4V Beco FinLev H7c

7.11
Schuldrest eind 2024 =
A
6.000 - 420
B
6.000 - 1.351,37
C
6.000 - 1.771,37
1 / 11
next
Slide 1: Quiz
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

7.11
Schuldrest eind 2024 =
A
6.000 - 420
B
6.000 - 1.351,37
C
6.000 - 1.771,37

Slide 1 - Quiz

7.16
De woningmarkt in Nederland is op dit moment zeer gespannen. De prijzen van woningen zullen dan waarschijnlijk ...(1) en het risico op een restschuld zal dan ...(2)
A
1> dalen 2> afnemen
B
1> dalen 2> toenemen
C
1> stijgen 2> afnemen
D
1> stijgen 2> toenemen

Slide 2 - Quiz

Hypotheek Rente Aftrek
Huurder

Inkomen € 70.000,- Belastingpercentage 40%
Te betalen belasting = 0,40 x 70.000 = 28.000,-


Slide 3 - Slide

Hypotheek Rente Aftrek
Koper
Inkomen € 70.000, Belastingpercentage 40%
Hypothecaire lening € 300.000 a 3%
Betaalde rente = 0,03 x 300.000 = 9.000
Belastbaar inkomen = 70.000 - 9.000 = 61.000
Te betalen belasting = 0,40 x 61.000 = 24.400

Belastingvoordeel = 28.000 - 24.400 = 3.600
Belastingvoordeel = 0,40 x 9.000 = 3.600

Slide 4 - Slide

Hypotheek Rente Aftrek
Koper
Inkomen € 70.000, Belastingpercentage 40%
Hypothecaire lening € 300.000 a 3%
Bruto rente = 0,03 x 300.000 = 9.000

Belastingvoordeel = 0,40 x 9.000 = 3.600

Netto rente = 9.000 - 3.600 = 5.400

Slide 5 - Slide

7.11
Stel belastingpercentage = 38%
Belastingvoordeel jaar 1 =
A
0,38 x 6.000
B
0,38 x 1.771,37
C
0,38 x 420
D
0,38 x 1.351,37

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Annuiteitenhypotheek en hra

- Brutolasten blijven gelijk
- Rentedeel van de annuiteit neemt af
- Belastingvoordeel neemt af
- Nettolasten nemen toe
- Maar loopt vaak gelijk op met carriere

Slide 9 - Slide

Lineaire hypotheek

1 schuldrest begin jaar
2 rente = schuldrest x rente%
3 aflossing = totale schuld / periode
4 schuld eind = schuld begin - aflossing
5 belastingvoordeel = betaalde rente x belasting%
6 nettolasten = brutolasten - belastingvoordeel
Annuïteitenhypotheek

1 schuldrest begin jaar
2 rente = schuldrest x rente%
3 aflossing = annuïteit - rente
4 schuld eind = schuld begin - aflossing
5 belastingvoordeel = betaalde rente x belasting%
6 nettolasten = annuïteit - belastingvoordeel

Slide 10 - Slide

Hw.
Opgave 7.21

Slide 11 - Slide