Hart

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Het circulatiestelsel

Learnbeat: Anatomie fysiologie 2.6 het circulatiestelsel

Hart anatomie

Week 4

Lesdoelen; je kan:

- de functie en de route van de dubbele  (grote en kleine) bloedsomloop

  uitleggen.

- beschrijven hoe het hart is opgebouwd.

- beschrijven hoe het hart zelf van bloed  wordt voorzien.

- de werking en de taak van het bloed,  bloedsomloop en afweerstelsel uitleggen  en toelichten.

Literatuur en opdrachten

• Lezen paragraaf 1. hart: 1.1 ligging en bouw van het hart, 1.3 doorbloeding van de hartspier 

Welk begrip komt in je op bij het circulatiestelsel?

Wat is de functie van het hart?

1. Alle organen voorzien van zuurstof
2. Alle organen voorzien van zuurstof en voedingsstoffen
3. Alle organen voorzien van voedingsstoffen
4. Alle organen voorzien van zuurstof, voedingsstoffen en koolstofdioxide

Hoeveel pompt het hart per dag rond?

1. 500 liter
2. 1500 liter
3. 4000 liter
4. 7000 liter

www.anatomie-online.nl

Ligging van het hart

• Achter sternum (borstbeen)
•  In mediastinum 
• Op middenrif
• Apex = hartpunt wijst naar links

Linker kamer

Rechter kamer

Linker boezem

Rechter boezem

Wat is de medische naam van de onderste holle ader?

1. Vena cava superior
2. Vena cava inferior
3. Arteria subclavia
4. Arteria coronaria

Rechter longslagader

Linker longslagader

Rechter longaders

Linker longaders

Onderste

holle ader

Bovenste holle ader

Aorta

Lichaams-slagader

De arteria pulmonalis is.....

1. ...de lichaamsslagader
2. ...de lichaamsader
3. ...de longslagader
4. ...de longader

Wat is de functie van de hartkleppen?

Hoeveel hartkleppen heeft het hart?

1. 2
2. 4
3. 6
4. 8

Kleppen

1. Atrioventriculaire kleppen: tussen kamers en boezems
2. Arteriële kleppen: tussen kamers en grote slagaders

Kleppen

• Chordea tendinae: dunne pezige draden waarmee de kleppen vast zitten
• aan de andere kant vast aan bindweefselring
• Pappilaire spieren: spieren die de chordea tendinae vasthouden 

Bloedvoorziening van het hart

• Kransslagaders
• Kransaders

Kransslagaders

Kransslagaders:

• Elke spier heeft zuurstof en voedingsstoffen nodig
• De hartspier ontvangt deze via de kransslagaders
• Ontspringen uit de aorta

Kransaders:

• Via de kransaders wordt het
  bloed teruggevoerd naar de rechterboezem.  

Lesdoelen deel 2; je kan:

- de functie en de route van de dubbele  (grote en kleine) bloedsomloop

  uitleggen.

- beschrijven hoe het hart is opgebouwd.

- beschrijven hoe het hart zelf van bloed  wordt voorzien.

- de werking en de taak van het bloed,  bloedsomloop en afweerstelsel uitleggen  en toelichten.

Literatuur en opdrachten

• Lezen paragraaf 1. hart: 1.1 ligging en bouw van het hart, 1.3 doorbloeding van de hartspier 

www.anatomie-online.nl

Wat weten jullie nog van het prikkelgeleidingssysteem???

Werking van het hart

Het prikkelgeleidingssysteem

Prikkelautomaat

gespecialiseerde hartspiercellen:  Een deel: vermogen om prikkels (elektrische impulsen) op te wekken. 

Een ander deel: geleiden van de prikkels. 

bestaat uit:

de sinusknoop; (pacemaker)

de boezem-kamerknoop; (atrioventriculaire knoop) 

de bundel van His; (prikkelgeleidende spiercellen)

de purkinjevezels. (prikkelen alle hartspiercellen)

Prikkelautomaat

Leg het prikkelautomaat uit (1.1.4). Maak gebruik van de volgende begrippen (10 min):

• Sinusknoop en sinusritme
• boezem-kamerknoop
• bundel van His
• Purkinjevezels 

Wat is de 'systole'?

1. De fase waarin de hartkamers samentrekken.
2. De fase waarin de hartkamers ontspannen.
3. De fase waarin de slagaderwanden samentrekken.
4. De fase waarin de slagaderwanden ontspannen.

Bloedsomloop Module 5 H1,2

Xpert Circulaire stelstel

Volgende week door met de bloedsomploop en Bloed.

Stroomrichting in het hart

Wat is het verschil tussen de kleine en de grote bloedsomloop?

De grote en de kleine bloedsomloop

Bloedvaten

Opdracht: 10 minuten

Werk in tweetallen, en beschrijf alle stappen van de kleine en van de grote bloedsomloop.

Kleine bloedsomloop  (longcirculatie)

Doel: zuurstofarm bloed → naar de longen → zuurstofrijk terug naar hart.

Rechterboezem (rechter atrium)

Tricuspidalisklep

Rechterkamer (rechter ventrikel)

Pulmonalisklep

Longslagader (arteria pulmonalis)

Longen (alveoli: gaswisseling, O₂ opname, CO₂ afgifte)

Longaders (venae pulmonales)

Linkerboezem (linker atrium)

Grote bloedsomloop (lichaamscirculatie)

Doel: zuurstofrijk bloed → naar organen en weefsels → zuurstofarm terug naar hart.

1. Linkerboezem (linker atrium)
2. Mitralisklep (bicuspidaal)
3. Linkerkamer (linker ventrikel)
4. Aortaklep
5. Aorta (lichaamsslagader)
6. Slagaders (arteriën) → arteriolen
7. Haarvaten (capillairen) in organen en weefsels (O₂ afgifte, CO₂ opname)
8. Venulen → aders (venae)
9. Bovenste holle ader (vena cava superior) en onderste holle ader (vena cava inferior)
10. Rechterboezem (rechter atrium)

Bloedsomloop

Wat is de route van de:

• grote bloedsomloop
• kleine bloedsomloop 

linkerkamer → aorta → slagaders → kleine slagaders → haarvaten → organen en weefsels → haarvaten → kleine aders → aders → holle aders → rechterboezem (→ rechterkamer; overgang naar kleine bloedsomloop)

rechterkamer → longslagaders → kleine slagaders → haarvaten → longweefsel → haarvaten → kleine aders → longaders → linkerboezem (→ linkerkamer; overgang naar grote bloedsomloop)

Wanneer je onder narcose gaat, wordt je beademd. Je hart blijft echter zelf doorkloppen. Hoe komt dit?

1. Ademhaling wordt aangestuurd door de hersenen; de hartslag niet.
2. Het deel van de hersenen dat hartslag regelt is niet gevoelig voor de narcose.
3. Ademhaling wordt niet aangestuurd door de hersenen; de hartslag wel.
4. In de narcose zit een medicijn dat je hartslag gaat regelen.

lees 1.2.4 van module 5

en bereken de volgende vraag.

Hartslag 72 x/min. - slagvolume 70 ml.
Wat is het hartminuutvolume?

1. ± 5 ml
2. ± 50 ml
3. ± 500 ml
4. ± 5000 ml

Doorbloeding van het hart

Lees 1.3

Hoe lopen de twee kransslagaders en welke onderdelen voorzien zij van bloed?

Hoe lopen de kransaders en waar komen deze uit?

Wat zijn de kransslagaders?

1. Bloedvaten met zuurstofrijk bloed in de huid.
2. Bloedvaten met zuurstofrijk bloed op het hart.
3. Bloedvaten met zuurstofarm bloed in de buikholte.
4. Bloedvaten met zuurstofarm bloed in de schedelholte.

Literatuur en opdrachten

• Lezen paragraaf 1. hart: 1.1 ligging en bouw van het hart, 1.3 doorbloeding van de hartspier + 

verwerkingsopdrachten maken paragraaf hart: 1,2,3,5,6,7,8,12,14 en 16.

Lesdoelen deel 2; je kan:

- de functie en de route van de dubbele  (grote en kleine) bloedsomloop

  uitleggen.

- beschrijven hoe het hart is opgebouwd.

- beschrijven hoe het hart zelf van bloed  wordt voorzien.

- de werking en de taak van het bloed,  bloedsomloop en afweerstelsel uitleggen  en toelichten.

Einde presentatie   Vragen???

Opdracht

Teken het hart

Zorg dat de volgende onderdelen aanwezig zijn:

• Hartholten en kleppen
• Grote bloedvaten die op het hart aangesloten zijn
• Prikkelautomaat

Hartwand - opdracht

Beantwoord samen met je buurvrouw/man de volgende vragen (10 min):

1. Wat is het endocard?
2. Wat is de reden dat het myocard van de kamers dikker is dan van de boezems?
3. Waarom is het myocard links dikker dan rechts?
4. Leg uit wat het pericard en pericardholte is.

Mechanismen

• Kleppen
• Hartpomp
• Adempomp
• Spierpomp