Organen en cellen

1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Levenskenmerken

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Dierlijke cellen
Bacterien 
Schimmels
Planten

Slide 9 - Drag question

Dierlijke en plantaardige cellen
Alleen plantaardige cellen
Bladgroenkorrel
Celkern
Celwand
Celmembraan
Celplasma
Vacuole

Slide 10 - Drag question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Celtypen.           

Slide 13 - Slide

Een onderzoeker bekijkt ontlasting van een baby door een microscoop. Hij ziet bacteriën en cellen van het darmslijmvlies.
Wat is een verschil tussen bacteriën en darmcellen?
A
bacteriën hebben geen celkern en darmcellen wel.
B
Bacteriën hebben geen celmembraan en darmcellen wel.
C
Bacteriën hebben geen celwand en darmcellen wel.

Slide 14 - Quiz

Enkele delen die in en om een cel kunnen voorkomen zijn de celkern, de celwand, het celmembraan en het cytoplasma.
Welk van deze delen ontbreekt bij een darmbacterie?
A
Celkern
B
Celwand
C
Celmembraan
D
Cytoplasma

Slide 15 - Quiz

Blauwalgen zijn bacteriën die zich bij warm weer snel vermeerderen in water met veel voeding.
Heeft een blauwalg een celkern? En heeft een blauwalg een celwand?
A
Geen van beide
B
Alleen een celkern
C
Alleen een celwand
D
Beide

Slide 16 - Quiz

Van een vrouw die in aanmerking wil komen voor een ivf-behandeling wordt de urine onderzocht. In de urine worden cellen met een celkern aangetroffen.
Kunnen dit bacteriën zijn? En kunnen dit cellen van de vrouw zijn?
A
Alleen bacteriën
B
Alleen cellen van de vrouw
C
Van beide

Slide 17 - Quiz

In welke celonderdelen is DNA te vinden bij een plant?
A
Alleen in de celkern
B
In de celkern en de celwand.
C
In de celkern, celwand en celmembraan
D
In de celwand en celmembraan.

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Bij celdeling is de juiste volgorde:
A
celdeling - plasmagroei - kerndeling
B
plasmagroei - kerndeling - celdeling
C
kerndeling - celdeling - plasmagroei

Slide 20 - Quiz

De vraag waarmee je een onderzoek start noemen we een...
A
conclusie
B
werkplan
C
probleemstelling
D
onderzoeksvraag

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Video

Onderzoekers hebben ontdekt dat het hormoon FGF21 de trek in suiker vermindert. Dit hormoon wordt in de lever gemaakt. Via het bloed komt
FGF21 in de hersenen terecht. 
 

In een laboratorium wordt bij muizen onderzoek gedaan naar de werking
van FGF21. De wetenschappers willen weten of muizen gewicht verliezen
als FGF21 twee weken lang aan hun voedsel wordt toegevoegd.
 Maak een werkplan voor zo’n onderzoek.

Slide 23 - Slide

voorbeeld van een juist werkplan:
• bij één groep muizen FGF21 aan het voedsel toevoegen en bij een andere groep muizen niet (onder gelijke omstandigheden) 
• na twee weken het (gemiddelde) gewicht van de muizen in beide groepen met elkaar vergelijken 

Slide 24 - Slide

Syllabus:
4, 13.2 en 13.3

Slide 25 - Slide