24-25 Klas 2 P4 2-6-25

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo
• Leerjaar 1

Lezen
Leerdoelen toets TW 4
Vragen
Tekst + vragen
HW: Zelfsturende auto moet 
jongere sparen

Welkom bij het vak Nederlands

Leg je lesboek, het aantekeningenschrift, je lesschrift en etui op tafel.

Wat gaan we doen?

Leesboek

op de hoek van je tafel.

Beginpagina met timer

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.

LEZEN

Wat heb je afgelopen weken geleerd?

Leerdoelen 4.1

- Ik weet dat sommige thema's vaak
terugkeren in verhalen.
- Ik kan verbanden leggen tussen oude en nieuwe verhalen. 
- Ik kan uitleggen waarom bepaalde verhalen en thema's
 onverwoestbaar zijn. 
- Ik kan zelf eigentijdse elementen toevoegen aan een verhaal van vroeger.  

Hoofdstuk H4 Zeggingskracht

1. Onverwoestbare verhalen
2. Presentatieprogramma's 
3. Spreken voor publiek
4. Verhalen over verleden en toekomst
5. Schrijfopdracht
6. Woordenschat

Onderbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

Leerdoelen 4.2

- Ik weet waarom presentatieprogramma's een handig
hulpmiddel zijn en wat vuistregels zijn bij het gebruik.
- Ik kan aangeven wanneer het handig is om een presentatieprogramma in te zetten. 
- Ik kan een presentatie beoordelen en verbeterpunten aangeven. 
- Ik kan een passende presentatie maken met een presentatieprogramma.

Hoofdstuk H4 Zeggingskracht

1. Onverwoestbare verhalen
2. Presentatieprogramma's 
3. Spreken voor publiek
4. Verhalen over verleden en toekomst
5. Schrijfopdracht
6. Woordenschat

Onderbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

Leerdoelen 4.3

- Ik weet uit welke onderdelen de voorbereiding van
 een goede presentatie bestaat.

- Ik kan de verschillende onderdelen van een presentatie voorbereiden en oefenen.
- Ik kan uitleggen wat er wel en niet goed gaat bij verschillende onderdelen van een presentatie.
- Ik kan zelf een presentatie houden met een presentatieprogramma. 

Hoofdstuk H4 Zeggingskracht

1. Onverwoestbare verhalen
2. Presentatieprogramma's 
3. Spreken voor publiek
4. Verhalen over verleden en toekomst
5. Schrijfopdracht
6. Woordenschat

Onderbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

Leerdoelen 4.4

- Ik weet wat schrijvers van historische romans
en toekomstromans gebruiken om de 

verhalen te vertellen.

- Ik kan een voorbeeld geven van een verhaal dat zich in het verleden of de toekomst afspeelt.
- Ik kan uitleggen wat de boodschap is van verhalen.
- Ik kan zelf een onderwerp bedenken voor een toekomstroman.

Hoofdstuk H4 Zeggingskracht

1. Onverwoestbare verhalen
2. Presentatieprogramma's 
3. Spreken voor publiek
4. Verhalen over verleden en toekomst
5. Schrijfopdracht
6. Woordenschat

Onderbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

Leerdoelen 4.5

- Ik weet wat dat oude verhalen soms in een
nieuw jasje worden gestoken.

- Ik kan overeenkomsten en verschillen herkennen tussen oude en nieuwe sprookjes.
- Ik kan uitleggen hoe ik van een oud sprookje een moderne variant kan maken.
- Ik kan een verhaallijn bedenken van een modern sprookje.

Hoofdstuk H4 Zeggingskracht

1. Onverwoestbare verhalen
2. Presentatieprogramma's 
3. Spreken voor publiek
4. Verhalen over verleden en toekomst
5. Schrijfopdracht
6. Woordenschat

Onderbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

Leerdoelen 4.6

- Ik ken de betekenis van de woorden uit dit hoofdstuk.
- Ik kan de gegeven betekenis aan een woord koppelen.

- Ik kan zelf de betekenis van een woord of woordgroep afleiden of een woord(groep) in een zin invullen. 
- Ik kan zelf nieuwe zinnen maken met de woorden uit dit hoofdstuk.

Hoofdstuk H4 Zeggingskracht

1. Onverwoestbare verhalen
2. Presentatieprogramma's 
3. Spreken voor publiek
4. Verhalen over verleden en toekomst
5. Schrijfopdracht
6. Woordenschat

Onderbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

 Leerdoelen S&G 17

- Ik weet hoe je getallen schrijft. 
- Ik kan getallen op de juiste manier schrijven.
- Ik kan bijzonderheden uitleggen in de schrijfwijze van getallen.
- Ik kan zelf goede zinnen maken met getallen.

Spelling & grammatica 17-20

17. Cijfers en getallen
18. Hoofdletters
19. Leestekens
20. Lastige woorden en leenwoorden

Onderbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

Leerdoelen S&G 18

- Ik weet wanneer je een hoofdletter schrijft. 
- Ik kan in een zin op de juiste plekken hoofdletters 
invullen. 
- Ik kan bijzonderheden met hoofdlettergebruik uitleggen.
- IK kan zelf zinnen maken waarin ik hoofdletters op de juiste manier gebruik. 

Spelling & grammatica 17-20

17. Cijfers en getallen
18. Hoofdletters
19. Leestekens
20. Lastige woorden en leenwoorden

Onderbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

 Leerdoelen S&G 19

- Ik weet wanneer je welk leesteken schrijft. 
- Ik kan in een zin of tekst de juiste leestekens invullen. 
- Ik kan uitleggen hoe leestekens de betekenis van een woord of zin bepalen.
- Ik kan zelf nieuwe zinnen maken met de juiste leestekens. 

Spelling & grammatica 17-20

17. Cijfers en getallen
18. Hoofdletters
19. Leestekens
20. Lastige woorden en leenwoorden

Onderbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

 Leerdoelen S&G 20

- Ik weet dat je de spelling van lastige woorden uit je
hoofd moet leren en dat er in het Nederlands 
leenwoorden voorkomen. 
- Ik kan van een lastig woord met c, k, g, ch, ie, i, y, ei, ij, au en ou de juiste spelling kiezen en leenwoorden in zinnen herkennen. 
- Ik kan zelf in lastige woorden met c, k, g, ch, ie, i, y, ei, ij, au en ou goed spellen en in zinnen een passend leenwoord invullen.
- Ik kan een Nederlands alternatief bedenken voor leenwoorden uit het Engels, Frans of Duits.  

Spelling & grammatica 17-20

17. Cijfers en getallen
18. Hoofdletters
19. Leestekens
20. Lastige woorden en leenwoorden

Onderbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

AAN DE SLAG

H3, paragraaf 1,  vanaf blz. 48

Maak vraag 3 t/m 12

Onderbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

Wat weet je nog van grammatica woordsoorten?

Lidwoorden

Er zijn drie lidwoorden: 

de, het, een.

De en het -> bepaald lidwoord.

een -> onbepaald lidwoord.

Zelfstandige naamwoorden

Woorden waar je een lidwoord voor kunt zetten, noem je zelfstandige naamwoorden (znw).

Namen, dieren en dingen zijn zelfstandige naamwoorden. 

Ook namen van plaatsen.

 (Bijvoorbeeld: Den Haag)

Bijvoeglijk 

naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Je weet door een bijvoeglijk naamwoord meer over het zelfstandig naamwoord.

Let op: kan ook achter een zelfstandig naamwoord

Werkwoorden

Een werkwoord is een woordsoort.

In een zin staat ten minste één werkwoord.

Er zijn ook zinnen met meer dan één
werkwoord.

Een werkwoord zegt wat iets of iemand doet, wat iets of iemand overkomt of wat er is gebeurd.

Leerdoelen 2.2

- Ik weet wat leesdoelen, leesmanieren en de 
kenmerken van digitaal lezen zijn. 
- Ik kan bepalen wanneer ik een hyperlink wel of niet moet volgen.
- Ik kan informatie vinden in digitale teksten door verschillende leesmanieren toe te passen.
- Ik kan zelf een digitale tekst ontwerpen.

Hoofdstuk 2. Goed & Kwaad

1. Helden en schurken
2. Digitaal lezen
3. Informatie zoeken
4. Personages
5. Schrijfopdracht
6. Woordenschat

Onderbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

Leerdoelen 2.3

- Ik weet hoe ik gericht informatie kan zoeken. 
- Ik kan bij een gegeven onderwerp vragen en
zoektermen bedenken.
- Ik kan beoordelen of een tekst de informatie oplevert die ik nodig heb.
- Ik kan gericht teksten zoeken en informatie selecteren om zelf een kort verslag te schrijven.

Hoofdstuk 2. Goed & Kwaad

1. Helden en schurken
2. Digitaal lezen
3. Informatie zoeken
4. Personages
5. Schrijfopdracht
6. Woordenschat

Onderbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

We kijken nu naar een filmpje over de theorie. 

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

LESSONUP

klassencode 1KT1: lgvjk
klassencode 1TH1: hbzbh
klassencode 2TH1: jndrz
klassencode 2TH3: idygg

VRAGEN?

Terugblik

Voeg hier je tekst toe

Tekstgrootte is aan te passen wanneer het niet op een pagina past.

3.5: Titel paragraaf

Voeg hier je tekst toe

Tekstgrootte is aan te passen wanneer het niet op een pagina past.

Quizvraag:
Voeg hier je vraag toe

1. antwoord 1
2. antwoord 2

Woordweb:
Voer hier je onderwerp toe

Open vraag:
Voer hier je vraag toe

Fotovraag:
Voer hier je vraag toe

Sleepdoel

Sleepdoel

Te slepen component

Te slepen component

Te slepen component

Te slepen component

Te slepen component

Huiswerk

Maken:

blz. 110-115: Opg. 10, 11, 12, 15, 17, 19

Nakijken:

Alles wat je gemaakt hebt van H3

Achter de les

Leerdoelen behaald?

Je kunt een groot getal omzetten

 van woorden in cijfers.

Je kunt berekeningen maken met procenten

 en grote getallen.

H1: Procenten

VK Breuken en procenten

1. Breuken, procenten en
    decimale getallen

2. Percentage gegeven
3. Procenten gevraagd
4. Procenten

5. Terugrekenen naar 100%
6. Promille
7. Exponentiele formule

Leerdoelen behaald?

Je kunt een groot getal omzetten

 van woorden in cijfers.

Je kunt berekeningen maken met procenten

 en grote getallen.

H1: Procenten

VK Breuken en procenten

1. Breuken, procenten en
    decimale getallen

2. Percentage gegeven
3. Procenten gevraagd
4. Procenten

5. Terugrekenen naar 100%
6. Promille
7. Exponentiele formule

H6: Verschillende verbanden

VK Machten en wortels

1. Periodieke verbanden

2. Kwadratische verbanden

3. De top van een parabool

4. Wortelverbanden

5. Machtsverbanden

 

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Extra slides

bij

bij

#5BCBF5

#00ABE6

#0084C8

#4E58A7

#CF128C

Formules

Als je formules bewerkt in de teksteditor kun je de volgende shortcuts gebruiken:

• spatie:          {\ }                               dus {\spatie}
• vermenigvuldigingsteken:         \times                
• kleur veranderen:      \color{...}{formule}                 op de ... type je de kleur
• kleuren:    

skyblue

blueviolet

royalblue

fuchsia

cornflowerblue