3V Voortplanting 11.7

Programma
1. Kennis checken voorbehoedsmiddelen
2. Anonieme vragen
3. Bespreken 11.7 Zwangerschap en geboorte
     - bevruchting
     - innesteling en groei embryo
     - de foetus
     - de geboorte
     - prenataal onderzoek
     - tweelingen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Programma
1. Kennis checken voorbehoedsmiddelen
2. Anonieme vragen
3. Bespreken 11.7 Zwangerschap en geboorte
     - bevruchting
     - innesteling en groei embryo
     - de foetus
     - de geboorte
     - prenataal onderzoek
     - tweelingen

Slide 1 - Slide

Welk van de onderstaande methoden om zwangerschap te voorkomen is/zijn betrouwbaar?
1. Coïtus interruptus 2. periodieke onthouding 3. spiraaltje
A
Alleen 1
B
Alleen 3
C
2 en 3
D
1 en 3

Slide 2 - Quiz

Welk(e) voorbehoedsmiddel(en) beschermen tegen soa's?

Slide 3 - Open question

Ezra zegt: Als je een pessarium gebruikt, moet je daarbij ook zaaddodende pasta gebruiken.
Yasmina zegt: Bij de nuvaring heb je elke maand gewoon een eisprong.
Wie heeft er gelijk?
A
Alleen Ezra
B
Alleen Yasmina
C
Allebei
D
Allebei niet

Slide 4 - Quiz

Joep zegt: bij het spiraaltje kan de eicel zich niet innestelen
Yara zegt: de anticonceptiepil zorgt ervoor dat er geen eisprong is
Wie heeft gelijk?
A
Alleen Joep
B
Alleen Yara
C
Allebei
D
Allebei niet

Slide 5 - Quiz

Anonieme vragen

Slide 6 - Slide

Zijn er nog meer anonieme vragen? (Je naam komt niet op het bord te staan!)

Slide 7 - Open question

11.7 Zwangerschap en geboorte
     - bevruchting
     - innesteling en groei embryo
     - de foetus
     - de geboorte
     - prenataal onderzoek
     - tweelingen

Slide 8 - Slide

Waar in het vrouwelijk geslachtsorgaan vindt de bevruchting plaats?

Slide 9 - Open question

Bevruchting en innesteling

Slide 10 - Slide

11.7.2 Innesteling en groei van het embryo
Na een maand ontstaat de navelstreng en in twee maanden ontwikkelt zich de placenta. 

Slide 11 - Slide

Welke stoffen moeten via de navelstreng worden afgevoerd naar de moeder?
1. zuurstof 2. koolstofdioxide 3. voedingstoffen 4. afvalstoffen
A
1 en 2
B
2 en 3
C
1 en 3
D
2 en 4

Slide 12 - Quiz

11.7.3 De foetus
Na 8 weken spreken we niet meer van een embryo, maar van een foetus. 

Slide 13 - Slide

De bloedsomloop van een foetus is anders dan die van een volwassen persoon.
Lees blz. 123 in je boek en beantwoord de volgende vragen:
1. Waarom loopt de bloedsomloop anders?
2. Welke twee aanpassingen zijn er in het hart van de foetus?

Slide 14 - Open question

Bloedsomloop foetus
De bloedsomloop van een foetus is anders dan die van een volwassen persoon. 

Slide 15 - Slide

11.7.4 De geboorte
- ontsluitingsfase
- uitdrijvingsfase
- nageboorte

Slide 16 - Slide

11.7.5 Prenataal onderzoek
- vlokkentest
- vruchtwaterpunctie
- NIPT

Slide 17 - Slide

11.7.6 Tweelingen

Slide 18 - Slide