Herhaling bijwoord

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Die goede speler kan goed schaken.

1. goede = bijwoord goed = bijwoord
2. goede = bijwoord goed = bijvoeglijk nw.
3. goede = bijvoeglijk nw. goed = bijwoord
4. goede = bijvoeglijk nw. goed = bijvoeglijk nw.

In de zin 'De auto die hij tekent is heel mooi' is het woord MOOI een:

1. bijwoord
2. bijvoeglijk naamwoord

In de zin: Servi cenam male paraverant is het woord male een:

1. bijvoeglijk naamwoord
2. bijwoord

In de zin: Lingua Latina facilis est is het woord facilis een:

1. bijvoeglijk naamwoord
2. bijwoord

In de zin: Magnopere laetus es is het woord magnopere een:

1. bijvoeglijk naamwoord
2. bijwoord

Noteer het bijwoord van maximus

Noteer het bijwoord van gravis

Noteer het bijwoord van ferox

Het bijwoord dat afgeleid wordt van brevis luidt

1. breve
2. breviter
3. brevum

Het bijwoord dat afgeleid wordt van intentus luidt

1. intente
2. intentiter
3. intentum

Het bijwoord dat afgeleid wordt van multus luidt

1. multe
2. multiter
3. multum

Het bijwoord dat afgeleid wordt van bonus luidt

1. bone
2. bene
3. boniter
4. bonuster

Valde is niet afgeleid van een bijvoeglijk naamwoord en is dus geen bijwoord

1. waar
2. niet waar