13.7 Transplantaties en bloedtransfusies

Planning voor vandaag

  • herhalen
  • Uitleg 13.7
  • Opdrachten

Leerdoelen: 
Je kunt beschrijven welke bloedgroepen er zijn en hoe deze bepaald worden.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Planning voor vandaag

  • herhalen
  • Uitleg 13.7
  • Opdrachten

Leerdoelen: 
Je kunt beschrijven welke bloedgroepen er zijn en hoe deze bepaald worden.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Herhalen
1. Wat is specifieke afweer?

2. Wat gebeurt er bij een vaccinatie?
timer
1:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

13.7 Transplantatie en transfusie
Bij een transplantatie wordt een weefsel of orgaan vervangen. 

Bij een bloedtransfusie krijg je bloed van een donor.
Er is dan kans op een afweerreactie.

Een patiënt moet bij voorkeur bloed ontvangen van een donor met dezelfde bloedgroep.

dit is een aantekening

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Bloedgroepen
Op de celmembranen van bloedcellen kunnen bloedfactoren voorkomen. 

  • Bloedfactor A
  • Bloedfactor B


Welke bloedfactoren je wel/niet hebt bepaald welke bloedgroep je hebt. 

dit is een aantekening

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Bloedgroepen: A, B, AB en 0

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

In het bloedplasma zitten antistoffen tegen de bloedfactoren die bij deze persoon zelf niet op de rode bloedcellen voorkomen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Tekst

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Resusfactor - ontdekt bij apen

Slide 10 - Slide

85% van de bevolking is resuspositef
Opdracht
1. Zoek uit wat de resusfactor inhoudt. 

2. Wat is er aan de hand als een resusnegatieve moeder in verwachting is    van een resuspositief kind?
Dit is een aantekening
timer
1:00

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Antwoord
  • Een resusnegatieve moeder kan in verwachting zijn van een resuspositief kind.
  • Bij de eerste zwangerschap levert dat geen problemen op.
  • Bij bevalling: contact tussen bloed moeder en kind -> moeder maakt anti-resus en geheugencellen.
  • Bij tweede zwangerschap: anti-resus door placenta naar foetus -> bloedafbraak bij het kindje.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Alle opdrachten bij 7.6 (exclusief de samenvattingsopdrachten)
timer
1:00

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Bloedgroepbepaling

Bij een bloedgroepbepaling wordt serum gebruikt.
Serum=vloeistof met antistoffen
  • Serum met anti-A   ->  antistoffen tegen A
  • Serum met anti-B  ->   antistoffen tegen B
  • (Serum met antiresus)

Voorbeeld: 

Iemand heeft bloedgroep B. 
Deze persoon heeft dus bloedfactor B en antistoffen tegen A (anti-A). Met anti-A serum gebeurt er niets. Het anti-B serum (antistoffen tegen bloedfactor B) bindt aan de bloedcel. Bloed gaat klonteren. 



Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten
  1. Oefen met de bloedgroepen door het uitvoeren van bloedgroepbepalingen: https://www.bioplek.org/animaties/bloed/bloedgrbepalingx.html
    Blood typing game  https://educationalgames.nobelprize.org/educational/medicine/bloodtypinggame/gamev3/index.html 
  2. Maak de opdrachten van 7.6


Slide 15 - Slide

This item has no instructions