties waartussen uitwisseling van genen kan plaatsvinden

Slide 7 - Slide

Populatie vs. soort

Slide 8 - Slide

behoren deze tot dezelfde soort? 
nee... want ze krijgen geen vruchtbare nakomelingen!!

Slide 9 - Slide

behoren deze tot dezelfde soort? 
ja... want genen kunnen via een tussen maat hond worden uitgewisseld

Slide 10 - Slide

Genenpool
Verzameling van alle genen 
in een populatie.



    vb: fenotypen in deze pool:
    groen
    rood
    paars

    Slide 11 - Slide

    Genenpool
    Verzameling van alle genen 
    in een populatie.


    welke allen zullen er in zitten?
      vb: fenotypen in deze pool:
      groen
      rood
      paars

      Slide 12 - Slide

      Genenpool
      Verzameling van alle genen 
      in een populatie.


      welke allelen zullen er in zitten?
      groen -> 
      rood -> 
      paars -> 
        vb: fenotypen in deze pool:
        groen
        rood
        paars

        Slide 13 - Slide

        Genenpool
        Verzameling van alle genen 
        in een populatie.


        welke allelen zullen er in zitten?
        groen -> dominant dus BB
        rood -> 
        paars -> 
          vb: fenotypen in deze pool:
          groen
          rood
          paars

          Slide 14 - Slide

          Genenpool
          Verzameling van alle genen 
          in een populatie.


          welke allelen zullen er in zitten?
          groen -> dominant dus BB
          rood -> reccessief dus bb
          paars -> 
            vb: fenotypen in deze pool:
            groen
            rood
            paars

            Slide 15 - Slide

            Genenpool
            Verzameling van alle genen 
            in een populatie.


            welke allelen zullen er in zitten?
            groen -> dominant dus BB
            rood -> reccessief dus bb
            paars -> intermediair?? Bb
              vb: fenotypen in deze pool:
              groen
              rood
              paars

              Slide 16 - Slide

              Genenpool
              Verzameling van alle genen 
              in een populatie.


              Allelfreqentie -> hoe vaak een allel in de populatie voorkomt.
              Afhankelijk hiervan is de genetische variatie
              •  1 allel  = geen natuurlijke selectie hierop 
              •  geen selectie druk -> willekeurige overerving (allelfrequenties constant)

              Slide 17 - Slide

              Genenpool
              Verzameling van alle genen 
              in een populatie.


              Allelfreqentie -> hoe vaak een allel in de populatie voorkomt.

                Slide 18 - Slide

                wat beïnvloed de genenpool?

                Slide 19 - Slide

                selectie
                geografische isolatie
                seksuele selectie

                Slide 20 - Slide

                selectie kan door 
                reproductive isolatie (BS3)
                -> vb. geografische isolatie of seksuele selectie

                Slide 21 - Slide

                selectie kan door 
                reproductive isolatie (BS3)
                -> vb. geografische isolatie of seksuele selectie
                reproductieve isolatie = dat mannetje en vrouwtje niet meer kunnen voortplanten. 

                door bijv. de geografische isolatie



                Slide 22 - Slide

                selectie kan door 
                reproductive isolatie (BS3)
                -> vb. geografische isolatie of seksuele selectie
                reproductieve isolatie = dat mannetje en vrouwtje niet meer kunnen voortplanten. 


                hoe hier een vraag over te beantwoorden? 

                Slide 23 - Slide

                Darwinvraag
                hoe pak je dit aan? 
                1. benoem genetisch variatie
                2. benoem welk selectie voordeel er is
                3. zeg dat de individuen met selectievoordeel dus vaker voortplanten
                4. hierdoor neemt de genfrequentie toe

                Slide 24 - Slide

                Darwin vraag
                hoe relateer je dit aan de geografische isolatie? 

                2. door de geografische isolatie ontstaat er reproductieve isolatie
                1. door mutaties en recombinatie ontstaat er genetische variatie
                3. door selectie overleven de best aangepaste aan de nieuwe omgeving
                4. door dat de best aangepaste overleven planten deze vaker voort en veranderd de genfrequentie  

                Slide 25 - Slide

                voorbeeld van variatie bij mensen
                hemoglobine -> sikkelcel anemie (bloedarmoede)

                komt vooral voor in malaria gebieden

                Slide 26 - Slide

                Darwinvraag
                hoe pak je dit aan? 
                1. benoem genetisch variatie
                2. benoem welk selectie voordeel er is
                3. zeg dat de individuen met selectievoordeel dus vaker voortplanten
                4. hierdoor neemt de genfrequentie toe

                Slide 27 - Slide

                voorbeeld van variatie bij mensen
                hemoglobine -> sikkelcel anemie (bloedarmoede)

                1. benoem genetisch variatie
                -> door mutaties is er naast naast de gewone
                hemoglobine (HbN)
                een sikkelcel hemoglobine (HbS) ontstaan
                komt vooral voor in malaria gebieden

                Slide 28 - Slide

                voorbeeld van variatie bij mensen
                hemoglobine -> sikkelcel anemie (bloedarmoede)

                2. benoem welk selectie voordeel er is
                -> door de HbS worden mensen minder ziek
                als ze besmet zijn met de malaria parasiet en
                hebben betere overlevingskansen dan mensen
                met HbN 
                komt vooral voor in malaria gebieden

                Slide 29 - Slide

                voorbeeld van variatie bij mensen
                hemoglobine -> sikkelcel anemie (bloedarmoede)

                3. zeg dat de individuen met selectievoordeel 
                dus vaker voortplanten 
                -> mensen met HbS voortplanten zich dus
                vaker (in malaria gebieden)
                komt vooral voor in malaria gebieden

                Slide 30 - Slide

                voorbeeld van variatie bij mensen
                hemoglobine -> sikkelcel anemie (bloedarmoede)

                4. hierdoor neemt de genfrequentie toe

                -> door dat mensen met HbS zich beter kunnen
                voortplanten neemt de genfrequentie 
                van HbS toe in deze malaria gebieden ten 
                opzicht van HbN
                komt vooral voor in malaria gebieden

                Slide 31 - Slide

                huiswerk
                maak opdracht 49 t/m 62

                Slide 32 - Slide